In België zijn er diverse manieren om werk te zoeken en vacatures te vinden:
Openbare diensten voor arbeidsvoorziening
- Le Forem voor Wallonië
- VDAB voor Vlaanderen
- Actiris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Het ADG voor de Duitstalige Gemeenschap
Andere partijen op de arbeidsmarkt
- Wervings- en selectiebureaus
- Selor (het selectiebureau van de overheid)
- Bedrijven
- Uitzendorganisaties of -bureaus
Media
- Internet
- Sociale media / zakelijke netwerksites (LinkedIn, Facebook, Twitter, Instagram, enz.)
Pers
Vooral in het weekend zijn in de binnenlandse kranten veel vacatures te vinden. De belangrijkste Nederlandstalige dagbladen zijn: De Morgen, De Standaard,
Het Nieuwsblad, De Tijd, Het Laatste Nieuws. Aan Franstalige kant: La Dernière Heure, Le Soir, La Libre Belgique, La Meuse, L’Echo. In het Duits: Grenz-Echo.
Lokale reclamebladen en regionale kranten (Vlan, JobsRégions, enz.)
Daarnaast zijn er veel “verborgen” vacatures, waarvoor niet extern wordt geworven. Daarom zijn open sollicitaties ook interessant. Deze “verborgen” arbeidsmarkt is toegankelijk via bedrijvengidsen, persoonlijke en zakelijke sociale media, krantenartikelen, andere analyses van de arbeidsmarkt in vakbladen, enz.
Links:
Titel/naam | URL |
Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling – Brussels Hoofdstedelijk Gewest | |
Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling – Wallonië | |
Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling – Vlaanderen | |
Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling – Duitstalige Gemeenschap | |
Selor (selectiebureau van de overheid) | |
Federatie van uitzendarbeid | |
Monster (vacaturesite met zoekfunctie) | |
Vacature (vacaturesite met zoekfunctie) | |
Stepstone (vacaturesite met zoekfunctie) | |
Références (vacaturesite met zoekfunctie) | |
Jobijoba (zoekmachine voor werk) | |
Alterjob (ethische/duurzame banen) | |
Guide social (banen in de non-profitsector) | |
Socius | |
Jobat (zoeken per provincie) | |
Vlan (zoeken per regio) | |
Job régions (zoeken per regio) | |
Het Laatste Nieuws (pers) | |
La Dernière Heure (pers) | |
De Standaard (pers) | |
Le Soir (pers) | |
De Tijd (pers) | |
Grenz-Echo (pers) | |
De Morgen | |
LinkedIn (zakelijk netwerk) | |
Viadeo (zakelijk netwerk) |
|
CV
De meeste werkgevers lezen eerst een cv en dan pas een motivatiebrief. Het is uw visitekaartje. In uw cv moeten uw sterke punten en competenties naar voren komen om de interesse van een werkgever te wekken. Daarom moet het gemakkelijk leesbaar zijn, er verzorgd uitzien en helder zijn opgesteld. Onderdelen van een cv:
- Persoonlijke gegevens – Vermeld uw naam, voornaam, adres, telefoonnummer (geef ook het landnummer als u in het buitenland woont), e-mailadres en Skype-account bovenaan de bladzijde; geen foto (behalve wanneer dit voor de functie belangrijk is of wanneer de werkgever erom vraagt). Om elke vorm van discriminatie in de sollicitatieprocedure te voorkomen, hoeven geen privégegevens te worden vermeld (leeftijd, nationaliteit, gezinssituatie, geslacht).
- De functie of baan waar u naar solliciteert – Vermeld in de titel de gewenste baan of functie (gebruik de Belgische functiebenamingen).
- Ervaring – Dit is het belangrijkste onderdeel van uw cv. Begin bij voorkeur met het noemen van uw meest recente ervaring. Vermeld alle functies die u hebt vervuld en geef van elke functie een korte inhoudelijke beschrijving. Noem aan de hand van trefwoorden de belangrijkste taken die u hebt verricht en vermeld eventueel de aan u opgedragen verantwoordelijkheden (bijvoorbeeld het aantal mensen onder uw leiding, begrotingsverantwoordelijkheid en dergelijke) en/of geef informatie over het bedrijf (aantal werknemers, omzet). Vermeld ook successen die u in uw werk hebt geboekt en belangrijke projecten die u hebt uitgevoerd. Pas afgestudeerden kunnen stages of andere werk- en persoonlijke ervaring noemen (vrijwilligerswerk, diverse stages enz.).
- Opleiding – Begin met uw meest recente opleiding en ga niet verder terug dan het voortgezet of het hoger onderwijs. Noem ook de titel van uw afstudeerscriptie en/of uw proefschrift en eventueel uw resultaten.
- Aanvullende opleidingen – Vermeld hier seminars en opleidingen die van belang zijn voor de gewenste functie en het bedrijf waarbij u solliciteert.
- Kennis en vaardigheden – In dit deel van uw cv kunt u aangeven dat u over aantoonbare kennis op een bepaald gebied beschikt, zoals computerkennis, technische kennis of andere vaardigheden.
- Talenkennis – Deze informatie kunt u het beste in een aparte rubriek onderbrengen, want talenkennis is in België van groot belang (Frans in Wallonië en Brussel, Nederlands in Vlaanderen en Brussel en Duits in de Duitstalige gemeenschap). Gebruik het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen (ERK) om uw niveau te bepalen (gebruik van de taal in de praktijk).
- Interesses – Geef een overzicht van uw sportieve en culturele activiteiten en uw vrijwilligerswerk: zo krijgt de werkgever een idee van uw persoonlijkheid. Vermeld ook bepaalde algemene vaardigheden die nuttig kunnen zijn in een werkomgeving.
Geef uw cv een persoonlijke noot – Wees creatief in de lay-out en leg de nadruk op uw praktische vaardigheden (knowhow). Wees eerlijk. Wees voorzichtig met diplomatitels en andere benamingen die specifiek zijn voor uw land van herkomst, maar die de werkgever wellicht niet kent.
Publiceer uw cv ook online om het voor recruiters zichtbaar te maken. De meeste vacaturesites bieden deze mogelijkheid.
Motivatiebrief
Stem uw motivatiebrief af op het bedrijf of de vacature. In uw sollicitatiebrief stelt u zich voor. U beschrijft uw persoonlijkheid en uw profiel. Geef duidelijk aan wat uw sterke punten zijn en in welk opzicht u zich onderscheidt van andere kandidaten met hetzelfde diploma. Zorg dat uw brief onmiddellijk opvalt.
Bij een open sollicitatie solliciteert u bij een bepaald bedrijf zonder dat er sprake is van een specifieke vacature. Het schrijven van een sollicitatiebrief is dan minder eenvoudig omdat u uw brief niet kunt afstemmen op een specifieke functie. In dat geval is het belangrijk uw carrièredoelstellingen helder en overtuigend neer te zetten. Houd altijd in gedachten dat er geen algemene regels zijn voor het schrijven van een goede motivatiebrief en dat iedere werkgever zijn eigen opvattingen heeft.
