Algemeen:
Er zijn in Nederland veel verschillende mogelijkheden om werk te vinden. Toch wordt nog meer dan 60% van alle vacatures ingevuld via het informele circuit. Dus het hebben van een goed netwerk verhoogd (ook) uw kans op een baan in Nederland. Veel gebruikte kanalen om werk te vinden zijn:
UWV :
UWV (Publieke arbeidsvoorzieningsorganisatie) ondersteunt en assisteert werkzoekenden bij het zoeken naar werk. Registratie bij UWV is hiervoor niet verplicht.
Uitzendbureaus, werving en selectiebureaus en detacheringbureaus:
In Nederland zijn veel - gespecialiseerde - uitzendbureaus. Er zijn ook werving- en selectiebureaus, waaronder ‘headhunters’, actief. Het is gebruikelijk dat deze bureaus de kandidaten eerst een psychologische test voorleggen of aan een assessment laten meedoen. Naast uitzendwerk wordt ook het werken op detacheringbasis steeds vaker toegepast. Onder andere uitzendorganisaties gebruiken deze constructie om met name (IT) specialisten onder contract te kunnen houden.
Advertenties:
U wordt aangeraden om Nederlandse kranten te raadplegen voor vacatures. De zaterdag editie van de landelijke dagbladen bevatten de meeste vacatures.
- NRC Handelsblad: managementfuncties. (www.nrc.nl)
- De Volkskrant: overheid, academische/medische beroepen. (www.volkskrant.nl)
- De Telegraaf en het Algemeen Dagblad: commerciële vacatures. (www.telegraaf.nl – www.ad.nl)
- De grotere regionale kranten.
Internet:
Het online solliciteren op de websites van bedrijven en het gebruik van CV databanken, zoals die van EURES en UWV, is gebruikelijk. Werkgevers maken gebruik van CV data banken om kandidaten te werven. Indien u de Nederlandse taal beheerst kunt u gebruik maken van www.werk.nl, de website van UWV.
Banenmarkten:
Banenmarkten en vooral speeddates, nemen in populariteit toe. Ze worden onder andere georganiseerd door:
- UWV
- uitzendbureaus
- hogescholen en universiteiten
- European Online Job Day (online EURES wervingsactiviteiten in Europa)
Houd o.a. de websites van deze organisaties in de gaten voor de datums en locaties.
Links:
Titel/naam | URL |
UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen): vacatures & cv & evenementen | https://www.werk.nl/werkzoekenden/vacatures/ https://www.werk.nl/werkzoekenden/over-werk-nl/evenementen/?friendlyurl… |
EURES Nederland | |
EURES portaal | |
Europese Jobdagen portaal | |
Land- en tuinbouw: seizoensvacatures | |
EURES the Netherlands members & partners | |
Intermediair | |
Vacaturebank |
In Nederland bestaan – ongeschreven – regels omtrent solliciteren. Hieronder vindt u informatie die u verder kan helpen bij het solliciteren.
Met betrekking tot de sollicitatieprocedure kan worden gesteld dat:
- deze verschilt naar gelang het type werk dat u zoekt.
- voor agrarisch en lager geschoolde een persoonlijk bezoek aan de werkgever een goede manier is.
- sollicitaties vanuit het buitenland in de regel schriftelijk worden verricht.
- voor banen op middelbaar en hoger geschoold niveau, een sollicitatiebrief met CV zeer gebruikelijk is.
- het niet ongebruikelijk is om van tevoren een bedrijf op te bellen; zorg er dan wel voor dat u vooraf een aantal duidelijke vragen heeft geformuleerd
- Nederlandse werkgevers reageren doorgaans redelijk snel; heeft u na 14 dagen nog niets gehoord, dan kunt u gerust telefonisch contact opnemen met het bedrijf.
Sociale media zijn bijzonder geschikt om interessante bedrijven in de gaten te houden en om op de hoogte te blijven van de nieuwste vacatures. (let op: wanneer het om solliciteren gaakunnen sociale media u maken of breken, omdat werkgevers social media ook gebruiken om meer over u te weten komen)
Sollicitatiebrief
De sollicitatiebrief wordt veelal meer gewaardeerd wanneer deze:
- in het Nederlands opgesteld is (mits anders aangegeven)
- op 1 vel A4 formaat is getypt
- kort en bondig, maar ook direct en zakelijk is opgesteld
Voor wat betreft de opbouw het volgende:
- u legt eerst uit waarom u solliciteert op deze functie.
- vervolgens geeft u uw geschiktheid aan en wat u motiveert voor deze functie; voor Nederlandse werkgevers is motivatie één van de meest belangrijke selectiecriteria.
- ter afsluiting geeft u aan dat u graag uitgenodigd wilt worden voor een gesprek om uw sollicitatie mondeling toe te lichten.
Het Curriculum Vitae (CV)
- kent een directe en zakelijke stijl
- bevat gebruikelijk 1 tot maximaal 2 pagina’s (A4 formaat)
- bevat alleen data en (persoonlijke) gegevens; wees bij het vermelden zo concreet mogelijk
- wordt veelal voor iedere functie aangepast.
De volgorde in het CV is:
- persoonlijke gegevens
- opleidingen (inclusief relevante cursussen, exacte begin- en eind datum en of u een diploma heeft behaald; begin met de vermelding van uw laatst genoten opleiding)
- werkervaring (inclusief exacte begin- en eind datum); begin met de vermelding van uw laatste baan; benoem de werkgevers en de door u uitgevoerde taken
- hobby’s en vrijwilligerswerk.
Referenties en kopieën van diploma’s stuurt u niet mee, die neemt u mee naar het sollicitatiegesprek.
‘Resumés’ worden steeds gewoner, met name voor mensen met veel werkervaring. Ze zijn ook gebruikelijk bij (open) sollicitaties richting headhunters. Kenmerken van een ‘resumé’ zijn, dat deze veelal:
- kort en meer beschrijvend zijn
- beginnen met een beschrijving van het type baan dat u zoekt
- wat subjectiever zijn, doordat op bepaalde zaken meer of minder de nadruk gelegd kan worden
- minder exacte data bevatten; dat alleen die cijfers worden gegeven die uw zaak onderstrepen
Wat betreft de vorm kunt u kiezen uit een historisch, analytisch, chronologisch, functioneel of creatief resumé.
Sollicitatieformulier: sollicitatieformulieren worden voornamelijk door grote werkgevers gebruikt en bij online sollicitaties.
Het Europass CV
Het Europass CV is in Nederland nog niet breed bekend en of ingeburgerd bij werkgevers. Zeker bij open sollicitaties wordt vooralsnog aanbevolen voor de in Nederland gebruikelijke standaard CV te kiezen. Voorbeeld van een Nederlands CV vindt u op www.werk.nl
Sollicitatiegesprek
Over het sollicitatiegesprek in Nederland kan worden gezegd, dat:
- de nadruk ligt op uw motivatie; waarom heeft u voor deze baan bij dit bedrijf gekozen?
- Het is van waarde wanneer u een aantal positieve - en minder positieve vaardigheden / eigenschappen van uzelf kunt noemen; licht deze met voorbeelden toe.
- het gesprek in de regel met één of twee mensen plaatsvindt; meerdere gesprekken (twee tot drie) zijn gangbaar
- u in de regel in de gelegenheid wordt gesteld om aan het eind van het gesprek een aantal vragen te stellen; bereidt u daarop voor.
- Dat via skype in voorkomende gevallen sollicitatiegesprekken worden gehouden.
Open sollicitaties:
Open sollicitaties zijn heel gebruikelijk in Nederland. Het is niet ongebruikelijk om vooraf het bedrijf op te bellen, dit kan zowel bij een open- als bij een gerichte sollicitatie. Zorg wel dat u vooraf een aantal duidelijke vragen heeft geformuleerd. Voor informatie over bedrijven bestaan veel kanalen:
- de Kamers van Koophandel (KvK)
- de ambassade of het consulaat van uw eigen land
- hun eigen website.
Gidsen over solliciteren in Nederland:
‘Klaar om de stap te wagen?’ Te verkrijgen via de dichtstbijzijnde EURES-adviseur in uw land.
Links:
Titel/naam | URL |
Europass | |
Werk.nl | https://www.werk.nl/werkzoekenden/eu/working-netherlands/applications/#paragraaf3 |
Kamer van Koophandel (KvK) |
Definitie
In Nederland bestaat geen formele definitie van een traineeschip. Er bestaan veel verschillende soorten traineeships. Regelmatig is een traineeship onderdeel van een bepaald programma van de overheid of van een (grotere) organisatie. Bijvoorbeeld om getalenteerde jongeren een betere toegang tot de arbeidsmarkt te geven. Soms zijn traineeships bedoeld om werknemers de kans te bieden een andere positie in hun organisatie te bekleden (managementtrainees).
Traineeships worden aangeboden via een traineeprogramma of via losse vacatures. Kenmerken van een traineeship zijn:
- Een traineeschip is een betaalde, productieve functie die onderdeel uitmaakt van het personeelsbestand en gericht is op leren op het werk.
- Een traineeship is doorgaans gericht op loopbaanontwikkeling en de trainee is meestal een werknemer die reeds een opleiding aan een universiteit, of een beroepsopleiding heeft afgerond.
- Een traineeship heeft specifieke leerdoelen die gebonden zijn aan een tijdschema, doorgaans een periode van 1-3 jaar.
Overzicht
Een traineeship is gericht op loopbaanontwikkeling en is derhalve een combinatie van leren en werken. De trainee is in dienst van de onderneming. Er bestaan veel verschillende soorten traineeships Een traineeship kan specifiek worden afgestemd om werknemers te helpen bij het verder ontwikkelen van hun vaardigheden en hun kennis, bijvoorbeeld voor managementfuncties. Leren op het werk kan ook worden toegesneden op het aantrekken van jong talent.
Een traineeplek kan worden verkregen door te solliciteren op een vacature of via een interne sollicitatieprocedure. Iedere soort traineeship kent zijn eigen vereisten met als hoofdkenmerken dat er begeleiding is, dat het gaat om een vaste periode en dat er leerdoelen geformuleerd zijn.
Soms is het einddoel van het traineeship een voortgezet dienstverband in de organisatie. En soms is het doel een professioneel netwerk op te bouwen en ervaring op te doen, waarmee de trainee ergens anders een baan kan vinden.
Kwantificatie / voorwaarden
De weg naar een traineeship hangt af van de fase van de loopbaan waarin de werknemer zich bevindt en van het soort traineeship dat wordt aangeboden. Veel grotere organisaties bieden traineeplaatsen aan.
Een afgestudeerde werknemer kan solliciteren op een traineeship in zijn of haar eigen organisatie. Een werkzoekende of baanveranderaar, kan solliciteren op een 'starters'-/traineefunctie die door een organisatie wordt geadverteerd. Deze persoon moet hiervoor doorgaans een selectieprocedure doorlopen.
De regels die op alle andere banen van toepassing zijn, gelden ook voor traineeships. Onderdanen van de EER en Zwitserland kunnen op traineeships solliciteren.
Implementation
Traineeships worden steeds populairder in Nederland. Ze bieden afgestudeerden de mogelijkheid hun eerste stappen in hun loopbaan te zetten of hun loopbaan verder te ontwikkelen. Tegelijkertijd stellen traineeplaatsen voor afgestudeerden of starters werkgevers in staat jonge professionals aan te trekken en op te leiden voor specialistische functies binnen de organisatie.
Omdat traineeships betaalde functies zijn die onderdeel uitmaken van het personeelsbestand van een organisatie, gelden voor traineeships alle normale regels die van toepassing zijn op reguliere banen. Een trainee werkt op basis van een arbeidscontract dat voldoet aan alle wettelijke vereisten die betrekking hebben op arbeid. Het traineeschap bestaat uit een programma waarin werken en leren centraal staat en is gebonden aan een specifieke periode.
Een contract kan clausules bevatten of andere passages (bijvoorbeeld met betrekking tot opleidingskosten). Bij twijfel is het van belang om het contract te laten controleren door een arbeidsjurist.
Levens- en arbeidsomstandigheden
Veel grotere organisaties bieden traineeships aan als onderdeel van hun reguliere banenaanbod. De omstandigheden en ondersteuning trainees verschillen per organisatie. Hieronder worden enkele kernpunten genoemd voor personen die interesse hebben om een traineeships aan te gaan.
Kosten van de opleiding
Omdat een traineeship een opleidingsprogramma bevat, brengen werkgevers vaak kosten in rekening als iemand de onderneming tijdens de opleidingsperiode of kort daarna verlaat. Het wordt aangeraden om goed op de hoogte te zijn van eventuele kosten, mocht u de onderneming willen verlaten.
Kwaliteit van de traineeship
Niet alle aangeboden traineeships zijn van goede kwaliteit. Dit hangt ook af van de verwachtingen die een werkzoekende of iemand die van baan wil veranderen zelf heeft. Hieronder worden een aantal kenmerken van een goede traineeshipspositie genoemd:
- De functie biedt duidelijke loopbaanperspectieven;
- Het is een betaalde functie die onderdeel uitmaakt van het personeelsbestand;
- Er wordt een gestructureerd opleidingsprogramma aangeboden;
- De trainee wordt gecoacht.
Op zoek naar mogelijkheden
traineeships kunnen via onderstaande kanalen worden gevonden:
- De meeste grotere organisaties bieden traineeships aan. Vacatures voor traineeships zijn doorgaans terug te vinden op hun websites.
- Sommige traineeships worden gepubliceerd op commerciële websites zoals: www.traineeshipsoverzicht.nl of www.traineeshipplaza.nl.
- Ook op www.werk.nl, de website van de Nederlandse openbare dienst voor arbeidsvoorziening, worden traineeships aangeboden.
Belangrijke zaken die een trainee zelf regelt:
- Inschrijven bij een Nederlandse gemeente
- Vertalen officiële documenten uit een ander land (zoals een huwelijksakte). Deze zijn benodigd voor de gemeentelijke inschrijving
- Verzekering gedurende de opleidingsperiode
- BSN (na inschrijving bij een gemeente): Om salaris of een vergoeding te kunnen ontvangen heeft een trainee een BSN (Burger Service Nummer) nodig.