Links:
Titel/naam | URL |
Een cv opstellen (in het Nederlands) | |
Hulp bij het schrijven van een cv en een motivatiebrief in Brussel | |
Hulp bij het schrijven van een cv en een motivatiebrief in Brussel | http://www.actiris.brussels/fr/citoyens/beneficier-d-un-coaching/ |
Hulp bij het schrijven van een cv en een motivatiebrief in Brussel | |
Een cv en een motivatiebrief schrijven in Wallonië | |
Een cv en een motivatiebrief schrijven in Wallonië | https://www.leforem.be/particuliers/lettre-de-motivation.html |
Ondersteuning bij het zoeken naar werk in Wallonië | |
Een Europees cv opstellen | |
Hulp bij het schrijven van een motivatiebrief en een cv (in het Duits) | http://www.adg.be/desktopdefault.aspx/tabid-5310/9309_read-50610/ |
Gemeenschappelijk Europees referentiekader | https://europass.cedefop.europa.eu/nl/resources/european-language-levels-cefr |
Diversiteit en gelijke kansen |
|
Definitie
Het werkgelegenheidsbeleid is een regionale bevoegdheid. Elke Regio is verantwoordelijk voor het ontwerp en de tenuitvoerlegging van werkgelegenheidsmaatregelen.
Iedere regionale openbare dienst voor arbeidsvoorziening (Actiris, Le FOREM, VDAB, ADG) biedt stages en leercontracten aan voor werkzoekenden. Alleen in Brussel worden stages aangeboden door Actiris en leercontracten door regionale opleidingsaanbieders (Bruxelles-Formation en VDAB).
Het begrip stage kan in België daarom op verschillende manieren gedefinieerd en geïmplementeerd worden: iedere openbare dienst voor arbeidsvoorziening hanteert een eigen opvatting van het begrip.
Definitie van een stage
Actiris beschouwt een stage als een tot meestal 6 maanden durende praktijk- of professionele stage in een bedrijf (in Brussel of in het buitenland) bedoeld om de vaardigheden die tijdens studie of beroepsopleiding zijn opgedaan in de praktijk toe te passen. Een stage kan ook voor of na een eerste werkervaring plaatsvinden.
In Wallonië wordt geen formele definitie van een stage gehanteerd. Over het algemeen wordt een stage beschouwd als een proefperiode in de praktijk die verband houdt met studie, beroepsopleiding of beleidsmaatregelen om de inzetbaarheid van werklozen te verhogen
Overzicht
Actiris en haar partners stellen verschillende soorten stageformule en -programma’s voor (in Brussel of in het buitenland):
- Eurodyssey: uitwisselingsprogramma van de Vergadering van de Regio’s van Europa (VRE) dat jonge werkzoekenden van 18 tot 30 jaar in staat stelt 3 tot 7 maanden praktijkstage te lopen in het buitenland.
- Europese stages: zes maanden durende praktijkstage in een bedrijf in de Europese Unie, na afronding van een studie of een opleiding.
- Erasmus Pro: drie tot zes maanden durende praktijkstage in een bedrijf in de Europese Unie, na afronding van een opleiding in het Frans
- Boost 30+: een voltijdse ervaring in een Europees Land om zijn carrière-project vorm te geven of zich professioneel te heroriënteren.
- Beroepsinlevingsstage (BIS) : is een overeenkomst voor een stage in een onderneming om praktische kennis op te doen en bepaalde beroepsvaardigheden al werkend via een een opleidingsplan.
- Individuele opleiding in een bedrijf (IBO): afhankelijk van de bedrijfsbehoeften leidt een onderneming de werkzoekende op onder begeleiding van een toegewezen mentor gedurende een periode van 1 tot 6 maanden (via VDAB). Na afloop van de stage moet het bedrijf de stagiair in dienst nemen voor een periode die ten minste overeenkomt met de opleidingsperiode.
- Formation professionnelle en entreprise (FPIe): een mogelijkheid om op terrein zich te vormen in een bedrijf gedurende 4 tot 6 weken. (via Bruxelles Formation) Nadien word je in dat bedrijf aangeworven voor duur gelijk aan die van de opleiding.
- First stage: voor jongeren die een opleiding hebben en in een onderneming, een VZW of in de openbare sector een eerste professionele ervaring op kunnen opdoen.
In Vlaanderen nemen alle aanbieders van formeel beroepsonderwijs een bepaalde vorm van stage in hun programma op, meestal aan het einde van de opleiding.
Een werkgever dient zich daarom bewust te zijn van de opleidingsbehoeften van de stagiair en moet bereid zijn om tijd en moeite in hem of haar te investeren.
Het doel van de werkgever is doorgaans om stagiairs in dienst te nemen, hoewel er aan het begin van de stage meestal geen formele belofte wordt gedaan om dit te doen.
Kwalificatie/Voorwaarden
Bij Actiris (stages in Brussel of in het buitenland):
Eurodyssey:
- van 18 tot maximaal 30 of 35 jaar (naargelang de gekozen regio) ;
- in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomicilieerd zijn ;
- de nationaliteit hebben van één van de lidstaten van de Europese Economische Unie of Zwitserland;
- bij Actiris ingeschreven zijn als niet-werkende werkzoekend;
- In het bezit van een diploma (beroepsonderwijs, hoger onderwijs, mastertitel...);
- Basiskennis van een vreemde taal.
Europese stages:
- Tussen 18 en 29 jaar;
- Niet eerder stage gelopen bij Actiris International.
Erasmus Pro-stages
In Wallonië:
- Stage de transition: werkzoekenden die bij een openbare dienst voor arbeidsvoorziening geregistreerd zijn en door een openbare dienst voor arbeidsvoorziening worden gecoacht in het kader van de “Stage d ’insertion professionnelle” (wachtperiode voor het ontvangen van een werkloosheidsuitkering op basis van opleiding), maximaal 30 jaar oud, geen hoger opleidingsniveau dan secundair onderwijs.
- Plan formation insertion: werkzoekenden die bij een van de vier Belgische openbare diensten voor arbeidsvoorziening geregistreerd zijn en in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor België.
- Stage de fin de formation: voor personen die zijn opgeleid in een van de centra voor beroepsonderwijs van Le Forem.
- Taalstage: werkzoekenden die door La Forem geregistreerd zijn. De ELAO-taalvaardigheidstest van de aanvrager moet ten minste op B1-niveau zijn en hij of zij moet een beroepsgericht project uitvoeren dat verband houdt met de stage.
Alle stageregelingen staan open voor personen uit andere landen, op voorwaarde dat deze aan de voorwaarden voldoen.
In Vlaanderen staan stages alleen open voor personen uit België of uit het buitenland die een beroepsopleiding volgen.
Uitvoering
In Brussel biedt Actiris werkzoekenden individuele begeleiding om te zorgen dat er een match wordt gevonden tussen hun profiel (vaardigheden en behoeften) en het aanbod van stages. In de overeenkomst tussen de werkzoekende, de onderneming en de aanbieder moeten de leerdoelen en -taken van de stage duidelijk worden aangegeven. Dankzij subsidies en toelagen kunnen werkzoekenden ervaring opdoen en nieuwe vaardigheden ontwikkelen om hun integratie in de arbeidsmarkt te verbeteren.
In Wallonië wordt dit beleid vormgegeven door regionaal beleid, in overeenstemming met de aanbeveling van de Europese Raad over een kwaliteitskader voor stages.
In Vlaanderen voldoen stages aan de aanbevelingen van het kwaliteitskader voor stages.
Onder Belgische wetgeving is een onbetaalde stage alleen mogelijk als onderdeel van een erkende opleiding.
Levens- en arbeidsomstandigheden
In België zijn stageovereenkomsten gebaseerd op arbeidsovereenkomsten; stagiaires vallen onder dezelfde wetgeving als werknemers (dezelfde rechten en plichten). De werkgever verstrekt de stagiair bijvoorbeeld een kopie van het arbeidsreglement en moet een verzekering tegen arbeidsongevallen afsluiten.
Op zoek naar mogelijkheden/vacatures
Bij Actiris (stages in Brussel of in het buitenland):
Bij Le Forem:
“Stage de transition” en “Plan Formation Insertion”: vacatures worden vermeld op www.leforem.be
Taalstage: Stagiaires moeten zelf een bedrijf vinden. Ze kunnen het team “immersion linguistique” om ondersteuning vragen:
“Stage de fin de formation”: er worden geen vacatures gepubliceerd. Stagiaires zoeken samen met een trainer en met behulp van het netwerk van het centrum voor beroepsonderwijs naar een werkplek.
In Vlaanderen maken stages altijd onderdeel uit van een beroeps- of andere opleiding en worden in het kader van deze opleiding georganiseerd.
Financiering en steun
In Wallonië:
- Stage de transition: gedurende de stageperiode ontvangen de werkzoekenden van de werkgever een toelage van 200 EUR, een vergoeding van de reiskosten en een opleidingsvergoeding van 26,82 EUR per dag, die wordt betaald door de instantie die verantwoordelijk is voor het uitkeren van werkloosheidsuitkeringen.
- Plan Formation Insertion: De stagiairs behouden hun werkloosheidsuitkering en ontvangen een toelage van de werkgever. Na afloop van de stageperiode moet de werkzoekende ten minste een tijdelijke arbeidsovereenkomst worden aangeboden.
- Stage de fin de formation: stagiairs ontvangen geen salaris, maar krijgen een toelage van 1 EUR per uur, en hun reiskosten worden vergoed.
- Taalstage: Stagiairs ontvangen een financiële bijdrage voor hun reis- en verblijfkosten.
Alle informatie is beschikbaar op de website van Le Forem: www.leforem.be
In Vlaanderen worden stages op dezelfde manier ondersteund en gefinancierd als beroepsonderwijs.
Waar vacatures plaatsen
In Wallonië kunnen werkgevers hun vacatures voor een “Stage de transition” of een “Plan Formation Insertion” publiceren op de website van Le Forem: www.leforem.be
In Vlaanderen is meer informatie beschikbaar op www.vdab.be
Financiering en steun
In Wallonië is alle informatie beschikbaar op: https://www.leforem.be/entreprises/former-un-nouveau-collaborateur.html
In Vlaanderen worden werkgevers ondersteund door de instelling voor beroepsonderwijs.
Rechtskader
Het werkgelegenheidsbeleid is een regionale bevoegdheid. Elke regio is verantwoordelijk voor het ontwerp en de tenuitvoerlegging van werkgelegenheidsmaatregelen.
Iedere regionale openbare dienst voor arbeidsvoorziening (Actiris, Le FOREM, VDAB, ADG) biedt stages en leercontracten aan voor werkzoekenden. Alleen in Brussel worden stages aangeboden door Actiris en leercontracten door regionale opleidingsaanbieders (Bruxelles-Formation en VDAB).
Rechtskader
1. Deeltijdonderwijs voor leerlingen van 15 tot 25 jaar in CEFA’s (centres d’éducation et de formation en alternance), opleidingscentra die educatie afwisselen met een leerwerkplaats in een onderneming.
Deeltijdonderwijs op school in combinatie met werken in de praktijk, voor leerlingen van 15 tot 25 jaar, wordt door een centrum georganiseerd dat meestal van een opleidingsinstituut voor technische- en beroepsopleidingen afhankelijk is. Scholen werken samen met:
- sectorconvenanten;
- bedrijven;
- centra voor geavanceerde technologieën in de Franse Gemeenschap;
- centra voor geavanceerde technologieën in de Vlaamse Gemeenschap.
Deze centra zijn opgericht om het opleidingsmateriaal te verbeteren dat voor technische- en beroepsopleidingsprogramma’s wordt gebruikt en om de kwaliteit van de scholen te verbeteren.
De leercontractcentra zijn openbare instellingen onder de verantwoordelijkheid van:
- het Ministerie van Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding voor de Middenklasse in Brussel;
- het Ministerie van Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding in Wallonië;
- een Ministerie voor alle Beroepsopleidingen in de Duitstalige Gemeenschap;
- het Ministerie van Werk en Sociale Zaken in Vlaanderen, behalve voor leerlingen die nog steeds onder het toezicht staan van het Ministerie van Onderwijs.
Deze instellingen werken alle samen met sectorale en beroepscommissies en bieden vier verschillende programma’s aan: leercontracten, ondernemersvorming, permanente educatie ten behoeve van ondernemers en training in ondernemerschap en het oprichten van bedrijven.
Om voor een plaats in aanmerking te komen moeten leerlingen een leercontract tekenen met een werkgever.
Verschillende soorten contracten kunnen van toepassing zijn:
- een industrieel opleidingscontract voor betaalde beroepen (CAI);
- een overeenkomst voor integratie op de arbeidsmarkt (CISP). Dit is een drieledige overeenkomst voor een jaar, ondertekend door een centrum voor deeltijdonderwijs (centre de formation en alternance – CEFA), een bedrijf en een jonge stagiair(e). De laatste ontvangt maandelijks een opleidingsvergoeding die gelijk is aan de vergoeding die een leerling ontvangt;
- een deeltijdcontract (wet van 3 juli 1978).
2. Leercontractstelsel voor kmo’s (15 jaar en ouder):
Vier instellingen regelen de leercontracten en ondernemersvorming in België:
- SFPME/EFPME voor de Franstalige leercontracten in Brussel. (SFPME = Opleidingsdienst voor kleine en middelgrote ondernemingen);
- SYNTRA Vlaanderen voor de Vlaamstalige leercontracten in Vlaanderen en Brussel (het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming werkt samen met vijf regionale opleidingscentra);
- IFAPME voor de Franstalige leercontracten in Wallonië;
- IAWM voor de Duitstalige leercontracten in de Duitstalige Gemeenschap (IAWM = Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen – Opleidingsinstituut voor kleine en middelgrote ondernemingen).
3. Een industrieel opleidingscontract voor betaalde beroepen (CAI) is een contract op basis waarvan een jongere zich kan laten opleiden door een werkgever (na goedkeuring door een paritaire commissie in de desbetreffende sector) terwijl hij of zij een theoretische opleiding volgt aan een school die een alternernd werk- en opleidingsprogramma aanbiedt.
Zie voor alle details aangaande het wettelijk kader en de contracten het volgende referentiemateriaal: https://werk.belgie.be/nl/themas/arbeidsreglementering/jeugdige-werknemers/statuut-leerling-stagiair
In Vlaanderen is het leercontractstelsel gericht op de opleiding van een nieuwe generatie vakmensen in een bepaalde branche of een bepaald beroep met training op de werkplek en vaak bijbehorende leeractiviteiten (klassikaal werk en leesopdrachten).
Beschrijving van programma’s
1. Het schoolstelsel:
- Leerlingen kunnen voor een beroepsopleiding in deeltijd kiezen na hun eerste twee jaar in het secundair onderwijs. Zij volgen een lesprogramma van vijftien uur - twee dagen op school en drie dagen bij een bedrijf - aan de hand van een specifieke arbeidsovereenkomst (onder de achttien) of een arbeidscontract vanaf de leeftijd van achttien jaar; ze staan onder toezicht van een begeleider.
- Vakken en werkervaring moeten volledig geïntegreerd zijn om de voor de beroepsopleiding vastgestelde doelen te kunnen behalen. Aan leerlingen van onder de achttien die moeite hebben om zich te oriënteren of te integreren, of die moeite hebben om een werkgever te vinden die hun een plek wil aanbieden, kan een voortraject (bijzondere individuele opleidingsmodule) worden aangeboden.