- Zorgverzekering: Wanneer hoger ligt dan het minimumloon, dan is het voor de trainee verplicht om zelf een zorgverzekering af te sluiten.
- Vergoeding vanuit Targeted Mobility Schemes (TMS) of via Startersbeurs
Een trainee uit EER-land of Zwitserland heft geen verblijfsvergunning nodig voor het doel van studie. Een nuttige informatiepagina voor trainees uit andere EER-landen landen is ‘Study in Holland’.
Financiering en steun
Een traineeschap is werk met leer- en doorgroeimogelijkheden. Zodoende valt een traineeschap onder de wettelijke regels die voor arbeid gelden. Hier hoort een arbeidscontract en salariëring bij. Zie ook de informatie van de overheid over arbeidsregelgeving.
Grotere organisaties hebben hun eigen traineeprogramma's en eigen selectieprocedures, vereisten en vormen van ondersteuning. Het wordt derhalve aangeraden de beschikbare mogelijkheden goed te bekijken om verrassingen te voorkomen. In geval van twijfel kan de vakbond u misschien helpen. Er is een speciaal servicepunt voor jongeren: www.fnvjong.nl
Nuffic/Career in Holland
Informatie over werken in Nederland na uw studie: www.Nuffic.nl (in het Nederlands en het Engels) of Study in Holland.
EURES Targeted Mobility Scheme (TMS)
Zie voor financiële ondersteuning, ook voor trainees, de volgende link: EURES portal > EURES Targeted Mobility Scheme (TMS)
Vacatures plaatsen
Traineeships kunnen op de eigen website van een organisatie worden gepubliceerd of via specifieke websites zoals: www.traineeshipplaza.nl of www.traineeshipsoverzicht.nl.
Financiering en ondersteuning
Informatie van de overheid over arbeidsregelgeving: http://www.government.nl/issues/new-in-the-netherlands
Zie voor meer informatie over verhuiskosten en andere ondersteuning EURES portal > EURES Targeted Mobility Scheme (TMS)
Juridisch kader
Leerwerkbanen (ook wel: stages genoemd) maken in Nederland deel uit van het onderwijsstelsel en zijn vaak een verplicht onderdeel van de beroepsopleiding. De aard, duur en hoeveelheid van de stages die iemand voor zijn opleiding doorloopt zijn afhankelijk van het soort en het niveau van de opleiding die een student volgt. Vaak wordt een stagevergoeding gegeven, al is dat niet verplicht.
Leerwerkbanen kunnen ook buiten het onderwijsstelsel plaatsvinden, bijvoorbeeld wanneer een werkende van functie of van branche wil veranderen Soms is er sprake van een re-integratietraject. Daarbij wordt een werkende begeleid om te werken, soms in een nieuwe functie of op en nieuwe plek. Meestal is het de werkgever of gemeente die dit traject verzorgd en betaald.
Het belangrijkste criterium voor een leerwerkbaan of stage is dat leerdoelen een centrale rol innemen in de activiteiten op de werkplek. Met andere woorden: de stagiair behoort niet tot het reguliere personeel.
Beschrijving van schema's
Het hoger onderwijs in Nederland kent meerdere niveaus. Elk niveau kent stages in de vorm van praktijk- of leren tijdens het werken in het kader van een schoolopleiding. Hieronder een overzicht van de verschillende soorten stages.
Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
Het onderwijs in de Beroepsopleidende Leerweg (BOL) voorziet in leerwerkbanen die via de school verlopen. De leerling volgt de opleiding van zijn of haar keuze en loopt tijdens die opleiding verscheidene stages – veelal verplicht, en vaak met een vergoeding.
De Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) biedt praktijktraining afgewisseld met theorielessen op school. De leerling zoekt zelf een leerbedrijf en werkt daar iedere dag, met uitzondering van één theoriedag per week op school. Hij of zij verdient dan een salaris.
Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs (hbo en wo)
"Duaal onderwijs" is een op werk gebaseerd leerprogramma voor het hoger onderwijs. De student heeft dagen met theorieles op school en verdient een salaris.
Er zijn ook veel opleidingen in het hoger beroepsonderwijs (hbo) die een – verplichte – stage omvatten, vaak met een vergoeding.
Ook universiteiten (wo) bieden soms stages in het kader van hun bachelor- en masteropleidingen. Het gaat dan vaak om niet-verplichte stages waarvoor de student mogelijk een vergoeding ontvangt.
Stages of leerwerkbanen buiten het onderwijsstelsel
Stages kunnen incidenteel buiten het onderwijsstelsel plaatsvinden. Voor dit type stages geldt dezelfde regel als voor de stages in het kader van een opleiding: leerdoelen staan centraal in de activiteiten van de stagiair op de werkplek, die dus begeleiding moet krijgen. Met andere woorden: de stagiair behoort niet tot het reguliere personeel. Vaak wordt een stagevergoeding gegeven, al is dat niet verplicht.
Wie komen in aanmerking
Onderdanen van landen in de Europese Economische Ruimte (EER) mogen studeren en werken in andere EER-landen. Voor niet-onderdanen van de EER of voor mensen die naar een niet-EER-land verhuizen gelden andere regels.
Aangezien leerwerkbanen doorgaans gekoppeld zijn aan het Nederlandse onderwijsstelsel gelden er bepaalde diplomavereisten. Mocht een evaluatie van je diploma noodzakelijk zijn, raadpleeg dan voor nadere informatie over de procedure de IDW-website: http://www.idw.nl. Sommige opleidingen stellen daarnaast als toelatingseis dat de student een specifiek examen aflegt of auditie doet. Het gaat hier om landelijke voorwaarden die kunnen worden opgevraagd bij de desbetreffende universiteit of (hoge)school.
Veel scholen en universiteiten hanteren ook nog andere toelatingseisen, zoals het beantwoorden van een vragenlijst, een gesprek of een "proefstudeerdag". Dit is afhankelijk van de opleiding of school die je hebt gekozen.
Tenslotte gelden er ook taaleisen voor onderdanen van een ander land die willen deelnemen aan het Nederlandse onderwijsstelsel.
- Wie een opleiding wil volgen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zal het Nederlands volledig moeten beheersen.
- In het hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) moet de student het Nederlands of het Engels beheersen, afhankelijk van de gekozen studie.
Ga voor nadere informatie over de toelatingseisen in het Nederlandse onderwijsstelsel naar:
Via de Nederlandse arbeidsvoorzieningsdienst is een Leerwerkloket ingericht voor burgers die het lastig vinden een keuze te maken of begeleiding nodig hebben bij het vinden van een geschikte leerwerkbaan. Link: https://www.leerwerkloket.nl/
Kwaliteitseisen aan een stage of leerwerkbaan
De centrale doelstelling is leren. Met andere woorden, de activiteiten op de werkplek zijn niet gericht op het maken van winst of op werk-gerelateerde doelen.
- Er wordt een opleidingsplan overeengekomen, waaraan heldere doelen en evaluatiemomenten zijn gekoppeld.
- Een leerwerkplek is een aanvullende functie met begeleiding op basis van een formele overeenkomst.
Vereisten ten aanzien van stageplaatsen/leerwerkbanen aan werkgevers
De wettelijke vereisten voor stages in het middelbaar beroepsonderwijs (BBL en BOL) worden opgesteld door het nationale expertisecentrum voor het onderwijs, de S-BB:
- Een onderneming mag pas onderwijs geven in het kader van de BOL of BBL als zij daarvoor gecertificeerd is.
- De activiteiten van de onderneming moeten aansluiten bij de inhoud van de opleiding.
- De onderneming zorgt voor goede begeleiding van de studenten.
- De onderwijsinstelling onderhoudt contact met de onderneming die de stages aanbiedt.
- Overige sectorspecifieke vereisten.
Hoger onderwijsstages ("duale leerweg", hbo en wo) worden zodanig opgezet dat theorie en praktijk elkaar steeds afwisselen. Meer informatie over de toelatingseisen is te vinden via de volgende links: wettelijk kader (Nederlands) en Nuffic (expertisecentrum voor het hbo en wo, informatie in het Nederlands en Engels).
De Nederlandse Onderwijsinspectie ziet erop toe dat onderwijsinstellingen en werkgevers aan deze eisen voldoen. Link: http://www.onderwijsinspectie.nl (Nederlands- en Engelstalig)
Incidenteel worden leerwerkbanen buiten het onderwijsstelsel aangeboden. Dat wil zeggen dat er sprake is van leren door te werken, zonder dat hier een kwalificatie aan is verbonden. Het is van belang goed te kijken naar de leerdoelen, de loopbaanperspectieven en of de werkzaamheden niet onder reguliere arbeid vallen op de werkplek. Bij twijfel, is het goed vooraf een arbeidsjurist te laten kijken naar de overeenkomst.
Woon- en arbeidsomstandigheden
Vergoeding of salaris?
Voor een leerwerkbaan/stage in het kader van een schoolopleiding ontvangt de student doorgaans een vergoeding van € 250,- tot € 350,- per maand. Die vergoeding is echter niet verplicht.
Studenten die stage lopen via een leerwerkbaan ontvangen een salaris. Dat salaris is gebaseerd op het minimumloon en wordt per sector vastgelegd via de collectieve arbeidsovereenkomst (cao).
In aanvulling daarop bieden sommige universiteiten/hogescholen of werkgevers voorzieningen of andere ondersteuning aan buitenlandse studenten, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting.
Voor pasafgestudeerden die door willen leren via het werk biedt de ‘Startersbeurs’ mogelijk een uitkomst. Deze vorm van subsidie stelt een net afgestudeerd persoon (MBO, HBO, WO-titel) van 18 tot 27 jaar in staat in een startersfunctie te beginnen en op basis van een 32-urige werkweek zes maanden lang werkervaring op te doen om zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Dit werkt zo: een starter kan zijn of haar eigen baan creëren door zelf een werkgever met een werkplek te vinden of hij of zij kan op de website www.startersbeurs.nu op een startersfunctie solliciteren. De startersbeurs wordt aangevraagd in de gemeente waar de werkzoekende is ingeschreven, dat is soms niet de gemeente waar de werkgever gevestigd is. Iedere maand ontvangt de starter van de werkgever via de gemeente een vergoeding van 700 EUR.
Een student uit een EER-land plus Zwitserland heeft geen verblijfsvergunning nodig om in Nederland te kunnen werken of studeren.
Belangrijke zaken die een stagiair zelf regelt
- Inschrijving bij een gemeente
- BSN (Burger Service Nummer)
- Vertaling en accreditering van documenten
- Zowel van buitenlandse diploma’s (nodig voor de opleiding) als van zaken zoals een huwelijkscertificaat (benodigd bij het inschrijven bij een gemeente).
- Verzekering op de leerwerkplek/stage
- Studenten worden door de onderwijsinstelling verzekerd. Bij een stage die plaatsvindt buiten het onderwijsstelsel moet de verzekering van de stagiair afzonderlijk worden geregeld door de werkgever.
- Een stagiair moet zijn of haar eigen ziektekostenverzekering regelen. Meer informatie hierover (in het Nederlands en het Engels) is te vinden op deze link en op de website van de Nuffic (www.nuffic.nl).
- Tijdens de studie is het mogelijk om te werken. Studenten met een nationaliteit van buiten de EER & Zwitserland hebben hier een werkvergunning voor nodig.
- De werkgever bepaalt de stagevergoeding. Een stage vergoeding is niet verplicht. Ondersteunend daaraan kan financiering worden aangevraagd bij de Targeted Mobility Schemes (TMS).
- Een stageplan wordt onder begeleiding van de opleiding/school in samenspraak met de werkgever gemaakt. Hierin staan de leerdoelen omschreven en de duur van de stage/leerwerkbaan.
Verschil tussen betaald werk (zoals een traineeship) en een leerwerkbaan of stage:
Juridisch gezien gelden activiteiten op de werkplek als reguliere arbeid als zij met het oog op productie worden verricht (in plaats van met een leerdoelstelling, zoals bij stages). In dat geval zijn het minimumloon en reguliere overeenkomsten van toepassing. Zie voor informatie over het minimumloon de volgende link (Engelstalig): www.government.nl > search minimum-wage
Op zoek naar mogelijkheden
Informatie en leerwerkplekken/stageplaatsen, voor alle soorten stages:
- www.werk.nl (Nederlandstalig, onder "stages" )
- www.lerenenwerken.nl (Nederlandstalig)
Leerwerkbanen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo):
- Stagemarkt (stageplaatsen): www.stagemarkt.nl (Nederlandstalig)
- S-BB (informatie): http://www.s-bb.nl/ (Nederlands- en Engelstalig)
Stages op bachelor- en masterniveau (hbo en wo)
- Voorlichting en Grantfinder van EP-Nuffic (Nederlands- en Engelstalig): www.nuffic.nl
- Voorlichting over Erasmus+ en stageplaatsen:
- https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus (Engelstalig) en
- www.wilweg.nl (Nederlands- en Engelstalig)
Commerciële websites met stageplaatsen (alle niveaus, Nederlandstalig)
Startersbeurs
Leerwerkbanen worden ook aangeboden op: www.startersbeurs.nu. Het gaat hier om leerwerkbanen voor pasafgestudeerden door willen leren via werk op basis van een vergoeding.
Overige informatie voor studenten
- Informatie van vakbond over stagevergoeding en stageovereenkomsten (Nederlandstalig): www.fnvjong.nl/stage
- Barometer voor vacatures op basis van onderwijs (Nederlandstalig): www.s-bb.nlGedragscode voor buitenlandse studenten (Nederlands- en Engelstalig): www.internationalstudy.nl
Financiering en ondersteuning
De Nederlandse overheid stelt studiefinanciering ter beschikking aan studenten die jonger zijn dan 30 jaar en de Nederlandse nationaliteit bezitten of onderdanen zijn van een EER-land en ten minste vijf jaar zijn ingeschreven als woonachtig in Nederland. Hetzelfde geldt voor onderdanen van een EER-land die ten minste 56 uur per maand in Nederland werken. Ook EER-studenten die een partnerschap hebben met een onderdaan van een EER-land of die een ouder hebben die in Nederland werkt, komen mogelijk in aanmerking voor financiering. De ouder of partner van die student moet in dat geval wel onderdaan zijn van een ander EER-land dan Nederland. Ga voor meer informatie naar www.duo.nl/particulieren/international-student of bezoek een servicekantoor (zie website).
Daarnaast zijn er verschillende portalen waar buitenlandse studenten informatie kunnen vinden over studietoelagen en beurzen, zoals: www.studyin.nl, www.grantfinder.nl en www.scholarshipportal.eu
Voor informatie over de kosten van verhuizing van het ene EER-land naar het andere en overige ondersteuning (ook m.b.t. stages): EURES portal > EURES Targeted Mobility Scheme (TMS)
Op de website ‘Study in Holland’ kunnen studenten uit andere landen van de EER plus Zwitserland veel informatie vinden voor studenten uit de EER pus Zwitserland.
Voor afgestudeerden die moeite hebben om werk te vinden en/of verder willen leren, is een Startersbeurs mogelijk interessant. Ruim 40% van de gemeenten in Nederland werkt mee aan Startersbeurs en ontvangt hiervoor een ESF bijdrage. . Een onderdaan van de EER en Zwitserland kan een startersbeurs aanvragen als hij of zij 18 tot 27 jaar oud is, geregistreerd staat in een Nederlandse gemeente en een BSN (Burgerservicenummer) toegewezen heeft gekregen. Link: www.startersbeurs.nu (in het Nederlands).
In geval van klachten of misbruik van rechten heeft de Nederlandse vakbond FNV-Jong een site geopend waar je misstanden kunt melden: www.fnvjong.nl/stagemisbruik
Vacatures plaatsen
Stages kunnen op de eigen website van een organisatie worden gepubliceerd of via specifieke websites zoals: www.traineeshipplaza.nl of www.traineeshipsoverzicht.nl.
Startersfuncties kunnen ook worden aangeboden op: www.startersbeurs.nu
Financiering en ondersteuning
Informatie over het Nederlandse onderwijsstelsel:www.euroguidance.nl
Studiefinanciering van de Nederlandse overheid: www.duo.nl
Wetgeving omtrent collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's): www.answersforbusiness.nl/regulation/cao
Voor verhuiskosten en andere vormen van ondersteuning (ook i.v.m. stages): EURES portal > EURES Targeted Mobility Scheme (TMS)
Vrij verkeer van goederen is een van de hoekstenen van de Europese interne markt.
Het wegnemen van nationale belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen binnen de EU is een van de beginselen die zijn vastgelegd in de EU-verdragen. De EU-landen kenden een traditie van protectionisme, maar hebben geleidelijk aan beperkingen opgeheven om een ‘gemeenschappelijke’ of interne markt te creëren. Deze inspanningen om een Europese handelszone zonder grenzen tot stand te brengen hebben meer welvaart en nieuwe banen opgeleverd, en heeft de EU wereldwijd op de kaart gezet als mondiale handelspartner naast de Verenigde Staten en Japan.
Ondanks de inspanningen van Europa om alle interne handelsbarrières op te heffen, zijn niet alle economische sectoren geharmoniseerd. De Europese Unie heeft echter besloten om op Europees niveau sectoren te reguleren die een verhoogd risico voor de Europese burgers met zich mee kunnen brengen, zoals farmaceutische of bouwproducten. De meeste producten (die als ‘minder risicovol’ worden beschouwd) vallen onder het zogeheten beginsel van wederzijdse erkenning. Dit betekent dat in principe elk product dat legaal in een van de lidstaten wordt geproduceerd of op de markt wordt gebracht, binnen de grenzen van de interne markt van de EU vrij mag worden vervoerd en verhandeld.
Grenzen aan het vrije verkeer van goederen
Het EU-Verdrag geeft lidstaten het recht om grenzen te stellen aan het vrije verkeer van goederen wanneer sprake is van een specifiek algemeen belang, zoals bescherming van het milieu, de volksgezondheid of de openbare orde, om slechts enkele voorbeelden te noemen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de nationale overheid van een lidstaat de markttoegang van een product kan verhinderen of beperken, wanneer zij van mening is dat de invoer ervan een mogelijke bedreiging oplevert voor de volksgezondheid, de goede zeden of de openbare orde. Voorbeelden hiervan zijn genetisch gemodificeerd voedsel of bepaalde energy drinks.
Hoewel de aanschaf van goederen voor eigen gebruik in een andere lidstaat in principe niet aan banden wordt gelegd, gelden er Europese beperkingen voor specifieke productcategorieën zoals alcohol en tabak.
Vrij verkeer van kapitaal
Een andere essentiële voorwaarde voor het functioneren van de interne markt is het vrije verkeer van kapitaal. Het vrije kapitaalverkeer is een van de vier door de EU-wetgeving gegarandeerde fundamentele vrijheden, die aan de basis ligt van de integratie van de Europese financiële markten. Europeanen kunnen hun geld nu in elke EU-lidstaat beheren en beleggen.
De liberalisering van de kapitaalmarkten was een cruciaal moment in het proces van economische en monetaire eenwording van de EU. Het was de eerste stap op weg naar de oprichting van de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) en de gemeenschappelijke munt, de euro.
Voordeel
Het beginsel van vrij verkeer van kapitaal verhoogt niet alleen de efficiency van de financiële markten binnen de Unie, maar brengt ook een aantal voordelen met zich mee voor EU-burgers. Zij kunnen binnen de EU namelijk een groot aantal financiële transacties uitvoeren zonder daarbij noemenswaardige belemmeringen te ondervinden. Zo kunnen particulieren vrijwel ongehinderd door beperkingen
- gemakkelijk een bankrekening openen,
- aandelen kopen,
- beleggen, of
- onroerend goed kopen
in een andere lidstaat. EU-ondernemingen kunnen investeren in andere Europese ondernemingen of deze overnemen en beheren.
Uitzonderingen
Zowel binnen de lidstaten als in het verkeer met derde landen gelden bepaalde uitzonderingen op dit beginsel. Deze uitzonderingen gelden voornamelijk in verband met belastingen, bedrijfseconomisch toezicht, de openbare orde, het witwassen van geld en financiële sancties die zijn overeengekomen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid van de EU.
De Europese Commissie werkt nog steeds aan de voltooiing van de vrije markt voor financiële diensten en gebruikt hiervoor nieuwe strategieën voor financiële integratie. Dit maakt het voor burgers en bedrijven nog gemakkelijker om hun geld binnen de EU te beheren.
Het vinden van woonruimte in Nederland is niet altijd eenvoudig. Vooral in de Randstad (het gebied tussen de grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) is het moeilijk om betaalbare woonruimte te vinden. Ook in universiteitssteden zoals Leiden, Groningen en Maastricht is het vinden van (betaalbare) woonruimte lastig; zowel als het gaat om het kopen als om het huren van een woning. Er is sprake van veel vraag naar woonruimte en een afnemend betaalbaar woningaanbod.
Huren:
Het huren van woonruimte is algemeen voorkomend.
U kunt het zoeken van een huurwoning starten door met de gemeente contact op te nemen en te vragen naar informatie voor woningzoekenden. De gemeente kan vertellen welke gemeentelijke regels van toepassing zijn en hoe u de woningcorporaties kunt bereiken. Bij de woningcorporaties kunt u zich inschrijven voor een huurwoning.
De huurprijs van een woonruimte bestaat meestal uit twee delen. Een deel is voor het huren van de woonruimte en wordt de kale huurprijs genoemd. Het andere deel gaat over de servicekosten. Bij iedere woonruimte hoort een maximaal toegestane huurprijs. De maximale huurprijs wordt met behulp van een puntensysteem (op basis van een woning waardering stelsel) bepaald. In Nederland kennen we de vrije sector (o.m. makelaars) en de sociale huurwoningen (Woningcorporaties). In de Randstad (= vier grootste steden van Nederland) liggen de huren in de vrije sector ruim boven die van de overige regio’s en vaak exclusief service kosten, waaronder gas, water en licht.
Buiten de Randstad moet rekening gehouden worden met in zijn algemeenheid lagere prijzen exclusief service kosten (gas, water en licht). Afhankelijk van onder meer het type (appartement, eengezinswoning) en de omvang van de woning (aantal m2).
Voor woningcorporaties geldt de maximale huurprijsnorm. Dit is het percentage waarmee de gemiddelde huurprijs gerekend over alle woningen van een betreffende corporatie per 1 juli mag stijgen. De maximale huurprijsnorm wordt ook bepaald door het inflatiepercentage van het voorgaande jaar.
Servicekosten zijn kosten die de huurder op grond van de huurovereenkomst boven op de (kale) huurprijs betaalt. Veel huurders betalen maandelijks een voorschot op deze servicekosten. Voor dat geld levert de verhuurder bepaalde diensten, die in het huurcontract zijn opgenomen. Hij betaalt bijvoorbeeld voor gas, water en elektriciteit of voor het schoonhouden van gemeenschappelijke ruimten zoals het trappenhuis. De verhuurder is verplicht om jaarlijks een overzicht van de gemaakte servicekosten te verstrekken. Met dit jaarlijkse overzicht kan worden vastgesteld welke servicekosten voor rekening van de huurder komen. Vervolgens kunnen deze kosten worden verrekend met de betaalde voorschotten.
Kopen:
Voor het zoeken van een koopwoning kunt u zich oriënteren op de sites van makelaarskantoren, advertenties in de krant en door zelf bij makelaarskantoren langs te gaan.
Informatie met betrekking tot hypotheken kan worden verkregen bij bankinstellingen, andere hypotheekverstrekkers en hypotheekadviseurs. Veelal hebben de hypotheken een looptijd van 30 jaar, maar andere afspraken daarover zijn mogelijk.
Over de betaalde rente op een woninghypotheek is jaarlijks korting mogelijk op het bedrag dat aan belastingen verschuldigd is. Wanneer een woning gekocht wordt, dient er 2% overdrachtsbelasting betaald te worden; tenzij het een nieuwe woning betreft.
De gemiddelde prijs van een koopwoning lag in januari 2023 boven de € 410.000 In Oost Groningen en in Limburg zijn de prijzen gemiddeld genomen het laagst. In het midden en westen van Nederland zijn de prijzen beduidend hoger.
Tenslotte de appartementen; landelijk ligt de gemiddelde prijs op € 295.000,- maar deze is door de schaarste al geruime tijd oplopend.
De voortdurend in krapte toenemende woningmarkt, de aantrekkende economie Alhoewel er sprake is van krapte op de woningmarkt zijn de prijzen van koopwoningen in 2022 met 6.4% gedaald.. De genoemde prijzen zijn slechts indicatief en kunnen van plaats tot plaats en afhankelijk van het woning type afwijken. Door en na de Corona pandemie zijn de Nederlanders meer (blijvend) thuis gaan werken. Deze trend zal zich naar verwachting ook doorzetten als de beperkende maatregelen voorbij zullen zijn. De verwachting is dat mensen daardoor ook meer buiten de grote steden gaan wonen, waardoor ook in die gebieden de prijzen voor een woning zullen gaan stijgen)
Links:
Titel/naam | URL |
VBO Estate agents | |
Rijksoverheid Nederland | |
Funda | |
Estate agents | |
NVM makelaar |
Op de website van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vindt u informatie over het Nederlandse onderwijssysteem, met betrekking tot de structuur van het stelsel, de financiering, het bewaken van de kwaliteit en de plaats die het onderwijs in neemt binnen de kennissamenleving.
Via de website van Kennisnet vindt u de zogenaamde 'scholenlijsten', genoemd onder de informatie voor ‘ouders’. Dit zijn lijsten die voor iedereen toegankelijk zijn en waarop grote verzamelingen scholen (met hun website) vermeld worden. www.kennisnet.nl
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | |
Kennisnet | |
Voortgezet/Hoge/Universitair Onderwijs: | |
Beroepsvormend onderwijs |
Het vrije verkeer van personen is een van de hoekstenen van de Europese eenwording. Er is een aantal praktische regels voor ingevoerd, om ervoor te zorgen dat burgers in alle vrijheid en gemakkelijk naar een andere lidstaat van de Europese Unie kunnen reizen. Zo is het veel minder ingewikkeld geworden om met de auto door de EU te reizen. De Europese Commissie heeft een aantal gemeenschappelijke regels vastgelegd voor de wederzijdse erkenning van rijbewijzen, de geldigheid van autoverzekeringen en de mogelijkheid om een auto in te schrijven in een gastland.
Uw rijbewijs in de EU
De EU heeft een geharmoniseerd rijbewijsmodel en verdere minimumeisen voor het verkrijgen van een rijbewijs ingevoerd. Dit moet ertoe bijdragen onveilige bestuurders van de Europese wegen te houden – ongeacht waar zij hun rijexamen afleggen.
Sinds 19 januari 2013 zien alle door de EU-lidstaten afgegeven rijbewijzen er hetzelfde uit. De rijbewijzen worden gedrukt op een stuk plastic dat de grootte en vorm van een creditcard heeft.
Er zijn geharmoniseerde administratieve geldigheidsperioden voor het rijbewijsdocument ingevoerd, die voor motorfietsen en personenauto’s tussen de 10 tot 15 jaar liggen. Hierdoor kunnen de autoriteiten het rijbewijsdocument regelmatig bijwerken met nieuwe beveiligingsfuncties die het moeilijker maken om rijbewijzen te vervalsen of te manipuleren – zodat bestuurders die geen rijbevoegdheid hebben of aan wie die bevoegdheid is ontzegd, het niet alleen in eigen land maar ook elders in de EU moeilijker zullen hebben om de autoriteiten om de tuin te leiden.
Het nieuwe Europese rijbewijs beschermt ook kwetsbare weggebruikers doordat het voorziet in geleidelijke toegang voor motorfietsen en andere gemotoriseerde tweewielers. Dit stapsgewijze systeem houdt in dat rijders eerst ervaring moeten opdoen met een minder krachtige fiets voordat ze op grotere machines mogen overstappen. Bromfietsen zullen ook een aparte categorie vormen, genaamd AM.
U moet een rijbewijs aanvragen in het land waar u gewoonlijk of geregeld verblijft. Doorgaans is dat het land waar u vanwege persoonlijke of werkgerelateerde banden minimaal 185 dagen per kalenderjaar woont.