- Leerlingen moeten een zevende jaar afronden voordat hun een volledig diploma secundair onderwijs mag worden uitgereikt. In de Franstalige en Duitstalige Gemeenschappen bieden zowel de technische opleidingen als de beroepsopleidingen voor sommige beroepen de mogelijkheid om een complementair zevende jaar te volgen, evenals een aanvullend jaar beroepsopleiding (een, twee of drie jaar) voor opleidingen in de verpleging.
2. Het leercontractstelsel:
- Jongeren mogen deelnemen aan dit stelsel als ze tussen de 15 (na afronding met goed gevolg van de eerste twee jaar secundair onderwijs) en 25 jaar oud zijn, en in de Duitstalige Gemeenschap zelfs tot hun 30e. Ze zijn 1 tot 2 dagen in het centrum, waar ze algemene en technische vakken volgen, en 3 tot 4 dagen bij een bedrijf.
- Jongeren van onder de 18 jaar worden nog als leerling beschouwd, behalve in de Waalse Regio, waar ze de bijzondere status van stagiair(e) hebben, d.w.z. noch leerling noch medewerker. Zij leven de wettelijke onderwijsplicht na voor verplicht deeltijdonderwijs en behouden hun recht op kinderbijslag, maar ontvangen niettemin een vaste vergoeding van hun werkgever. De bedrijfsleider of een medewerker van het bedrijf is de hoofdinstructeur/mentor van de jongeren tijdens hun leercontractperiode.
- Een raadgever uit het personeel van de werkgever speelt een belangrijke rol bij het begeleiden en sturen van de stagiair(e) en als tussenpersoon tussen het opleidingscentrum en de werkgever. De meeste beroepen kunnen met dit stelsel via het leercontractmodel worden geleerd (een aantal beroepen vereist een hoger opleidingsniveau, zoals accountant, verzekeraar, etc.).
- Na het algemene opleidingsdeel en het beroepsgedeelte (praktijkwerk voor bedrijf en cursussen) met goed gevolg te hebben afgerond, kan de jongere een reeks certificaten bemachtigen en proberen een baan te krijgen bij het desbetreffende bedrijf, een vakkracht te worden (zelfde niveau als een medewerker), een onderwijsprogramma op het gebied van ondernemersvorming te volgen of verder te gaan met een vervolgopleiding.
Voor deze leercontracten zijn vereist:
- een opleidingsplan;
- een erkende school of erkend opleidingscentrum;
- een contract of overeenkomst;
- een opleidingsbedrijf dat als zodanig is erkend door de regionale autoriteiten.
Het leercontract leidt tot een erkend diploma of certificaat. De leerling of werkzoekende ontvangt loon en de werkgever kan financiële steun ontvangen.
Meer informatie is te vinden op:
In Vlaanderen:
- Individuele Beroepsopleiding (IBO): De werkgever mag gedurende een aantal maanden tegen gereduceerde kosten over de stagiair(e) beschikken, maar moet de leeractiviteiten aanbieden met het stellige voornemen om hem of haar aan het einde van de opleidingsperiode in dienst te nemen. Begeleiding en ondersteuning van PES zijn beschikbaar.
- Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO): De stagiair(e) verricht vakwerk en verkrijgt zodoende de vereiste vaardigheden. Er wordt een vormingsplan gevolgd.
Kwalificaties/voorwaarden
In België:
- In het bezit zijn van een verblijfsvergunning, ingeschreven staan bij een school en kunnen aantonen over voldoende middelen te beschikken om in het land te kunnen leven. Een kandidaat uit de Europese Economische Ruimte (EER) kan toegang verkrijgen tot Belgisch grondgebied door een geldige identiteitskaart of een geldig nationaal paspoort over te leggen In het bezit zijn van een werkvergunning, behalve voor ingezetenen van landen binnen de EER of van Zwitserland
- Een bewijs van gelijkwaardigheid voor uw diploma verkrijgen
In Wallonië moeten mensen in het bezit zijn van een verblijfsvergunning en tussen de 15 en 25 jaar oud zijn. Werkzoekenden moeten ingeschreven zijn bij Le Forem (om te kunnen worden ingeschreven moet men in het bezit zijn van het juiste verblijfsdocument)
In Vlaanderen:
- individuele Beroepsopleiding (IBO): deelname staat open voor personen met de Belgische nationaliteit;
- beroepsinlevingsovereenkomst (BIO): deelname staat open voor iedereen die een werkvergunning heeft.
Levens- en arbeidsvoorwaarden
EU-burgers mogen in België werken zonder werkvergunning. Indien ze langer dan drie maanden willen blijven werken, moeten ze een tijdelijke verblijfsvergunning aanvragen:
http://europa.eu/youreurope/citizens/work/work-abroad/index_en.htm.
In Wallonië is opleidingsduur afhankelijk van de wettelijke leeftijd. Voor de leerlingen is de duur van het programma twee of drie jaar, voor werkzoekenden varieert de duur van zes maanden tot twee jaar.
Het leercontract wordt contractueel vastgelegd en valt onder de algemene arbeidswetgeving.
Het salaris en de vergoeding kunnen verschillen afhankelijk van het contract, de leeftijd, de sector, enz. Kijk voor meer informatie op: www.sysfal.be.
In Vlaanderen:
- Individuele Beroepsopleiding (IBO): De cursist krijgt tijdens de IBO een uitkering en een IBO-premie. De hoogte van de premie hangt af van de uitkering en wordt betaald door VDAB. Daarnaast krijgt de cursist een verplaatsingsvergoeding en kinderopvangvergoeding waar nodig. Meer info: https://www.vdab.be/ibo/wzinfo.shtml#hoeveel
- Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO):
De BIO heeft een kleine naamswijziging gehad. Dat is van Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) naar Beroepsinlevingsstage (BIS) gegaan.
Tijdens de beroepsinlevingsstage ontvangt de stagiair een stagepremie en eventuele vervoerskosten van de werkgever. De stagepremie bedraagt 812,84 euro bruto (geïndexeerd bedrag maart 2020) voor een voltijdse BIS.
Op zoek naar mogelijkheden/vacatures
De belangrijkste sectorale fondsen in België:
In Brussel:
In Wallonië:
In Vlaanderen:
- www.leertijd.be
- IBO: vacatures worden gepubliceerd op www.vdab.be
- BIS: vacatures worden niet online gepubliceerd, het initiatief ligt bij de werkgever.
Financiering en steun
In Brussel:
In Wallonië:
In Vlaanderen:www.vdab.be
Waar vacatures plaatsen
In België gevestigde werkgevers kunnen op de websites van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening en beroepsopleidingsinstituten advertenties plaatsen voor hun leercontractprogramma’s.
In Brussel:
In Wallonië:
In Vlaanderen: www.vdab.be
Financiering en steun
Geen informatie beschikbaar
Vrij verkeer van goederen is een van de hoekstenen van de Europese interne markt.
Het wegnemen van nationale belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen binnen de EU is een van de beginselen die zijn vastgelegd in de EU-verdragen. De EU-landen kenden een traditie van protectionisme, maar hebben geleidelijk aan beperkingen opgeheven om een ‘gemeenschappelijke’ of interne markt te creëren. Deze inspanningen om een Europese handelszone zonder grenzen tot stand te brengen hebben meer welvaart en nieuwe banen opgeleverd, en heeft de EU wereldwijd op de kaart gezet als mondiale handelspartner naast de Verenigde Staten en Japan.
Ondanks de inspanningen van Europa om alle interne handelsbarrières op te heffen, zijn niet alle economische sectoren geharmoniseerd. De Europese Unie heeft echter besloten om op Europees niveau sectoren te reguleren die een verhoogd risico voor de Europese burgers met zich mee kunnen brengen, zoals farmaceutische of bouwproducten. De meeste producten (die als ‘minder risicovol’ worden beschouwd) vallen onder het zogeheten beginsel van wederzijdse erkenning. Dit betekent dat in principe elk product dat legaal in een van de lidstaten wordt geproduceerd of op de markt wordt gebracht, binnen de grenzen van de interne markt van de EU vrij mag worden vervoerd en verhandeld.
Grenzen aan het vrije verkeer van goederen
Het EU-Verdrag geeft lidstaten het recht om grenzen te stellen aan het vrije verkeer van goederen wanneer sprake is van een specifiek algemeen belang, zoals bescherming van het milieu, de volksgezondheid of de openbare orde, om slechts enkele voorbeelden te noemen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de nationale overheid van een lidstaat de markttoegang van een product kan verhinderen of beperken, wanneer zij van mening is dat de invoer ervan een mogelijke bedreiging oplevert voor de volksgezondheid, de goede zeden of de openbare orde. Voorbeelden hiervan zijn genetisch gemodificeerd voedsel of bepaalde energy drinks.
Hoewel de aanschaf van goederen voor eigen gebruik in een andere lidstaat in principe niet aan banden wordt gelegd, gelden er Europese beperkingen voor specifieke productcategorieën zoals alcohol en tabak.
Vrij verkeer van kapitaal
Een andere essentiële voorwaarde voor het functioneren van de interne markt is het vrije verkeer van kapitaal. Het vrije kapitaalverkeer is een van de vier door de EU-wetgeving gegarandeerde fundamentele vrijheden, die aan de basis ligt van de integratie van de Europese financiële markten. Europeanen kunnen hun geld nu in elke EU-lidstaat beheren en beleggen.
De liberalisering van de kapitaalmarkten was een cruciaal moment in het proces van economische en monetaire eenwording van de EU. Het was de eerste stap op weg naar de oprichting van de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) en de gemeenschappelijke munt, de euro.
Voordeel
Het beginsel van vrij verkeer van kapitaal verhoogt niet alleen de efficiency van de financiële markten binnen de Unie, maar brengt ook een aantal voordelen met zich mee voor EU-burgers. Zij kunnen binnen de EU namelijk een groot aantal financiële transacties uitvoeren zonder daarbij noemenswaardige belemmeringen te ondervinden. Zo kunnen particulieren vrijwel ongehinderd door beperkingen
- gemakkelijk een bankrekening openen,
- aandelen kopen,
- beleggen, of
- onroerend goed kopen
in een andere lidstaat. EU-ondernemingen kunnen investeren in andere Europese ondernemingen of deze overnemen en beheren.
Uitzonderingen
Zowel binnen de lidstaten als in het verkeer met derde landen gelden bepaalde uitzonderingen op dit beginsel. Deze uitzonderingen gelden voornamelijk in verband met belastingen, bedrijfseconomisch toezicht, de openbare orde, het witwassen van geld en financiële sancties die zijn overeengekomen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid van de EU.
De Europese Commissie werkt nog steeds aan de voltooiing van de vrije markt voor financiële diensten en gebruikt hiervoor nieuwe strategieën voor financiële integratie. Dit maakt het voor burgers en bedrijven nog gemakkelijker om hun geld binnen de EU te beheren.
Een woning huren of kopen
Beschikbare woningen zijn te herkennen aan oranje-zwarte affiches met de tekst “te huur” of “te koop” (“à louer” en “à vendre” in Franstalig gebied). De meeste Belgische dagbladen en streekkranten bevatten advertenties voor huur- en koopwoningen. U kunt ook een makelaar inschakelen of advertenties op internet bekijken.
Tijdelijke huisvesting
Hotels zijn relatief duur. Jeugdherbergen, kamers bij particulieren en B&B’s zijn goedkopere alternatieven. Voor meer informatie kunt u terecht bij de plaatselijke vvv’s.
In de zomer worden in universiteitssteden soms kamers in studentenflats te huur aangeboden.
Verhuuradvertenties vindt u op internet en in plaatselijke kranten. Informatiecentra zoals “kotdiensten” (kot = studentenkamer) en “Infor Jeunes” (tot 25 jaar) bieden heel nuttige informatie.
Links:
Titel/naam | URL |
Naar België verhuizen | |
In België wonen | https://www.vivreenbelgique.be/1-logement/la-recherche-d-un-logement |
Immoweb – Website met woningadvertenties | |
Vlan – Online woningadvertenties | |
Informatie voor jongeren | |
Informatie voor jongeren | |
Jeugdherbergen in België | |
Statbel – België in cijfers | |
Grenzecho – Online woningadvertenties |
|
De leerplicht duurt 12 jaar en loopt van 6 tot 18 jaar; eventueel gaan kinderen eerst nog naar het kleuteronderwijs.
- Kleuteronderwijs: vanaf 2,5 jaar (3 jaar in de Duitstalige gemeenschap)
- Lager onderwijs: vanaf 6 jaar
- Secundair onderwijs: van 12 tot 18 jaar
Na het secundair onderwijs hebben jongeren toegang tot het hoger onderwijs.
Voor informatie over inschrijving in het primair en secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs en het hoger of universitair onderwijs kunt u terecht op de volgende sites:
- Portaal belgium.be – Leren: www.belgium.be/fr/formation
- Onderwijs in Vlaanderen: http://www.ond.vlaanderen.be/
- Onderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel: http://www.enseignement.be/
- Onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap: www.ostbelgienbildung.be
- Informatiedienst voor studie en beroep: http://www.siep.be/
- Documentatie- en informatiecentrum voor studie en beroepen (CEDIEP): http://www.cediep.be/
- https://www.cultures-sante.be/nos-outils/outils-education-permanente/item/47-le-systeme-scolaire-en-belgique-francophone.html
Het vrije verkeer van personen is een van de hoekstenen van de Europese eenwording. Er is een aantal praktische regels voor ingevoerd, om ervoor te zorgen dat burgers in alle vrijheid en gemakkelijk naar een andere lidstaat van de Europese Unie kunnen reizen. Zo is het veel minder ingewikkeld geworden om met de auto door de EU te reizen. De Europese Commissie heeft een aantal gemeenschappelijke regels vastgelegd voor de wederzijdse erkenning van rijbewijzen, de geldigheid van autoverzekeringen en de mogelijkheid om een auto in te schrijven in een gastland.
Uw rijbewijs in de EU
De EU heeft een geharmoniseerd rijbewijsmodel en verdere minimumeisen voor het verkrijgen van een rijbewijs ingevoerd. Dit moet ertoe bijdragen onveilige bestuurders van de Europese wegen te houden – ongeacht waar zij hun rijexamen afleggen.
Sinds 19 januari 2013 zien alle door de EU-lidstaten afgegeven rijbewijzen er hetzelfde uit. De rijbewijzen worden gedrukt op een stuk plastic dat de grootte en vorm van een creditcard heeft.
Er zijn geharmoniseerde administratieve geldigheidsperioden voor het rijbewijsdocument ingevoerd, die voor motorfietsen en personenauto’s tussen de 10 tot 15 jaar liggen. Hierdoor kunnen de autoriteiten het rijbewijsdocument regelmatig bijwerken met nieuwe beveiligingsfuncties die het moeilijker maken om rijbewijzen te vervalsen of te manipuleren – zodat bestuurders die geen rijbevoegdheid hebben of aan wie die bevoegdheid is ontzegd, het niet alleen in eigen land maar ook elders in de EU moeilijker zullen hebben om de autoriteiten om de tuin te leiden.