Als u persoonlijke/werkgerelateerde banden heeft in twee of meer EU-lidstaten, is uw gewone verblijfplaats de plaats waar u persoonlijke banden heeft, zolang u maar regelmatig teruggaat. Aan deze laatste voorwaarde hoeft u niet te voldoen als u voor bepaalde tijd in een EU-land woont om een taak uit te voeren.
Als u naar een ander EU-land verhuist om aan een hogeschool of universiteit te studeren, verandert uw gewone verblijfplaats niet. U kunt in uw gastland wel een rijbewijs aanvragen als u kunt aantonen dat u daar al minimaal 6 maanden hebt gestudeerd.
Uw auto registreren in het gastland
Verhuist u definitief naar een ander EU-land en neemt u uw auto mee, dan moet u die in uw nieuwe land inschrijven en daar de bijbehorende belasting betalen.
Er zijn geen gemeenschappelijke EU-regels voor voertuigregistratie en -belastingen. In sommige landen hoeft u geen belasting te betalen voor de inschrijving van uw auto als u definitief verhuist.
Om voor zo'n vrijstelling in aanmerking te komen, moet u nagaan welke voorwaarden en termijnen er gelden in het land waar u heengaat.
Bekijk de regels van de nationale instanties: https://europa.eu/youreurope/citizens/vehicles/registration/registration-abroad/index_nl.htm.
Autoverzekering
EU-burgers kunnen hun auto in elke EU-lidstaat laten verzekeren, voor zover de betrokken verzekeringsmaatschappij beschikt over een vergunning van de nationale overheid van dat land om de hiertoe noodzakelijke polissen te verstrekken. Een maatschappij die is gevestigd in een andere lidstaat mag uitsluitend een verplichte polis voor wettelijke aansprakelijkheid verkopen wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De verzekering is overal binnen de Unie geldig, ongeacht de plaats van een eventueel ongeval.
Belastingen
Belasting over de toegevoegde waarde of btw op motorvoertuigen wordt over het algemeen betaald in het land waar de auto wordt aangeschaft, hoewel de btw in bepaalde omstandigheden wordt afgedragen in het land van bestemming.
Meer informatie over de regels die gelden wanneer u een voertuig wilt inschrijven in een andere EU-lidstaat dan de lidstaat van aanschaf, vindt u onder deze link: https://europa.eu/youreurope/citizens/vehicles/registration/taxes-abroad/index_nl.htm.
Bent u een onderdaan van een van de lidstaten van de EU / EER of Zwitserland en u wilt naar Nederland komen, dan geldt voor u de volgende procedure:
- inschrijving bij de gemeente in Nederland, waarin u woonachtig bent
- Indien u korter wilt verblijven dan 4 maanden of wanneer u een Burger Servicenummer nodig heeft, dan kunt u een telefonische afspraak maken met een van de volgende gemeenten voor inschrijving Registratie Niet-ingezetenen (RNI) ;
- https://almanak.overheid.nl/categorie/2/Gemeenten_A-Z/
Voor verblijf heeft u in ieder geval nodig:
- een geldig paspoort of ander geldig reisdocument
- voldoende middelen van bestaan
- een bewijs van ziektekostenverzekering (zie hoofdstuk 4.6 m.b.t. de ziektekostenverzekering)
De volgende verblijfsdoelen worden gezien als verblijf op grond van het EG-verdrag:
- Werken
- Studie
- Economisch niet actief
- Verblijf als familielid van een burger van de Europese Unie
Ook als u geen verblijfsdocument nodig heeft (verblijf < 3 maanden), kan het toch handig zijn om wel een verklaring van inschrijving van de Immigratie- en Naturalisatiedienst/IND te hebben. Instanties als de belastingdienst en banken kunnen ernaar vragen.
Links:
Titel/naam | URL |
Gemeentelijst | |
Immigratie- en naturalisaties dienst/IND |
Voordat u naar uw nieuwe woonland vertrekt zorgt u voor:
- (Tijdelijke) huisvesting
- Voldoende financiële middelen voor de eerste maand
- De juiste documenten:
- Geldig EU-paspoort /Identiteitskaart
- Een European Health Insurance Card
- Bij Detachering een A1 formulier
- Algemene kennis over uw nieuwe woonland
- Unemployment benefit (PDU1/PDU2):
PDU2 form
If you receive an unemployment benefit in your country of origin and you wish to maintain your entitlement to this benefit for a maximum of 3 months while looking for a job in The Netherlands, ask the institution paying your employment benefit to issue a PD U2 form before coming to the Netherlands. You must register with the Public Employment Services (UWV) in The Netherlands, within 7 days of the date you are granted the export of your unemployment benefit. More info: Unemployment benefit | werk.nl
PDU1 form
If you are working in the Netherlands and become unemployed, you may be able to get a Dutch unemployment benefit. If you are applying for a Dutch unemployment benefit and you have worked in the Netherlands as well as in the EU/EEA or Switzerland, you might need a PD U1 form issued in your country of origin. The best moment asking to issue a PD U1 form is before coming to the Netherlands. More info: Unemployment benefit (uwv.nl) and Unemployment benefit | werk.nl
Zodra u in Nederland aankomt:
- Registreert u zich bij de gemeente waarin u gaat wonen
- Vraagt u een Burger Service Nummer (BSN) aan bij de gemeente.
- Opent u een bankrekening
- Meldt u zich, in geval u uw uitkering exporteert, bij UWV.
Grenspendelaar
Woont u in Duitsland of België en werkt u dagelijks in Nederland of omgekeerd, dan heeft u, in tegenstelling tot iemand die emigreert, te maken met de wet- en regelgeving in twee landen. Meer informatie over grensarbeid en de gevolgen voor o.a. uw sociale zekerheid, belastingplicht en pensioen, kunt u onder meer vinden bij de Grensinfopunten (Gip’s) http://www.grensinfo.nl/gip/nl/.
Daarnaast kunt u terecht bij de (Cross Border) EURES-adviseurs bij de Agentur fur Arbeit of de ZAV (Duitsland), de VDAB, Le Forem of Actiris (België) of UWV (Nederland).
Links:
Titel/naam | URL | |
Wonen en werken in Nederland > search for ministry of social affairs and employment > brochure ‘new-in the Netherlands’ | ||
Werken en wonen in Nederland (film) | https://youtu.be/egWS0P6eCoM?list=PL3rKw_q_0ATlfTXm7FG13uJ8OMFCafPk_ | |
Grenspendelaars NL/B/D | ||
EURES Crossborder Scheldemond NL/B |
Kwaliteit van werk en werkgelegenheid - een cruciaal thema, met een sterke impact op mens en economie
Goede arbeidsomstandigheden zijn belangrijk voor het welzijn van Europese werknemers. Ze bevorderen namelijk
- het fysieke en psychologische welzijn van de Europeanen, en
- de economische prestaties van de EU.
Vanuit de mens bezien heeft de kwaliteit van de werkomgeving een grote invloed op de algemene tevredenheid van de Europese werknemers over hun werk en leven.
Vanuit economisch oogpunt zijn kwalitatief hoogstaande arbeidsomstandigheden een drijvende kracht achter de economische groei en van fundamenteel belang voor de concurrentiepositie van de Europese Unie. Een hoge mate van arbeidssatisfactie is een belangrijke factor bij de verwezenlijking van een Europese economie met een hoge productiviteit.
Het is dan ook een kerntaak van de Europese Unie om het creëren en onderhouden van een duurzame en aangename werkomgeving te bevorderen. Hiermee bedoelen we een werkplek die bevorderlijk is voor de gezondheid en het welzijn van Europese werknemers en een goed evenwicht tussen werk en vrije tijd waarborgt.
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in Europa: een belangrijke doelstelling van de Europese Unie.
Het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden voor Europese burgers is een prioriteit voor de EU. De Europese Unie werkt dan ook samen met nationale regeringen om een aangename en veilige werkomgeving te garanderen. De lidstaten worden ondersteund via:
- uitwisseling van ervaringen tussen verschillende landen en gemeenschappelijke activiteiten
- vaststelling van minimumeisen voor arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk, die overal in de Europese Unie moeten worden toegepast.
Criteria voor de kwaliteit van werk en werkgelegenheid
Voor het creëren van duurzame arbeidsomstandigheden moeten de belangrijkste kenmerken van een aangename werkomgeving en dus de criteria voor de kwaliteit van die omstandigheden in kaart worden gebracht.
De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) in Dublin is een EU- agentschap dat informatie, advies en expertise biedt op het vlak van levens- en arbeidsomstandigheden. Dit agentschap heeft een aantal criteria vastgelegd voor de kwaliteit van werk en werkgelegenheid:
- gezondheid en welzijn op het werk – dit is een cruciaal criterium, want goede arbeidsomstandigheden impliceren dat gezondheidsproblemen op het werk worden voorkomen, zodat men minder wordt blootgesteld aan risico’s en het werk beter wordt georganiseerd
- evenwicht tussen het werk en het leven daarbuiten – burgers moeten de kans krijgen om een evenwicht te vinden tussen de tijd die ze besteden aan werk en aan ontspanning en vrije tijd
- het ontwikkelen van vaardigheden – een kwaliteitsbaan is een baan die opleidings- en groeimogelijkheden en carrièrekansen biedt.
De activiteiten van Eurofound zullen bijdragen tot verwezenlijking van betere levens- en arbeidsomstandigheden in Europa.
Gezondheid en veiligheid op het werk
De Europese Commissie heeft een breed scala aan activiteiten ondernomen ter bevordering van een gezonde werkomgeving in de EU-lidstaten. Zo heeft zij onder meer een strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk ontwikkeld voor de periode 2021-2027. Deze strategie is ontwikkeld in samenwerking met nationale overheden, sociale partners en NGO’s en speelt op het gebied van werknemersbescherming in op de veranderende behoeften die zich voordoen als gevolg van de digitale en groene transitie, nieuwe vormen van werk en de COVID-19-pandemie. Tegelijkertijd zal het kader aandacht blijven besteden aan traditionele risico’s voor veiligheid en gezondheid op het werk, zoals risico’s van arbeidsongevallen of blootstelling aan gevaarlijke chemicaliën.
Het EU-beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk is gericht op een duurzame verbetering van het welzijn van de werknemers in de EU. In het beleid wordt rekening gehouden met de fysieke, morele en sociale dimensies van arbeidsomstandigheden. Daarnaast is er ook oog voor de nieuwe uitdagingen waarvoor de uitbreiding van de Europese Unie met Midden- en Oost-Europese landen ons stelt. De invoering van EU-normen voor gezondheid en veiligheid op het werk heeft de situatie van de werknemers in deze landen in hoge mate verbeterd.
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden via minimumeisen voor alle EU-landen
Het verbeteren van de levens- en arbeidsomstandigheden in de EU-lidstaten staat of valt met de invoering van gemeenschappelijke arbeidsnormen. In de arbeidswet- en regelgeving van de EU zijn minimumeisen voor een duurzame werkomgeving vastgelegd, die inmiddels in alle lidstaten worden toegepast. De verbetering van deze normen heeft de werknemers meer rechten gegeven en is een van de belangrijkste resultaten van het sociale beleid van de EU.
Het belang van transparantie – wederzijdse erkenning van diploma’s als cruciale aanvulling op het vrije verkeer van werknemers
Wanneer iemand in een ander EU-land wil gaan werken, kan de erkenning van zijn kwalificaties en vaardigheden hierbij een doorslaggevende rol spelen. Er moet dan ook een Europees systeem worden ontwikkeld dat de wederzijdse erkenning van beroepscompetenties in verschillende lidstaten garandeert. Alleen met een dergelijk systeem kan worden voorkomen dat een gebrek aan erkenning van beroepskwalificaties een belemmering vormt voor de mobiliteit van werknemers binnen de EU.
Hoofdbeginselen voor de erkenning van beroepskwalificaties binnen de EU
Het grondbeginsel is dat een EU-burger de mogelijkheid moet hebben om in elke lidstaat zijn beroep vrij uit te oefenen. Helaas wordt de praktische toepassing van dit beginsel in het gastland vaak belemmerd door nationale regels voor toegang tot bepaalde beroepen.
Om deze verschillen te ondervangen heeft de EU een systeem opgezet voor de erkenning van beroepskwalificaties. In dit systeem wordt een onderscheid gemaakt tussen gereguleerde beroepen (beroepen waarvoor bepaalde wettelijke vereisten gelden) en niet-gereguleerde beroepen in de gastlanden.
Stappen naar transparante kwalificaties in Europa
De Europese Unie heeft belangrijke stappen gezet om te komen tot transparante kwalificaties in Europa:
- sterkere samenwerking op het vlak van beroepsopleidingen, met de bedoeling om alle instrumenten voor transparante diploma’s en certificaten samen te brengen in één gebruiksvriendelijke tool. Voorbeelden zijn het Europese cv of de Europass-opleidingen.
- Het ontwikkelen van concrete activiteiten op het vlak van erkenning en kwaliteit van beroepsopleidingen.
Het ondervangen van de verschillen in onderwijs en opleiding binnen de EU
Onderwijs- en opleidingsstelsels in de EU-lidstaten vertonen nog steeds grote verschillen. Met de laatste uitbreidingen van de EU is deze diversiteit alleen maar toegenomen, vanwege de verschillende onderwijstradities. Dit vraagt om het opstellen van gemeenschappelijke regels om de erkenning van competenties te garanderen.
Om het hoofd te bieden aan deze diversiteit van nationale kwalificatienormen, onderwijsmethoden en opleidingsstructuren heeft de Europese Commissie een aantal instrumenten aangedragen om voor meer transparantie en eenvoudigere erkenning van zowel academische als beroepsdiploma’s te zorgen.
Het Europees kwalificatiekader is een hoofdprioriteit van de Europese Commissie bij de erkenning van beroepscompetenties. De hoofddoelstelling van dit kader is het leggen van verbanden tussen de verschillende nationale kwalificatiestelsels en het garanderen van een soepele transfer en erkenning van diploma’s.
Op initiatief van de Europese Commissie is in 1984 een netwerk van nationale informatiecentra voor academische erkenning opgericht. De NARIC’s geven advies over de academische erkenning van studieperioden in het buitenland. De NARIC’s spelen in alle EU-lidstaten en in de landen van de Europese Economische Ruimte een belangrijke rol bij de erkenning van kwalificaties in de EU.