Het nieuwe Europese rijbewijs beschermt ook kwetsbare weggebruikers doordat het voorziet in geleidelijke toegang voor motorfietsen en andere gemotoriseerde tweewielers. Dit stapsgewijze systeem houdt in dat rijders eerst ervaring moeten opdoen met een minder krachtige fiets voordat ze op grotere machines mogen overstappen. Bromfietsen zullen ook een aparte categorie vormen, genaamd AM.
U moet een rijbewijs aanvragen in het land waar u gewoonlijk of geregeld verblijft. Doorgaans is dat het land waar u vanwege persoonlijke of werkgerelateerde banden minimaal 185 dagen per kalenderjaar woont.
Als u persoonlijke/werkgerelateerde banden heeft in twee of meer EU-lidstaten, is uw gewone verblijfplaats de plaats waar u persoonlijke banden heeft, zolang u maar regelmatig teruggaat. Aan deze laatste voorwaarde hoeft u niet te voldoen als u voor bepaalde tijd in een EU-land woont om een taak uit te voeren.
Als u naar een ander EU-land verhuist om aan een hogeschool of universiteit te studeren, verandert uw gewone verblijfplaats niet. U kunt in uw gastland wel een rijbewijs aanvragen als u kunt aantonen dat u daar al minimaal 6 maanden hebt gestudeerd.
Uw auto registreren in het gastland
Verhuist u definitief naar een ander EU-land en neemt u uw auto mee, dan moet u die in uw nieuwe land inschrijven en daar de bijbehorende belasting betalen.
Er zijn geen gemeenschappelijke EU-regels voor voertuigregistratie en -belastingen. In sommige landen hoeft u geen belasting te betalen voor de inschrijving van uw auto als u definitief verhuist.
Om voor zo'n vrijstelling in aanmerking te komen, moet u nagaan welke voorwaarden en termijnen er gelden in het land waar u heengaat.
Bekijk de regels van de nationale instanties: https://europa.eu/youreurope/citizens/vehicles/registration/registration-abroad/index_nl.htm.
Autoverzekering
EU-burgers kunnen hun auto in elke EU-lidstaat laten verzekeren, voor zover de betrokken verzekeringsmaatschappij beschikt over een vergunning van de nationale overheid van dat land om de hiertoe noodzakelijke polissen te verstrekken. Een maatschappij die is gevestigd in een andere lidstaat mag uitsluitend een verplichte polis voor wettelijke aansprakelijkheid verkopen wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De verzekering is overal binnen de Unie geldig, ongeacht de plaats van een eventueel ongeval.
Belastingen
Belasting over de toegevoegde waarde of btw op motorvoertuigen wordt over het algemeen betaald in het land waar de auto wordt aangeschaft, hoewel de btw in bepaalde omstandigheden wordt afgedragen in het land van bestemming.
Meer informatie over de regels die gelden wanneer u een voertuig wilt inschrijven in een andere EU-lidstaat dan de lidstaat van aanschaf, vindt u onder deze link: https://europa.eu/youreurope/citizens/vehicles/registration/taxes-abroad/index_nl.htm.
Inschrijvingsprocedure
1. Eerste stap (ongeacht de verblijfsduur)
Binnen tien dagen na aankomst in België moet u uw aanwezigheid bij de gemeente melden. Neem uw paspoort of identiteitskaart mee. U krijgt dan een speciaal document, een zogeheten melding van aanwezigheid.
2. Kort verblijf voor onderdanen van de Europese Economische Ruimte (EER) (melding van aanwezigheid)
In principe volstaat een “melding van aanwezigheid” voor een verblijf op Belgisch grondgebied van minder dan drie maanden.
In een aantal gevallen moet u toch de procedure ter verkrijging van bijlage 19 (aanvraag van een verklaring van inschrijving) doorlopen. Als u bijvoorbeeld als werknemer in loondienst komt, kan het gebeuren dat uw werkgever om bijlage 19 vraagt. Informeer bij de gemeente.
3. Niet-duurzaam verblijf van meer dan drie maanden voor EER-onderdanen
a) Bijlage 19 (aanvraag van een verklaring van inschrijving)
Als u langer dan drie maanden in België wilt blijven, moet u binnen drie maanden na aankomst in België bij de gemeente een aanvraag tot inschrijving (bijlage 19) indienen.
Daarvoor gaat u met een geldig paspoort of identiteitskaart en uw “melding van aanwezigheid” naar de gemeente.
De gemeente zal u vragen naar de precieze reden van uw verblijf (u komt als loontrekkende, zelfstandige, werkzoekende, student, EER-onderdaan die kan aantonen over toereikende financiële middelen te beschikken, dan wel als familielid van een EER-onderdaan).
b) Bijlage 8 (verklaring van inschrijving)
Om bijlage 8 te verkrijgen, moet u een aantal documenten bij de gemeenteadministratie indienen (deze documenten worden gespecificeerd in bijlage 19). U hebt (vanaf het moment van indiening van de aanvraag) drie maanden de tijd om alle vereiste documenten in te dienen.
4. Zwitserse onderdanen
Deze voorschriften voor inschrijving gelden niet voor onderdanen van Zwitserland. Zij moeten een andere procedure volgen. Informeer bij de gemeente.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be | |
Vivre en Belgique – Nuttige informatie(bronnen) over het wonen in België (in het Frans) | http://www.vivreenbelgique.be/sejour-en-belgique/differents-statuts-de-sejour-en-belgique |
Portaal van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken | |
Portaal van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken | https://dofi.ibz.be/sites/dvzoe/FR/Guidedesprocedures/Pages/Travail.aspx |
Leven in België – Informatie over het wonen in België (in het Nederlands) | |
Arbeidsvergunning – Brussels Hoofdstedelijk Gewest | |
Arbeidsvergunning – Vlaanderen | https://www.werk.be/online-diensten/werknemers-buitenlandse-nationaliteit |
Arbeidsvergunning – Wallonië | http://emploi.wallonie.be/home/travailleurs-etrangers/permis-de-travail.html |
Arbeidsvergunning – Duitstalige Gemeenschap |
|
U hebt besloten om in België te gaan werken. Vóór uw vertrek moet u een aantal formaliteiten regelen.
- U moet beschikken over een geldig paspoort of een geldige identiteitskaart, afgegeven door uw land van herkomst.
- Mogelijk moet u ook de nodige vergunningen aanvragen om uw beroep te mogen uitoefenen. Deze vergunningen verschillen voor zelfstandigen en werknemers in loondienst.
- Informeer hoe de sociale zekerheid in België is geregeld en hoe u als buitenlandse werknemer in loondienst of als zelfstandige premies moet afdragen.
- Neem contact op met uw bank om uw verhuizing door te geven en advies te vragen over eventuele samenwerkingsverbanden met buitenlandse banken.
- Geef uw adreswijziging aan postdiensten door en laat uw post doorsturen.
- Informeer bij uw zorgverzekeraar welke documenten u nodig hebt om u bij een Belgisch ziekenfonds in te schrijven. Verder moet u een Europese zorgpas (European Health Insurance Card) aanvragen.
- Zorg dat u beschikt over (tijdelijke) huisvesting en over toereikende financiële middelen om de eerste maand door te komen.
- Ongeacht uw status en verblijfsduur moet u bij aankomst in België een aantal formaliteiten regelen, vooral met het oog op een eventuele verblijfsvergunning.
- Als u in België werkt, moet u daar ook belastingen betalen. Informeer hoe de sociale zekerheid in België is geregeld en hoe u als buitenlandse werknemer in loondienst of als zelfstandige premies moet afdragen.