Het Europees systeem voor de overdracht van studiepunten heeft tot doel de erkenning van studietijdvakken in het buitenland te vergemakkelijken. Het in 1989 ingevoerde systeem is gebaseerd op de beschrijving van onderwijsprogramma’s en de toekenning van studiepunten aan de diverse programmaonderdelen. Het vormt een belangrijke aanvulling op Erasmus, het veelgeprezen programma voor studentenmobiliteit.
Europass is een instrument om de transparantie van professionele vaardigheden te waarborgen. Het bestaat uit vijf gestandaardiseerde documenten:
- een cv (curriculum vitae),
- een tool voor het schrijven van sollicitatiebrieven,
- certificaatsupplementen,
- diplomasupplementen, en
- een Europass-mobiliteitsdocument.
Het Europass-systeem maakt vaardigheden en kwalificaties overal in Europa duidelijk en begrijpelijk. In elk land van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte zijn nationale Europass-centra opgericht, die als de voornaamste contactpunten fungeren voor mensen die informatie zoeken over het Europass-systeem.
De laatste jaren is er een sterke groei geweest in het gebruik van flexibele arbeidsovereenkomsten (‘flexwerkers’). Een toenemend aantal werknemers heeft een tijdelijk contract, een uitzendbaan of een oproepcontract. Tijdelijke arbeid is een geaccepteerd fenomeen en een goede manier om werkervaring op te doen. Werkervaring wordt in Nederland heel belangrijk gevonden.
Er is speciale wetgeving voor flexibele arbeidsovereenkomsten: Wet arbeidsmarkt in balans (WAB): Werknemers met een vast contract hebben vaak betere arbeidsvoorwaarden en meer rechten dan flexibele werknemers. De Nederlandse overheid wil de kloof tussen vaste contracten en flexibele contracten kleiner maken. Daarom hebben oproepkrachten en payrollwerknemers meer zekerheid gekregen. Ook is het voor werkgevers nu aantrekkelijker om een vast contract aan te bieden.
Naast deze vormen van overeenkomsten zijn er ook mogelijkheden om een leerwerkovereenkomst af te sluiten.
Binnen al deze verschillende typen arbeidsovereenkomsten werken veel werknemers in deeltijd.
Andere vormen van arbeid zijn het werk van de zelfstandigen met of zonder personeel (ZZP’ers, zie hoofdstuk 3.6 Zelfstandig ondernemerschap) en vrijwilligerswerk.
Een speciale categorie wordt gevormd door Straatartiesten.
Straatartiesten zijn mensen die een prestatie leveren op het gebied van:
- muziek,
- theater,
- pantomime,
- circus,
- portrettekenen.
Als straatartiest heeft u geen werkvergunning nodig om de met dit beroep verbonden activiteiten te ontplooien.
Bij een kortstondig verblijf in Nederland hoeven EU-onderdanen geen verblijfsvergunning te hebben. U dient zich wel te allen tijde te kunnen legitimeren doormiddel van een geldig EU-paspoort, EU-identiteitskaart of EU-rijbewijs.
U moet over voldoende geld beschikken om in uw levensonderhoud te kunnen voorzien. U dient ook verzekerd te zijn tegen ongevallen en ziektekosten. Informeer bij de gemeente, waar u wilt werken, of tegen betaling van een vergoeding een vergunning noodzakelijk is. De gemeente kan regels stellen, informeer hiernaar wanneer u een vergunning aanvraagt.
De gemeente heeft uw verblijfadres nodig. Zorg dus voor huisvesting voordat u zich bij de gemeente meldt.
Let op. Ook straatartiesten zijn in Nederland belastingplichtig.
Elke straatartiest dient zijn inkomsten uit straatactiviteiten voor de inkomstenbelasting op te geven.
Vrijwilligerswerk:
Het verrichten van onbetaald werk in georganiseerd verband bij:
- verzorgingshuizen,
- scholen
- culturele instellingen.
Voor de rechtspositie van vrijwilligers is echter weinig geregeld. Als vrijwilliger bent u afhankelijk van de afspraken met de organisatie waar u werkt.
Seizoenswerk
Wordt onder verstaan werknemers die tijdens een bepaalde periode extra werk doen. Aan het einde van een seizoen eindigt het werk automatisch. Seizoenswerk komt veel voor in de agrarische sector, de horeca en de toeristische sector. Het gaat om werkzaamheden die door klimatologische of natuurlijke omstandigheden seizoensgebonden zijn en die maximaal negen maanden per jaar kunnen worden verricht. Vakantiewerkers worden ook beschouwd als seizoenarbeiders, met als verschil dat het bij vakantiekrachten veelal om studenten en scholieren gaat.
Wet- en regelgeving
U kunt met een geldig paspoort/ID kaart aantonen, afgegeven door een EU/EER-lidstaat of Zwitserland, dat u in Nederland mag verblijven en (seizoens)werken.
Er is geen verplichting om seizoenskrachten een vast aantal uren aan te bieden.
Indien er sprake is van een CAO moet omschreven zijn welke regels gelden voor seizoenswerkers, en voor welke functies dit geldt. Voor seizoensarbeid in de agrarische sector dient de werkgever huisvesting aan te bieden die voldoet aan de normen van flexwonen (SNF keurmerk).
Contract
Seizoensarbeid is een variant op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Het is dus een normale arbeidsovereenkomst waar de regels uit het arbeidsrecht volledig van op toepassing zijn. Een seizoencontract eindigt automatisch op de afgesproken datum, na afloop van het seizoen of bij het intreden van de bepaalde gebeurtenis. Er geldt geen arbeidsovereenkomst voor de resterende periode van het jaar.
In Nederland zijn er wettelijke regels over werktijden. Die gelden voor iedereen. De werkgever moet de seizoenarbeiders minstens het wettelijk minimumloon uitbetalen. Werkt u meer dan in uw contract staat dan is dat overwerk. Meestal krijgt u meer loon voor overwerk. Doorbetaling bij ziekte: tot maximaal het einde van het bepaalde contract. Vraag de werkgever ook of het contract bij voorkeur in uw eigen taal of een taal die algemeen gangbaar is kan worden opgesteld.
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid |
Straattheater | |
Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk – NOV | |
Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) > onderwerpen > arbeidsovereenkomst en cao | |
CAO Uitzendorganisatie – ABU | |
CAO Uitzendorganisatie – NBBU | |
Korte video over flexwerken | |
Werken en leven in Nederland | |
Seizoenswerk in Land en Tuinbouwsector | |
Independent NGO Fairwork | |
Stichting Normering Flexwonen (SNF keurmerk) | |
Rijksoverheid > coronamaatregelen |
In Nederland is een mondelinge arbeidsovereenkomst rechtsgeldig, we raden u echter aan om de belangrijkste afspraken schriftelijk vast te laten leggen.
In Nederland zijn twee vormen van schriftelijke arbeidsovereenkomsten heel gebruikelijk te weten:
- een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
- een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Het belangrijkste verschil wordt gevormd door de duur van het contract. Het is gebruikelijk dat veel dienstverbanden met een tijdelijk contract (voor een jaar of een half jaar) beginnen.
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Deze overeenkomst loopt door zolang geen van de partijen haar beëindigt. Voor het beëindigen gelden bepaalde regels, zoals het in acht nemen van een opzegtermijn.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Deze arbeidsovereenkomst kent een einddatum; is bijvoorbeeld voor vijf maanden of voor de duur van een bepaald (nauwkeurig omschreven) project aangegaan.
Tijdelijke contracten kunnen onder voorwaarden worden verlengd.
De volgende afspraken moet u in ieder geval op schrift laten stellen:
- de naam en woonplaats van u en uw werkgever;
- de plaats of plaatsen waar u werkt;
- uw functie of het soort werk dat u doet;
- de datum van indiensttreding;
- de duur van het contract (bij een tijdelijk contract);
- hoeveel uur u werkt (per dag of per week);
- de hoogte van uw salaris en wanneer dit wordt uitbetaald;
- (eventueel) de lengte van uw proeftijd;
- de hoogte van de vakantietoeslag (U heeft recht op vakantiegeld van minimaal 8% van uw bruto jaarsalaris van het afgelopen jaar).;
- het aantal vakantiedagen;
- de duur van de opzegtermijn;
- (eventueel) uw pensioenregeling;
- (eventueel) uw concurrentiebeding;
- uw collectieve arbeidsovereenkomst (cao) als die van toepassing is.
Wanneer er een CAO van toepassing is kan daar, met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden, naar worden verwezen. Een CAO is een Collectieve Arbeidsovereenkomst, dit is een overeenkomst tussen werkgevers en werknemersorganisaties met een wettelijke basis.
Uw werkgever moet de gegevens binnen een maand na aanvang van de werkzaamheden verstrekken. Vraag de werkgever ook of het contract bij voorkeur in uw eigen taal of een taal die algemeen gangbaar is kan worden opgesteld.
Aanpassingen in contracten moeten op dezelfde wijze worden vastgelegd als het initiële contract. Hiervoor gelden wettelijke bepalingen, zie bijvoorbeeld de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) www.rijksoverheid.nl
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid |
Arbeidstijden - wet | https://www.arboportaal.nl/externe-bronnen/wetgeving/arbeidstijdenwet-english-version |
Arbeidstijden > onderwerpen > arbeidsovereenkomst en cao | |
UWV (publieke arbeidsvoorzieningsorganisatie WERKbedrijf) > solliciteren/contract-en-loon / |
Jongeren:
Voor jongeren onder de 16 jaar geldt in principe een arbeidsverbod. Zij mogen alleen bij uitzondering en onder voorwaarden werken. Jongeren van 16 en 17 jaar mogen wel werken, maar bepaalde werkzaamheden zijn voor hen verboden of mogen alleen onder deskundig toezicht worden gedaan. Een toelichting hierop is te verkrijgen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid(Ministerie SZW). https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid
Zwangere en pas bevallen vrouwen:
Naast de algemeen geldende afspraken gelden enkele speciale regels voor zowel zwangere als pas bevallen vrouwen:
Het werk voor zwangere en pas bevallen vrouwen moet zodanig zijn ingericht dat rekening wordt gehouden met hun specifieke omstandigheden. Een zwangere vrouw heeft recht op extra pauzes en is in principe niet verplicht om in nachtdienst te werken of om over te werken. Ook heeft een zwangere vrouw het recht om te werken in een bestendig en regelmatig arbeids- en rusttijdenpatroon.
Vanaf 4 weken voor de vermoedelijke datum van bevalling, tot zes weken na de bevalling, mag de vrouwelijke werknemer geen arbeid verrichten.
Gedurende de eerste negen maanden na de geboorte mag de vrouw het werk onderbreken voor het geven van borstvoeding of om te kolven. De werkgever moet hiervoor een geschikte ruimte ter beschikking stellen. De vrouw heeft recht op het geven van borstvoeding of om te kolven zo vaak en zo lang als nodig is, maar in totaal maximaal een kwart van de arbeidstijd. De werkgever is verplicht deze tijd door te betalen. Zie voor meer informatie de site van de Arbeidsinspectie / Arbeidstijdenwet. (www. inspectieszw.nl)
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid |
Arbeidsinspectie |
Iedereen is vrij om in Nederland een eigen bedrijf te starten. Hiervoor moet u aan de door de Nederlandse overheid gestelde wetten, regels en voorwaarden voldoen.
Het is raadzaam, wanneer u een eigen bedrijf wilt starten, u in te schrijven als zelfstandige bij de Kamer van Koophandel (KvK). Hier kan men u verder adviseren over procedures en voorwaarden.
Voor degene die als zelfstandige (met of zonder personeel) willen beginnen in Nederland kan in de voorbereidingsfase informatie aangereikt worden met betrekking tot.:
- een verblijfsvergunning via de site van de Immigratie- en Naturalisatiedienst /IND (http://www.ind.nl/). Houders van een EU-paspoort hoeven deze niet (meer) aan te vragen
- het opstellen van een ondernemingsplan via de site van de Kamer van Koophandel www.kvk.nl )
- het benutten van de toegangsmogelijkheden vanuit Nederland tot de rest van Europa via de site van Netherlands Foreign Investment Agency (www.nfia.nl/)
- de mogelijkheden en voordelen van vestiging in West Nederland via de site van de West-Holland Foreign Investment Agency)
- de mogelijkheden en voordelen van vestiging in West Brabant via de site van NV REWIN West Brabant (www.rewin.nl).
- de mogelijkheden om subsidie te verkrijgen via de sites van Subsidieshop www.antwoordvoorbedrijven.nl
- of de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen ( www.nvp.nl ) of de Nederlandse Vereniging van Banken (www.nvb.nl )
- het verkrijgen van vergunningen via de Kamer van Koophandel (KvK) en de lokale overheid; de KvK informeert ook over de rechtsvorm (en de daaraan vastgekoppelde jaarlijkse kosten) die voor een bedrijf kan worden gekozen ( www.kvk.nl en www.overheid.nl)
- de aansprakelijkheid die samenhangt met de rechtsvorm, via de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (www.notaris.nl)
- belastingen die samenhangen met de bedrijfsvorm door de belastingdienst (http://www.belastingdienst.nl), de Kamer van Koophandel
- de belasting aan de lokale overheid via de overheidssite (www.government.nl)
- verzekeringen via de Kamer van Koophandel en de Nederlandse Vereniging van Verzekeraars ( www.verzekeraars.nl )
Links:
Titel/naam | URL |
REWIN | |
Subsidieshop | |
Dutch Association of Insurers | |
Kamer van Koophandel | |
Immigratie- en Naturalisatie dienst/IND | |
Nederlandse Vereniging van Banken | |
Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen | |
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie | |
Belastingdienst | http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/ |
Netherlands Foreign Investment Agency | |
West-Holland Foreign Investment Agency | |
Rijksoverheid Nederland |
Minimumloon
Nederland kent het wettelijke minimumloon vanaf 21 jaar en wettelijke minimum jeugdlonen voor werknemers jonger dan 21 jaar. Het minimumloon wordt in principe tweemaal per jaar (1 januari en op 1 juli) aangepast aan de ontwikkeling van de CAO-lonen. CAO-lonen zijn lonen gebaseerd op brancheafspraken tussen de betrokken werkgevers en werknemersorganisaties en tenminste op of hoger dan het wettelijk niveau.
Voor een werknemer van 21 jaar of ouder is het brutominimumloon bij een volledig dienstverband per 1 januari 2023 € 1.934,40 , ( zie:www.government.nl > ministeries > social affairs and employment > miniumwages ). In juli vindt een herziening plaats.
Daarnaast worden er ook Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO’s) per branche afgesloten. Hierin staan ook bindende afspraken tussen werkgevers en werknemersorganisaties m.b.t. de lonen. http://cao.startpagina.nl/. De lonen kunnen dan hoger liggen, maar dat verschilt per branche en is vaak functie (nivo) afhankelijk
De CAO’s zijn te vinden op de site van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en op een CAO-startpagina overzicht. ( zie https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid )
Het is in Nederland gewoon dat een brutoloon wordt afgesproken. Het nettoloon wordt (bijna) altijd naar uw bankrekening overgeschreven.
Gebruikelijk is dat dit eens per maand, per 4 weken of per week gebeurt.
De netto bedragen zijn, in tegenstelling tot de bruto bedragen, niet wettelijk bepaald. Ze kunnen per bedrijfstak of bedrijf verschillen. Dit komt door verschillen in inhoudingen op het loon, als gevolg van de premieheffing voor de sociale zekerheid.
Van uw werkgever krijgt u een loonstrookje.
Hierop moeten de volgende gegevens te vinden zijn:
- het brutoloonbedrag
- de opbouw van dit loonbedrag (basisloon, prestatietoeslag en dergelijke)
- de inhoudingen van belasting en premies door de werkgever
- het wettelijke minimum(jeugd)loon en de minimum vakantietoeslag die voor u geldt
- de naam van de werkgever en de werknemer
- de periode waarop de betaling betrekking heeft (bijvoorbeeld de maand januari 2021)
- het aantal uren dat u volgens afspraak moet werken. Aan de hand van het loonstrookje kunt u zelf het uitbetaalde loon controleren. Bewaar de loonstrookjes dus goed!
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | |
CAO-startpagina |
Wettelijk mag u niet meer dan 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week werken. De gemiddelde werkweek ligt tussen de 36 en de 40 uur. Nederland kent de vijfdaagse werkweek, een vierdaagse werkweek komt soms ook voor.
Alles is geregeld in de Arbeidstijdenwet (ATW) en het Arbeidstijdenbesluit.
De ATW stelt een aantal normen:
- voor maximale werktijden,
- minimale rusttijden,
- nachtarbeid,
- pauzes,
- overwerk en
- oproepdiensten.
Let op. De vervoerssector kent een apart besluit.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft brochures met informatie over:
- de arbeids- en rusttijden voor het wegvervoer,
- de zeescheepvaart en de binnenvaart.
Links:
Titel/naam | URL |
Arbeidsinspectie |
Iedere werknemer in Nederland heeft recht op vakantie met behoud van loon. Hiervoor geldt een wettelijk minimum. Het wettelijke aantal vakantiedagen per jaar is minimaal vier keer het aantal werkdagen per week.
In de meeste CAO's staat een hoger aantal vakantiedagen dan het wettelijk minimaal vereiste aantal. In het algemeen is er sprake van twintig tot dertig dagen op fulltime basis. Ongeacht de hoogte van het loon, heeft u recht op minimaal vakantiebijslag 8%; dit wordt vakantiegeld genoemd. De werkgever moet voor overwerk ook gemiddeld het minimumloon betalen. Dit betekent dat hij ook vakantiegeld over deze extra uren moet betalen. Vakantiegeld wordt berekend over de volle waarde van de overuren (dus ook over de eventuele overwerktoeslag).
In verband met verlof dient ook de Wet arbeid en zorg genoemd te worden. Deze wet regelt ondermeer:
- het recht op maximaal tien dagen betaald zorgverlof
- zwangerschaps- en bevallingsverlof
- het recht op twee werkdagen kraamverlof voor de partner en de flexibilisering van het ouderschapsverlof
- het recht op adoptieverlof voor beide adoptieouders
Nadere informatie over de Wet arbeid en zorg, en verlofregelingen is verkrijgbaar bij het ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid.
De officiële feestdagen in Nederland zijn:
- Nieuwjaarsdag 1 januari
- Goede vrijdag
- Pasen
- Koningsdag 27 april
- Bevrijdingsdag 5 mei (wordt 1 maal per vijf jaar gevierd)
- Hemelvaartsdag
- Pinksteren
- Kerstdagen 25 en 26 december
- Op 5 december wordt de verjaardag van Sint-Nicolaas gevierd. Hiervoor sluiten sommige bedrijven, organisaties, vaak die dag een paar uur eerder.
- In het Zuiden van Nederland viert men in februari of maart het carnaval. Vaak zijn bedrijven en instellingen en scholen dan ook een aantal dagen gesloten.
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid |
Wet arbeid en zorg (WaZo) | https://www.arboportaal.nl/externe-bronnen/wetgeving/wet-arbeid-en-zorg |
Algemeen
Een arbeidsovereenkomst kan eindigen door:
- het verstrijken van de overeengekomen duur (arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd)
- opzegging (ontslag) door werkgever of werknemer,
- beëindiging met wederzijds goedvinden,
- door ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter.
- overlijden van de werknemer,
Werknemers (en werkgevers) worden beschermd door het ontslagrecht. Hierin wordt ondermeer bepaald dat opzeggen alleen kan tegen het einde van de maand. Een andere dag kan bij CAO of arbeidsovereenkomst worden afgesproken.
Hiervan kan worden afgeweken tijdens de proeftijd of wanneer er sprake is van een dringende reden (bijvoorbeeld diefstal); dan kan er namelijk met onmiddellijke ingang en zonder opzegtermijn opgezegd worden.
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Werkgevers kunnen niet zelf bepalen welke route zij kiezen bij ontslag. De aanvraag voor ontslag om bedrijfseconomische redenen of bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid gaat via het UWV. Alle andere ontslagzaken gaan via de kantonrechter.
Een werknemer die 2 jaar of langer in dienst is geweest, krijgt mogelijk een transitievergoeding bij ontslag. Die krijgt hij/zij ook als het tijdelijke contract niet wordt verlengd. https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid > ‘transitievergoeding’
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
De werkgever moet bij een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd minimaal 1 maand voor het einde van het contract de werknemer schriftelijk informeren of het contract wordt voortgezet of niet. Dit geldt ook voor de contracten van 6 maanden of langer die na dit contract volgen. Dit heet de aanzegplicht.
Werkgever
De opzegtermijn voor de werkgever is afhankelijk van de duur van de dienstbetrekking. Hiervoor gelden wettelijke en bij CAO afgesproken opzegtermijnen.
Werknemer
De opzegtermijn voor de werknemer is normaal 1 maand. Werkgever en werknemer mogen schriftelijk een kortere of een langere opzegtermijn afspreken, maar die mag nooit langer dan 6 maanden zijn.
De ontslagvergunning
De werkgever kan bij UWV een ontslagvergunning aanvragen.
- ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid;
- bedrijfseconomisch ontslag. Bij deze vorm van ontslag kan de preventieve toets ook worden uitgevoerd door een van de werkgever onafhankelijke en onpartijdige cao-commissie.
- Ontslag via kantonrechter:
- ontslag om de volgende redenen: Veelvuldig ziekteverzuim met ernstig nadeel voor het bedrijf;
- disfunctioneren;
- verwijtbaar handelen of nalaten. Bijvoorbeeld diefstal of zich niet houden aan de geheimhoudingsplicht;
- werkweigering wegens ernstig gewetensbezwaar waarbij het niet mogelijk is de werkzaamheden voort te zetten in een aangepaste vorm;
- verstoorde arbeidsverhouding;
- andere dan de hierboven genoemde omstandigheden die zo ernstig zijn dat de arbeidsovereenkomst niet kan doorlopen, bijvoorbeeld gevangenisstraf of geen tewerkstellingsvergunning hebben;
- Cumulatiegrond: gecombineerde omstandigheden uit meerdere (hierboven genoemde) ontslaggronden.
Ondernemingsraad:
In bedrijven met 50 of meer werknemers is een Ondernemingsraad (OR) verplicht.
Voor werknemers is de ondernemingsraad een krachtig middel om actief betrokken te zijn bij de onderneming en invloed op het beleid uit te oefenen. Voor de werkgever is het overleg met de ondernemingsraad het middel om het draagvlak voor beslissingen te vergroten en het vertrouwen tussen management en werknemers te versterken.
Links:
Titel/naam | URL |
UWV (Publieke arbeidsvoorzieningsorganisatie) WERKbedrijf | https://www.werk.nl/werkzoekenden/solliciteren/contract-en-loon |
In Nederland is iedereen, werkenden en werklozen, vrij om zich aan te sluiten bij een vakbond. Het lidmaatschap van een vakbond is een algemeen aanvaard verschijnsel. Wel zijn er bedrijfstakken waar een dergelijk lidmaatschap door de werkgever niet direct ‘gestimuleerd’ wordt. Lid van een vakbond worden is tegenwoordig snel te regelen via de website van de betreffende bond. Nagenoeg voor elke bedrijfstak bestaat wel een vakbond, zo is er zelfs een vakbond voor studenten. Voor het lidmaatschap van een vakbond zijn de leden een contributie verschuldigd. De hoogte varieert per bond. De vakbond onderhandelt over de afspraken die in de CAO’s worden opgenomen. De meeste vakbonden hebben een gratis belastingservice. Daarnaast geven ze gratis juridisch advies bij ontslag of problemen met de werkgever.
Het totaal aantal leden van de Nederlandse vakbonden beloopt zo’n 1,5 miljoen. De belangrijkste bonden zijn de FNV, CNV en de MHP. (https://vakbond.startpagina.nl/)
Nederland kent ook grote, invloedrijke werkgeversorganisaties, waaronder het
MKB Nederland, voor het midden en kleinbedrijf. Veel (kleine) zelfstandigen zijn aangesloten bij deze werkgeversvertegenwoordiging. Evenals werknemers worden zij ook geacht een financiële bijdrage, ten bate van hun lidmaatschap, te leveren.
Samen met de overheid vormen de drie grootste organisaties voor ‘werknemers’ en de drie grootste organisaties voor de ‘werkgevers’ de Stichting van de Arbeid. Doel van deze organisatie is te komen tot gezamenlijke standpunten die kunnen leiden tot adviezen aan de overheid of tot aanbevelingen voor ondernemingen en onderhandelaars die in bedrijven of bedrijfstakken CAO's afsluiten.
Overigens wanneer de tegenstellingen te groot worden, is de mogelijkheid nog steeds aanwezig dat het middel van de staking wordt ingezet.
Links:
Titel/naam | URL |
Het midden- en kleinbedrijf | |
CNV - Christelijk Nationaal Vakverbond | |
FNV - Federatie Nederlandse Vakbeweging | |
MHP - Vakcentrale voor Middengroepen en Hoger Personeel |
In geval er problemen ontstaan op het werk zijn er grofweg twee situaties denkbaar:
- u wordt samen met meerdere collega’s getroffen door een besluit van de directie
- het betreft een zaak van u als individuele werknemer
In het eerste geval kan de zaak voorgelegd worden bij de ondernemingsraad (zie 3.10), mits aanwezig; bij afwezigheid daarvan, kunnen de vakbonden worden ingeschakeld.
In het tweede geval zult u, mits aangesloten bij een vakbond, zich tot uw vakbond moeten wenden om hulp en of advies.
U kunt zich ook wenden tot een in het arbeidsrecht gespecialiseerd advocatenkantoor. In sommige gemeenten heeft men ook een juridisch loket en de zaak aan de kantonrechter voorleggen.
Het staat de vakbonden in Nederland vrij een staking uit te roepen om hun eisen kracht bij te zetten. Overigens wordt dit zware middel door de vakbonden bij hoge uitzondering gehanteerd, wat niet wegneemt dat het gebruik ervan wel toeneemt.
Links:
Titel/naam | URL |
CNV - Christelijk Nationaal Vakverbond | |
FNV - Federatie Nederlandse Vakbeweging |
Met de term beroepsonderwijs en -opleiding worden praktische activiteiten en cursussen bedoeld die verband houden met een specifiek beroep en tot doel hebben om de deelnemers voor te bereiden op hun toekomstige loopbaan. Beroepsopleiding is een essentieel middel om professionele erkenning te krijgen en de kans op een baan te vergroten. Het is dan ook van cruciaal belang dat de beroepsopleidingstelsels in Europa beantwoorden aan de behoeften van de burgers en de arbeidsmarkt, om de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.
Beroepsonderwijs- en opleiding maken al sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap een belangrijk deel uit van het EU-beleid en vormen een essentieel onderdeel van de zogeheten Lissabonstrategie van de EU, die erop is gericht van Europa de meest competitieve en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken. De Europese Raad heeft deze essentiële rol in 2002 nog eens benadrukt. Hij heeft toen tevens een andere ambitieuze doelstelling geformuleerd, namelijk om Europese onderwijs- en opleidingsstelsels tegen 2010 wereldwijd befaamd te maken door een aantal initiatieven van wereldklasse te ondersteunen en met name door de samenwerking op het vlak van beroepsopleidingen te versterken.
Op 24 november 2020 heeft de Raad van de Europese Unie een aanbeveling inzake beroepsonderwijs en ‐opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht aangenomen.
In de aanbeveling zijn hoofdbeginselen omschreven die ervoor moeten zorgen dat beroepsonderwijs en -opleiding zich flexibel en snel aanpassen aan de behoeften van de arbeidsmarkt en hoogwaardige leermogelijkheden bieden voor zowel jongeren als volwassenen.
In de aanbeveling wordt sterk de nadruk gelegd op de grotere flexibiliteit van beroepsonderwijs en -opleiding, meer mogelijkheden voor werkplekleren, leerlingplaatsen en betere kwaliteitsborging.
De aanbeveling vervangt tevens de aanbeveling inzake een Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet) en bevat een geactualiseerd Eqavet-kader met kwaliteitsindicatoren en beschrijvende elementen. De voormalige ECVET-aanbeveling wordt ingetrokken.