- Vergeet niet uw telefoonabonnement en uw contracten voor gas en elektriciteit op te zeggen en bij aankomst in België nieuwe contracten af te sluiten. Regel ook uw bankzaken (bankrekening en eventuele andere financiële middelen) als dat nodig is.
- Om een bankrekening te openen, moet u in het bezit zijn van een in België afgegeven identiteitsbewijs, bijvoorbeeld een verblijfsvergunning. Als u alleen een internationaal paspoort hebt, kunt u onder bepaalde voorwaarden een rekening openen. Voor overschrijvingen naar een rekening in België of in het buitenland moet u beschikken over het IBAN-nummer en de BIC-code (ook wel SWIFT-code genoemd).
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be | |
Lijst met Belgische ziekenfondsen | https://www.riziv.fgov.be/fr/professionnels/autres/mutualites/Pages/contactez-mutualites.aspx |
|
Kwaliteit van werk en werkgelegenheid - een cruciaal thema, met een sterke impact op mens en economie
Goede arbeidsomstandigheden zijn belangrijk voor het welzijn van Europese werknemers. Ze bevorderen namelijk
- het fysieke en psychologische welzijn van de Europeanen, en
- de economische prestaties van de EU.
Vanuit de mens bezien heeft de kwaliteit van de werkomgeving een grote invloed op de algemene tevredenheid van de Europese werknemers over hun werk en leven.
Vanuit economisch oogpunt zijn kwalitatief hoogstaande arbeidsomstandigheden een drijvende kracht achter de economische groei en van fundamenteel belang voor de concurrentiepositie van de Europese Unie. Een hoge mate van arbeidssatisfactie is een belangrijke factor bij de verwezenlijking van een Europese economie met een hoge productiviteit.
Het is dan ook een kerntaak van de Europese Unie om het creëren en onderhouden van een duurzame en aangename werkomgeving te bevorderen. Hiermee bedoelen we een werkplek die bevorderlijk is voor de gezondheid en het welzijn van Europese werknemers en een goed evenwicht tussen werk en vrije tijd waarborgt.
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in Europa: een belangrijke doelstelling van de Europese Unie.
Het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden voor Europese burgers is een prioriteit voor de EU. De Europese Unie werkt dan ook samen met nationale regeringen om een aangename en veilige werkomgeving te garanderen. De lidstaten worden ondersteund via:
- uitwisseling van ervaringen tussen verschillende landen en gemeenschappelijke activiteiten
- vaststelling van minimumeisen voor arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk, die overal in de Europese Unie moeten worden toegepast.
Criteria voor de kwaliteit van werk en werkgelegenheid
Voor het creëren van duurzame arbeidsomstandigheden moeten de belangrijkste kenmerken van een aangename werkomgeving en dus de criteria voor de kwaliteit van die omstandigheden in kaart worden gebracht.
De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) in Dublin is een EU- agentschap dat informatie, advies en expertise biedt op het vlak van levens- en arbeidsomstandigheden. Dit agentschap heeft een aantal criteria vastgelegd voor de kwaliteit van werk en werkgelegenheid:
- gezondheid en welzijn op het werk – dit is een cruciaal criterium, want goede arbeidsomstandigheden impliceren dat gezondheidsproblemen op het werk worden voorkomen, zodat men minder wordt blootgesteld aan risico’s en het werk beter wordt georganiseerd
- evenwicht tussen het werk en het leven daarbuiten – burgers moeten de kans krijgen om een evenwicht te vinden tussen de tijd die ze besteden aan werk en aan ontspanning en vrije tijd
- het ontwikkelen van vaardigheden – een kwaliteitsbaan is een baan die opleidings- en groeimogelijkheden en carrièrekansen biedt.
De activiteiten van Eurofound zullen bijdragen tot verwezenlijking van betere levens- en arbeidsomstandigheden in Europa.
Gezondheid en veiligheid op het werk
De Europese Commissie heeft een breed scala aan activiteiten ondernomen ter bevordering van een gezonde werkomgeving in de EU-lidstaten. Zo heeft zij onder meer een strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk ontwikkeld voor de periode 2021-2027. Deze strategie is ontwikkeld in samenwerking met nationale overheden, sociale partners en NGO’s en speelt op het gebied van werknemersbescherming in op de veranderende behoeften die zich voordoen als gevolg van de digitale en groene transitie, nieuwe vormen van werk en de COVID-19-pandemie. Tegelijkertijd zal het kader aandacht blijven besteden aan traditionele risico’s voor veiligheid en gezondheid op het werk, zoals risico’s van arbeidsongevallen of blootstelling aan gevaarlijke chemicaliën.
Het EU-beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk is gericht op een duurzame verbetering van het welzijn van de werknemers in de EU. In het beleid wordt rekening gehouden met de fysieke, morele en sociale dimensies van arbeidsomstandigheden. Daarnaast is er ook oog voor de nieuwe uitdagingen waarvoor de uitbreiding van de Europese Unie met Midden- en Oost-Europese landen ons stelt. De invoering van EU-normen voor gezondheid en veiligheid op het werk heeft de situatie van de werknemers in deze landen in hoge mate verbeterd.
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden via minimumeisen voor alle EU-landen
Het verbeteren van de levens- en arbeidsomstandigheden in de EU-lidstaten staat of valt met de invoering van gemeenschappelijke arbeidsnormen. In de arbeidswet- en regelgeving van de EU zijn minimumeisen voor een duurzame werkomgeving vastgelegd, die inmiddels in alle lidstaten worden toegepast. De verbetering van deze normen heeft de werknemers meer rechten gegeven en is een van de belangrijkste resultaten van het sociale beleid van de EU.
Het belang van transparantie – wederzijdse erkenning van diploma’s als cruciale aanvulling op het vrije verkeer van werknemers
Wanneer iemand in een ander EU-land wil gaan werken, kan de erkenning van zijn kwalificaties en vaardigheden hierbij een doorslaggevende rol spelen. Er moet dan ook een Europees systeem worden ontwikkeld dat de wederzijdse erkenning van beroepscompetenties in verschillende lidstaten garandeert. Alleen met een dergelijk systeem kan worden voorkomen dat een gebrek aan erkenning van beroepskwalificaties een belemmering vormt voor de mobiliteit van werknemers binnen de EU.
Hoofdbeginselen voor de erkenning van beroepskwalificaties binnen de EU
Het grondbeginsel is dat een EU-burger de mogelijkheid moet hebben om in elke lidstaat zijn beroep vrij uit te oefenen. Helaas wordt de praktische toepassing van dit beginsel in het gastland vaak belemmerd door nationale regels voor toegang tot bepaalde beroepen.
Om deze verschillen te ondervangen heeft de EU een systeem opgezet voor de erkenning van beroepskwalificaties. In dit systeem wordt een onderscheid gemaakt tussen gereguleerde beroepen (beroepen waarvoor bepaalde wettelijke vereisten gelden) en niet-gereguleerde beroepen in de gastlanden.
Stappen naar transparante kwalificaties in Europa
De Europese Unie heeft belangrijke stappen gezet om te komen tot transparante kwalificaties in Europa:
- sterkere samenwerking op het vlak van beroepsopleidingen, met de bedoeling om alle instrumenten voor transparante diploma’s en certificaten samen te brengen in één gebruiksvriendelijke tool. Voorbeelden zijn het Europese cv of de Europass-opleidingen.
- Het ontwikkelen van concrete activiteiten op het vlak van erkenning en kwaliteit van beroepsopleidingen.