Om deze hervormingen te bevorderen, steunt de Commissie kenniscentra voor beroepsopleiding (Centres of Vocational Excellence – CoVEs), die lokale partners bijeenbrengen om “ecosystemen voor vaardigheden” te ontwikkelen. Ecosystemen voor vaardigheden zullen bijdragen aan regionale economische en sociale ontwikkeling, innovatie en slimme-specialisatiestrategieën.
Erasmus+ is het EU-programma ter ondersteuning van onderwijs, opleiding, jeugd en sport in Europa.
Het beschikt over een geraamde begroting van 26,2 miljard EUR. Dit is bijna het dubbele van de financiering voor het voorgaande programma (2014-2020).
Het programma 2021-2027 legt sterk de nadruk op sociale inclusie, de groene en de digitale transitie en de bevordering van de participatie van jongeren in het democratische leven.
Het ondersteunt de prioriteiten en activiteiten die zijn beschreven in de Europese onderwijsruimte, het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese vaardighedenagenda. Het programma is bovendien gericht op
- ondersteuning van de Europese pijler van sociale rechten,
- uitvoering van de EU-jongerenstrategie 2019-2027,
- ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport.
Wie kan eraan deelnemen? Kijk hier voor meer informatie.
Volwasseneneducatie en een leven lang leren in Europa
Een leven lang leren is een proces dat alle vormen van onderwijs omvat: formeel, informeel en niet-formeel. Het begint al voor de leerplichtige leeftijd en loopt door tot na het pensioen. Het is bedoeld om mensen in staat te stellen gedurende hun hele leven belangrijke competenties te ontwikkelen en te onderhouden, waardoor ze ook makkelijker in alle vrijheid van baan, regio of land kunnen veranderen. Daarnaast is een leven lang leren een hoofdbestanddeel van de hierboven genoemde Lissabon strategie. Het is immers essentieel voor zelfontplooiing en een betere concurrentiepositie, en het verhoogt de kans op een baan. De EU heeft verschillende instrumenten aangenomen voor het bevorderen van volwassenenonderwijs in Europa.
Een Europese ruimte voor een leven lang leren
Om een leven lang leren in Europa tot werkelijkheid te maken heeft de Europese Commissie zich ten doel gesteld een Europese ruimte voor een leven lang leren te creëren. In dit verband richt de Commissie zich op het in kaart brengen van de behoeften van zowel de leerlingen als de arbeidsmarkt, om onderwijs toegankelijker te maken en samenwerkingsverbanden op te richten tussen overheden, onderwijsaanbieders en het maatschappelijk middenveld.
Dit EU-initiatief is gericht op mogelijkheden om basisvaardigheden op te doen. Dit gebeurt door de versterking van advies- en informatiediensten op Europees niveau en door de erkenning van alle leervormen, dus zowel formeel onderwijs, als informele en niet-formele opleidingen.
EU-organisaties die beroepsonderwijs in Europa bevorderen
De EU heeft gespecialiseerde organen opgericht die actief zijn op het gebied van beroepsopleiding, om samenwerking en uitwisselingsprojecten op dit gebied te vergemakkelijken.
Het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP – Centre Européen pour le Développement de la Formation Professionnelle) is opgericht in 1975 als een gespecialiseerd EU-agentschap voor de bevordering en ontwikkeling van beroepsonderwijs en –opleidingen in Europa. Het is gevestigd in Thessaloniki (Griekenland) en voert onderzoek en analyses uit op het gebied van beroepsopleidingen. Het biedt expertise aan verschillende Europese partners, zoals onderzoeksinstellingen, universiteiten of opleidingsinstellingen.
De Europese Stichting voor opleiding is opgericht in 1995 en werkt nauw samen met CEDEFOP. De instelling heeft tot taak om partnerlanden (van buiten de EU) te ondersteunen bij de modernisering en ontwikkeling van hun beroepsopleidingstelsels.
Levenskwaliteit – bovenaan de sociale agenda van de EU
Goede levensomstandigheden zijn afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals goede gezondheidszorg, onderwijs- en opleidingsmogelijkheden of goede vervoersfaciliteiten, om maar een paar aspecten te noemen waar de burger dagelijks in zijn leven en op zijn werk mee te maken heeft. De Europese Unie heeft zichzelf ten doel gesteld om de kwaliteit van leven in alle lidstaten voortdurend te blijven verbeteren. Ze houdt hierbij rekening met de nieuwe uitdagingen van het hedendaagse Europa, zoals de sociale uitsluiting van mensen en de vergrijzing.
Werkgelegenheid in Europa
Het verbeteren van arbeidskansen in Europa is een hoofdprioriteit voor de Europese Commissie. Om het probleem van de werkloosheid aan te pakken en de mobiliteit tussen banen en regio’s te verhogen, wordt op EU-niveau een groot aantal initiatieven ontwikkeld en uitgevoerd ter ondersteuning van de Europese werkgelegenheidsstrategie. Hiertoe behoren het Europees netwerk van diensten voor de arbeidsvoorziening (Eures) en het EU-vaardighedenpanorama.
Gezondheid en gezondheidszorg in de Europese Unie
Gezondheid is een gekoesterde waarde die invloed heeft op het dagelijks leven van de mensen en daarom een belangrijke prioriteit is voor alle Europeanen. Een gezonde omgeving is essentieel voor onze individuele en professionele ontwikkeling en EU-burgers worden steeds veeleisender waar het gaat om gezondheid en veiligheid op het werk en kwalitatief hoogstaande gezondheidszorg. Ze eisen snelle en gemakkelijke toegang tot medische zorg wanneer ze door de Europese Unie reizen. Het gezondheidsbeleid van de EU is erop gericht aan deze behoeften tegemoet te komen.
De Europese Commissie heeft een gecoördineerde benadering voor volksgezondheid ontwikkeld en daarbij een aantal initiatieven genomen die een aanvulling vormen op de activiteiten van nationale overheden. De gemeenschappelijke activiteiten en doelstellingen van de Unie zijn opgenomen in de gezondheidsprogramma’s en ‑strategieën van de EU.
Het huidige EU4Health-programma (2021-2027) is de ambitieuze respons van de EU op COVID-19. De pandemie heeft grote gevolgen voor patiënten, medisch en zorgpersoneel en de gezondheidszorgstelsels in Europa. Het nieuwe EU4Health-programma gaat verder dan crisisrespons om de veerkracht van de gezondheidszorgstelsels te vergroten.
In het kader van het EU4Health-programma, dat in het leven is geroepen bij Verordening (EU) 2021/522, zal financiering worden verstrekt aan entiteiten, gezondheidsorganisaties en ngo’s uit EU-lidstaten en aan het programma deelnemende niet-EU-landen.
Met EU4Health investeert de EU 5,3 miljard EUR (in huidige prijzen) in maatregelen die een toegevoegde waarde hebben voor de EU, in aanvulling op het beleid van de EU-lidstaten en ter verwezenlijking van een of meer doelstellingen van EU4Health:
- het verbeteren en bevorderen van de gezondheid in de Unie:
- ziektepreventie en gezondheidsbevordering
- internationale gezondheidsinitiatieven en samenwerking
- het aanpakken van grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid:
- preventie, paraatheid en reactie op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
- aanvulling van de nationale voorraden van essentiële crisisrelevante producten
- het aanleggen van een reserve van medisch, zorg- en ondersteunend personeel
- het verbeteren van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en crisisrelevante producten:
- geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en crisisrelevante producten beschikbaar en betaalbaar maken
- het sterker, veerkrachtiger en efficiënter maken van de gezondheidsstelsels:
- versterken van gezondheidsgegevens, digitale hulpmiddelen en diensten, digitale transformatie van de gezondheidszorg
- toegang tot gezondheidszorg verbeteren
- EU-gezondheidswetgeving en empirisch onderbouwde beleidsvorming ontwikkelen en uitvoeren
- samenwerking tussen nationale gezondheidsstelsels
Onderwijs in de EU
Het onderwijs in Europa is diepgeworteld en wordt gekenmerkt door een grote diversiteit. Al in 1976 hebben de ministers van onderwijs besloten een informatienetwerk op te zetten om meer inzicht te krijgen in het onderwijsbeleid en de onderwijsstelsels van de negen toenmalige lidstaten van de Europese Gemeenschap. Hierbij werd uitgegaan van het beginsel dat het bijzondere karakter van een onderwijsstelsel in een bepaalde lidstaat volledig moest worden gerespecteerd, terwijl de gecoördineerde interactie tussen onderwijs-, opleidings- en werkgelegenheidsstelsels moest worden verbeterd. Eurydice, het informatienetwerk over onderwijs in Europa, ging officieel van start in 1980.
In 1986 verschoof aandacht verschoof van informatie-uitwisseling naar studentenuitwisselingen met de lancering van het Erasmus-programma, inmiddels uitgegroeid tot het Erasmus+-programma, dat vaak wordt genoemd als een van de meest succesvolle initiatieven van de EU.
Vervoer in de EU
Vervoer was een van de eerste gemeenschappelijke beleidsterreinen van de Europese Gemeenschap. Sinds 1958, toen het Verdrag van Rome van kracht werd, is het vervoersbeleid van de EU gericht op het opheffen van douanebelemmeringen tussen lidstaten, zodat personen en goederen zich snel, efficiënt en goedkoop kunnen verplaatsen.
Dit beginsel hangt nauw samen met de centrale doelstelling van EU om te komen tot een dynamische economie en een zeer hechte maatschappij. De vervoerssector genereert 10% van de welvaart in de EU, gemeten naar bruto binnenlands product (BBP). Dit komt neer op ongeveer een biljoen euro per jaar. Ook is de sector goed voor meer dan tien miljoen banen.
Het Schengengebied
Met de Schengen overeenkomst, van kracht sinds maart 1995, zijn de grenscontroles binnen het gebied van de verdragsluitende partijen afgeschaft en is een gemeenschappelijke buitengrens ontstaan, waar volgens gemeenschappelijke regels moet worden gecontroleerd.
Momenteel omvat het Schengengebied de meeste EU-lidstaten, met uitzondering van Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Ierland en Roemenië. Bulgarije, Kroatië en Roemenië bereiden zich momenteel echter voor op hun toetreding tot het Schengengebied en passen het Schengenacquis reeds grotendeels toe. Daarnaast zijn ook de niet-EU-landen IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein tot het Schengengebied toegetreden.
Luchtvervoer
De vorming van een gemeenschappelijke Europese markt voor luchtvervoer heeft geleid tot lagere tarieven en een ruimere keuze aan luchtvaartmaatschappijen en diensten voor passagiers. De EU heeft ook in een aantal rechten voorzien om ervoor te zorgen dat luchtvaartpassagiers eerlijk worden behandeld.
Rechten van luchtvaartpassagiers
Als luchtvaartpassagier hebt u bepaalde rechten in verband met informatie over vluchten en reserveringen, schade aan bagage, vertragingen en annuleringen, geweigerde boarding, compensatie in geval van een ongeval of problemen met package reizen. Deze rechten gelden voor lijn- en chartervluchten, zowel in binnen- als buitenland, vanaf een EU-luchthaven of naar een EU-luchthaven vanaf een locatie buiten de EU, mits uitgevoerd door een luchtvaartmaatschappij uit de EU.
De afgelopen 25 jaar heeft de Commissie talloze voorstellen gedaan om de Europese markt voor spoorwegvervoer te herstructureren en de positie van het spoor ten opzichte van andere vervoerswijzen te versterken. De inspanningen van de Commissie hebben zich geconcentreerd op drie aspecten die van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling van een sterke en concurrerende spoorwegsector:
- het openstellen van de spoorwegmarkt voor concurrentie,
- het verbeteren van de interoperabiliteit en veiligheid van nationale netwerken, en
- het ontwikkelen van de spoorweginfrastructuur.
Nederland is een constitutionele monarchie en heeft een parlementaire democratie. De Grondwet (1814) is het belangrijkste staatsdocument van Nederland. De Grondwet bevat de fundamentele regels voor de Nederlandse staatsinrichting en legt tevens de grondrechten van de burgers vast. Het is de hoogste nationale wet voor de Nederlandse staat; andere wetten dienen haar bepalingen in acht te nemen.
Iedere 4 jaar worden er politieke verkiezingen gehouden. Deze verkiezingen zijn voor de Tweede Kamer, een direct gekozen volksvertegenwoordiging van 150 personen. De Eerste Kamer, met 75 leden, wordt gekozen door het Provinciale Bestuur.
Aan de verkiezingen wordt veelal door tientallen partijen deelgenomen. Van groot tot klein. Een regering wordt na de verkiezingen samengesteld uit vertegenwoordigers van die partijen die samen een meerderheid kunnen en willen vormen in het parlement.
Ook worden één keer in de vier jaar gemeenteraadsverkiezingen gehouden. De burgers van elke gemeente kiezen dan een nieuwe gemeenteraad. Vaak zijn deze verkiezingen een graadmeter voor de te houden landelijke verkiezingen.
Met betrekking tot het rechtssysteem in Nederland kan worden vastgesteld dat het land geen juryrechtspraak kent. De kantongerechten behandelen de meeste civiele zaken. De rechtbanken behandelen de belangrijke (straf) zaken en indien u in beroep gaat tegen een vonnis van het kantongerecht dient dit hoger beroep eveneens voor een rechtbank. Hoger beroep-zaken tegen een oordeel van een rechtbank dienen bij één van de vijf gerechtshoven in Nederland.
Links:
Titel/naam | URL |
Rijksoverheid – Overheid en democratie | https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/themas/overheid-en-democratie |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-justitie-en-veiligheid |
Er wordt loonbelasting over het loon van de werknemer geheven. De werkgever houdt de belasting in en draagt deze samen met de premies voor de volksverzekeringen af aan de Belastingdienst. Deze zogenaamde loonheffing dient als voorheffing op de inkomstenbelasting.
De inkomstenbelasting wordt geheven over bronnen van inkomen volgens het boxensysteem.
De inkomstenbelasting wordt geheven over bronnen van inkomen volgens het drie-boxensysteem.
- box I: het inkomen uit werk en woning;
- box II: de winst uit aanmerkelijk belang;
- box III: de inkomsten uit sparen en beleggen.
Iedere box kent een eigen manier van belastingheffing. De inkomsten uit de verschillende boxen zijn niet onderling uitwisselbaar. Het is dan ook niet mogelijk om negatieve inkomsten van de ene box te compenseren met positieve inkomsten uit de andere box.
Het tarief voor de inkomsten uit werk en woning (box I) is een oplopend tarief met twee ‘schijven’. Elke schijf heeft een vast belastingpercentage. Daardoor gaat u naar verhouding meer belasting betalen als uw inkomen stijgt.
Motorrijtuigenbelasting: De hoogte van de motorrijtuigenbelasting is afhankelijk van het gewicht van de auto en de brandstofsoort. Ook kan dit per provincie licht verschillen. Op de site van de belastingdienst staat een rekenprogramma waarmee de bedragen zijn te berekenen.
Gemeentelijke belastingen: De aard en hoogte van de gemeentelijke belastingen zijn per gemeente verschillend. Veel voorkomende belastingen zijn o.a.: Onroerendezaakbelasting, Forensenbelasting, Toeristenbelasting, Parkeerbelastingen, Hondenbelasting, Reclamebelasting, Precariobelasting, Rioolrechten, Reinigingsheffingen en Leges.
Voor informatie verdient het aanbeveling de betreffende gemeente te raadplegen. E.e.a. is terug te vinden op de site van Postbus 51 (www.rijksoverheid.nl) en de startpagina van de gemeente.
Links:
Titel/naam | URL |
Start pagina van de gemeenten | |
Belastingdienst | http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/ |
In tegenstelling tot andere EU-landen is Nederland verhoudingsgewijs een duur land.
De kosten van levensonderhoud variëren per gebied, er is een duidelijk verschil tussen wonen in de stad en wonen op het platteland. De steden zijn het duurst, met Amsterdam als koploper.
Het is goedkoper om in het noorden en oosten van het land te leven dan in het midden en westen van Nederland (de Randstad = vier grootste steden van Nederland: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht). Door spanningen in de wereld zijn bijvoorbeeld de energiekosten behoorlijk gestegen wat via doorberekening in de prijzen weer zorgt voor hogere kosten van producten en diensten.
Hoewel het moeilijk is om een exact beeld te geven van de kosten van levensonderhoud; geven wij onderstaand een globaal beeld van de (dag)prijzen van sommige producten:
Brood; | € 2,00 |
Kopje koffie; | € 3.00 |
Glas bier: | € 3,50 |
Patat met een kroket (typical Dutch snack): | € 5,00 |
Kaartje voor de bioscoop: | € 12,50 |
Korte busreis | € 2,00 |
Benzine (euro 95 of E10) per liter: | € 2.00 |
Auto huur: (middenklasse) | € 80,00 |
2 gangenmenu in restaurant | € 30,00 |
Prijzen van levensmiddelen variëren per winkel, het is daarom aan te raden om de prijzen met elkaar te vergelijken. Dit geldt ook voor de autobrandstof. Prijzen (in het algemeen) zijn ook afhankelijk van waar in Nederland je woont.
Nederland heeft veel verschillende soorten supermarkten. Niet elk dorp heeft inmiddels meer een winkel. In de meeste steden en dorpen worden wekelijks markten gehouden. Op een markt kan je levensmiddelen, kleding, bloemen en gereedschap e.d. kopen. De prijzen op de markt liggen lager dan in de winkel.
Daarnaast zijn er in Nederland diverse “tweedehandswinkeltjes”, b.v. de kringloopwinkel. In deze winkels kun je terecht voor onder meer; gebruikte kleding, huishoudelijke artikelen en meubels.
Momenteel is het voor veel Nederlanders moeilijk om rond te komen, er zijn diverse instanties die advies en informatie geven over hoe om te gaan met schulden c.q. geld.
Links:
Titel/naam | URL |
Kringloopwinkels |
Huren
Omdat het aanbod van met name sociale huurwoningen gering is, wordt u op een wachtlijst geplaatst.
Afhankelijk van de prijsklasse waarvoor u in aanmerking wilt komen, neemt de kans op snel resultaat toe of af. Het is raadzaam regelmatig contact te onderhouden met de woningcorporatie waarbij u staat ingeschreven. Weigeren van een aangeboden woning wordt maar beperkt toegestaan.
Wanneer u een huurovereenkomst aangaat is het gebruikelijk dat daarbij vooraf om een borg gevraagd wordt (bijvoorbeeld een bedrag ter hoogte van één maand huur, die wordt teruggegeven aan het eind van de huurperiode). Voor het beëindigen van een huurovereenkomst geldt een opzegtermijn van tenminste één maand.
U kunt de hoogte van de huur controleren door contact op te nemen met een zogenaamde ‘Huurcommissie’. Kijk op de site van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/themas/bouwen-en-wonen adressen huurcommissies.
Huurtoeslag
Indien u een woning huurt en u bent hier in verhouding veel geld aan kwijt, dan is een mogelijk om een huurtoeslag bij de belastingdienst aan te vragen.
Algemene Informatie over huurtoeslag
Huurtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van een huurwoning. Om recht te hebben op huurtoeslag moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Voorwaarden huurtoeslag
De voorwaarden waaronder u mogelijk recht kunt claimen vindt u op:
https://www.belastingdienst.nl/ > search ‘toeslagen’
Kopen
Veel Nederlanders kopen een huis. Vanwege de hypotheekrenteaftrek kan het voordeliger zijn om een huis te kopen. https://www.rijksoverheid.nl/
Voor het kopen van een huis kunt u zich wenden tot een makelaar of kijken op de websites waarop door makelaars huizen worden aangeboden.
Makelaars vragen provisie (is onderhandelbaar) over de verkoopprijs. Houd er rekening mee dat de meeste prijzen die vermeld worden, exclusief o.a. de makelaars en overdrachtskosten zijn. Dit wordt: ‘Kosten koper’ genoemd. Bij nieuwe woningen worden meestal wel de inclusief prijzen vermeld. De koopakte wordt via een notaris opgemaakt, die daarvoor ook kosten in rekening brengt. Indien er sprake is van een hypotheek, loopt ook de acte hiervoor via een notaris.
De vereniging Eigenhuis kan u vooraf en tijdens de koop ook met praktische adviezen en persoonlijke hulp ondersteunen. https://www.eigenhuis.nl/
Links:
Titel/naam | URL |
Funda | |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-binnenlandse-zaken-en-koninkrijksrelaties |
Ministerie van Financiën | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-financien |
Vereniging Eigenhuis | |
Huurcommissie |
Een ziektekostenverzekering is verplicht, wanneer u in Nederland woont en/of werkt. Er is een algemene basisverzekering, per gezinslid v.a. 18 jaar, die door particuliere ziektekostenverzekeraars wordt uitgevoerd. De hoogte van dit bedrag, wat per maand moet worden betaald, wordt jaarlijks, in november voor een volgend jaar bepaald (1 januari) en verschilt per ziektekostenverzekeraar.
Mensen met een laag inkomen, hebben recht op een zogenaamde “zorgtoeslag”, U kunt voor deze toeslag in aanmerking komen indien uw inkomen, als alleenstaande, gelijk of lager is dan 38.520,00 per jaar, of € 48.224,00 als u samenwoont. De precieze voorwaarden en de in het lopende jaar geldende bedragen vindt u op de site van de belastingdienst: www.belastingdienst.nl
De dekking van de algemene basisverzekering is vrij basaal. Het wordt dan ook aanbevolen voor de kosten van:
- reguliere tandheelkundige hulp,
- fysiotherapie en
- andere langdurige behandelingen
een zogenaamde 'Aanvullende verzekering' af te sluiten. De basisverzekering en de aanvullende verzekeringen hoeven niet bij één en dezelfde verzekeringsmaatschappij te worden afgesloten.
Daarnaast geldt per verzekerde, een wettelijk verplicht eigen risico (€ 385,-/jaar en kan elk jaar worden verhoogd). Dit is een totaal bedrag, wat u eerst moet hebben betaald (bv. voor medicijnen of een bezoek aan een specialist in het ziekenhuis), voordat u recht heeft op een vergoeding van de ziektekosten (NB. Een bezoek aan de huisarts is ‘kosteloos’).
Als u in Nederland woont, moet u zich aanmelden bij een “huisarts”. U mag zich bij een arts van eigen keuze aanmelden, maar de keuze is gelimiteerd tot de buurt waar u woont. De meeste huisartsen houden op bepaalde tijden “spreekuur”, waarvoor vooraf een afspraak moet worden gemaakt. De huisarts verwijst u bij noodzakelijk geachte specialistische behandelingen naar een ziekenhuis of een medische specialist. Zonder verwijzing van een huisarts, wordt geen medische hulp door een ziekenhuis of specialist geboden!
De enige uitzonderingen hierop zijn:
- tandheelkundige hulp
- spoedeisende hulp afdelingen van de grote ziekenhuizen.
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid |
Zorgverzekeringen |
Nederland kent een wettelijke leerplicht voor kinderen in de leeftijd van vijf tot en met zestien jaar. De leerplicht geldt voor alle kinderen die in Nederland wonen of langdurig verblijven, ongeacht nationaliteit of religie.
Uw kind moet uiterlijk op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag naar school. Als uw kind dus op 22 februari jarig is, moet het per 1 maart naar school. De meeste kinderen in Nederland (zo'n 99 procent) gaan al op hun vierde jaar naar school. In dit extra jaar kunnen de kinderen wennen aan het schoolgaan en leren ze de Nederlandse taal beter begrijpen en spreken. Dit geldt zeker voor kinderen die thuis een andere taal spreken. Een 4-jarigevalt, na inschrijving op een school, nog niet onder de leerplichtwet. Ouders kunnen in overleg met de school afspraken maken over aan- en afwezigheid van hun kind op school.
Na groep 8 van het basisonderwijs (openbaar en religieus onderwijs), komen de kinderen in het algemeen voorgezet (HAVO/VWO) of voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO). Nadat de leerling hiervan na 4 of 5 jaar een diploma heeft behaald kan deze, afhankelijk van het niveau van de vooropleiding, doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) of het hoger of wetenschappelijk onderwijs (HBO of WO/Universiteit).
Vanaf de leeftijd van 18 jaar moet schoolgeld worden betaald. In het hoger onderwijs wordt veel gebruik gemaakt van de studielening.
Schoolvakanties:
Gedurende een aantal periodes in het schooljaar hebben de kinderen vakantie. Het is, mits met toestemming van de gemeente (leerplichtambtenaar), niet mogelijk buiten deze vastgestelde periodes kinderen vanwege een vakantie van school te houden.
De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar (1 augustus tot en met 31 juli) waarin de jongere zestien jaar wordt. Daarna volgt nog een partiële leerplicht. De jongere moet dan een jaar lang minimaal twee dagen per week onderwijs volgen op een instelling (mbo- of educatie-instellingen en door de minister aangewezen instellingen). Bij een mbo-opleiding met een bpv-overeenkomst (Beroepspraktijkvorming) kan het ook minder dan twee dagen zijn. Deze partiële leerplicht kan, afhankelijk van de schoolsoort, worden gecombineerd met werken. Voor jongeren die van school gaan na het schooljaar waarin ze zeventien worden, bestaat geen partiële leerplicht meer.
Links:
Titel/naam | URL |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-onderwijs-cultuur-en-wetenschap |
Voortgezet/Hoger/Universitair onderwijs | |
Beroepsvormend onderwijs |
Het Nederlandse culturele en sociale leven is rijk en gevarieerd.
Met name de Nederlandse schilders uit de 17de (Rembrandt) en 19de (Van Gogh) eeuw hebben een grote invloed gehad op de hedendaagse Nederlandse schilderkunst.
Op dit moment worden vooral de Nederlandse schrijvers, modeontwerpers en DJ’s als invloedrijk gezien. Op de website www.holland.com wordt een kalender over exposities en evenementen in Nederland vermeld.
Een belangrijke vrijetijdsbesteding in Nederland is sport. Doordat één vijfde van het land uit water bestaat is het niet verwonderlijk dat watersport populair is. Daarnaast zijn voetbal, golf, tennis, hardlopen, squash en fietsen populair. In de winter wordt er veel geschaatst.
Links:
Titel/naam | URL |
Nederland promotie | |
Toeristen informatie |
In Nederland dient u, binnen een bepaalde periode, zaken zoals huwelijk, geboorte, verhuizen en overlijden te melden bij de Burgerlijke Stand in uw woonplaats.
Een ambtenaar van de Burgerlijke Stand is bevoegd akten van de Burgerlijke Stand op te maken, zoals huwelijks- en geboorteakten.
Voor informatie over hoe te handelen bij geboorte, huwelijk en overlijden etc. kunt u de site van de gemeente, waarin u woonachtig bent, raadplegen. Deze kunt u vinden op de startpagina van de gemeenten.
Links:
Titel/naam | URL |
Start pagina van de gemeenten |
Nederland is een relatief klein en dichtbevolkt land. De laatste jaren is het steeds moeilijker gebleken om Nederland bereikbaar te houden. Menig Nederlander staat regelmatig stil op de weg, in de file of forenst in volle treinen gedurende spitsuren. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat houdt zich bezig met vervoer, tracht knelpunten op de wegen op te lossen en het openbaar vervoer te optimaliseren.
Er wordt op een zeer beperkt aantal tracés tol geheven.
Op de site van Nederlands grootste spoorwegvervoerbedrijf (NS) kunt u behalve de reistijden, ook de prijzen van de diverse vervoersbewijzen opzoeken.
Naast de NS zijn er ook particuliere ondernemingen, die het vervoer per spoor verzorgen.
Door het gebruik van de OV kaart kunt u met alle vervoerders reizen. Soms moet u op een reis van meerdere vervoerders gebruik maken. Let op: bij het overstappen moet u bij iedere afzonderlijke vervoerder in- en uitchecken.
Naast de trein en de auto, is de fiets één van de meest belangrijkste vervoersmiddelen, zeker in de grote steden, is de fiets het vervoersmiddel bij uitstek. Daarnaast fietsen veel Nederlanders recreatief.
Links:
Titel/naam | URL |
Openbaar Vervoer | |
Nationale Spoorwegen | |
Openbaar Vervoerkaart |