Het ondervangen van de verschillen in onderwijs en opleiding binnen de EU
Onderwijs- en opleidingsstelsels in de EU-lidstaten vertonen nog steeds grote verschillen. Met de laatste uitbreidingen van de EU is deze diversiteit alleen maar toegenomen, vanwege de verschillende onderwijstradities. Dit vraagt om het opstellen van gemeenschappelijke regels om de erkenning van competenties te garanderen.
Om het hoofd te bieden aan deze diversiteit van nationale kwalificatienormen, onderwijsmethoden en opleidingsstructuren heeft de Europese Commissie een aantal instrumenten aangedragen om voor meer transparantie en eenvoudigere erkenning van zowel academische als beroepsdiploma’s te zorgen.
Het Europees kwalificatiekader is een hoofdprioriteit van de Europese Commissie bij de erkenning van beroepscompetenties. De hoofddoelstelling van dit kader is het leggen van verbanden tussen de verschillende nationale kwalificatiestelsels en het garanderen van een soepele transfer en erkenning van diploma’s.
Op initiatief van de Europese Commissie is in 1984 een netwerk van nationale informatiecentra voor academische erkenning opgericht. De NARIC’s geven advies over de academische erkenning van studieperioden in het buitenland. De NARIC’s spelen in alle EU-lidstaten en in de landen van de Europese Economische Ruimte een belangrijke rol bij de erkenning van kwalificaties in de EU.
Het Europees systeem voor de overdracht van studiepunten heeft tot doel de erkenning van studietijdvakken in het buitenland te vergemakkelijken. Het in 1989 ingevoerde systeem is gebaseerd op de beschrijving van onderwijsprogramma’s en de toekenning van studiepunten aan de diverse programmaonderdelen. Het vormt een belangrijke aanvulling op Erasmus, het veelgeprezen programma voor studentenmobiliteit.
Europass is een instrument om de transparantie van professionele vaardigheden te waarborgen. Het bestaat uit vijf gestandaardiseerde documenten:
- een cv (curriculum vitae),
- een tool voor het schrijven van sollicitatiebrieven,
- certificaatsupplementen,
- diplomasupplementen, en
- een Europass-mobiliteitsdocument.
Het Europass-systeem maakt vaardigheden en kwalificaties overal in Europa duidelijk en begrijpelijk. In elk land van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte zijn nationale Europass-centra opgericht, die als de voornaamste contactpunten fungeren voor mensen die informatie zoeken over het Europass-systeem.
De belangrijkste wettelijke bepalingen voor arbeidsovereenkomsten zijn opgenomen in de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. Deze wet geldt voor werknemers in de particuliere sector en voor overheidspersoneel dat niet onder een rechtspositieregeling (een “statuut”) valt.
Daarnaast is er bijzondere wetgeving voor specifieke situaties, waaronder uitzendwerk, mensen die werken op basis van “dienstencheques”, beroepssporters, enz.
De arbeidsovereenkomst is een belangrijk onderdeel van de relatie tussen een werknemer en een werkgever. Afhankelijk van de rechtspositie van de werknemer (arbeider, werknemer, handelsvertegenwoordiger, huishoudelijke hulp, student, enz.), de arbeidstijd (voltijds of deeltijds werk) of de duur van de overeenkomst (tijdelijk of voor onbepaalde tijd) kunnen de regels verschillen.
Soorten arbeidsovereenkomsten
Soorten overeenkomsten naargelang van de duur
- Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd:de einddatum van de arbeidsovereenkomst is niet vastgelegd (onbepaalde tijd).
- Tijdelijke arbeidsovereenkomst: de einddatum van de arbeidsovereenkomst is vastgelegd (de overeenkomst is voor bepaalde tijd of voor duidelijk omschreven werk).
- Arbeidsovereenkomst voor duidelijk omschreven werk: in een dergelijke overeenkomst wordt de te verrichten taak duidelijk vastgelegd (bijvoorbeeld een acteursrol in een film of het plukken van fruit op een landbouwbedrijf).
- Vervangingsovereenkomst: een vervangingsovereenkomst kan worden aangegaan ter vervanging van een vaste werknemer wiens contract is opgeschort om een andere reden dan gedeeltelijke werkloosheid wegens economische oorzaken, weersomstandigheden, staking of lock-out.
- Arbeidsovereenkomst voor tijdelijke arbeid en arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid: arbeidsovereenkomsten voor tijdelijke arbeid of voor uitzendarbeid kunnen alleen in de volgende gevallen worden gesloten: vervanging van een vaste werknemer, tijdelijke en uitzonderlijke toename van werk, uitvoering van uitzonderlijk werk, terbeschikkingstelling van een uitzendkracht met het oog op vaste aanwerving (= instroom), tewerkstelling in het kader van een door het gewest erkend tewerkstellingsproject voor langdurig werklozen en gerechtigden op financiële sociale bijstand en het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken ten bate van een occasionele werkgever of gebruiker (via een kunstenloket).
Soorten arbeidsovereenkomsten, ingedeeld naar omvang van prestaties
- Voltijdse arbeidsovereenkomst: de overeenkomst wordt aangegaan voor de maximale arbeidsduur in het bedrijf.
- Deeltijdse arbeidsovereenkomst: de overeenkomst wordt aangegaan voor een kortere arbeidsduur dan de normale arbeidsduur in het bedrijf.
Bijzondere arbeidsovereenkomsten
- Arbeidsovereenkomsten voor studenten
- Arbeidsovereenkomsten voor handelsvertegenwoordigers
- Arbeidsovereenkomsten voor huishoudelijke hulpen
- Arbeidsovereenkomsten voor thuiswerkers
- Kunstenaars en beroepssporters
Werkende jongeren
In België mag een minderjarige (iemand die nog geen 18 is) een arbeidsovereenkomst afsluiten en opzeggen, met de uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van zijn of haar vader, moeder of voogd. Indien een van de ouders of de voogd zich verzet, kan de minderjarige toestemming vragen aan de jeugdrechtbank.
Tot de leeftijd van 15 jaar moet elke jongere voltijds onderwijs volgen. Vanaf 15 jaar hoeven jongeren niet meer voltijds naar school, op voorwaarde dat zij twee jaar voltijds secundair onderwijs hebben gevolgd (ongeacht of zij geslaagd zijn). Vanaf 16 jaar vervalt de voltijdse leerplicht. Vanaf dat moment kunnen jongeren deeltijds onderwijs volgen en hun opleiding combineren met een arbeidsovereenkomst.
In het kader van een studentenovereenkomst kunnen jongeren die voltijds onderwijs volgen vanaf 15 jaar voltijds werken (maximaal 475 uur per jaar).
Seizoenswerk
In België bestaat er geen uniforme wettelijke regeling voor seizoenarbeid. Om productiepieken en perioden van grotere bedrijvigheid in de loop van het jaar aan te kunnen, mogen Belgische werkgevers gelegenheidsmedewerkers, seizoenarbeiders of “extra’s” in dienst nemen. De toepasselijke wetgeving en de soorten arbeidscontracten verschillen per bedrijfstak. De bestaande systemen zijn erop gericht zwartwerken tegen te gaan door werkgevers lagere sociale bijdragen aan te bieden en te voorzien in sociale zekerheid en een gegarandeerd salaris voor werknemers.
https://www.vdab.be/seizoenarbeid/contract-en-loon
Land- en tuinbouw: het gelegenheidsformulier
Voor seizoenswerk in de land- en tuinbouw geldt specifieke regelgeving die voorziet in de nodige flexibiliteit die onmisbaar is in deze bedrijfstak.
Het gelegenheidsformulier komt in de plaats van het arbeidscontract. Elke werkdag die op het formulier wordt genoteerd, komt overeen met een dagcontract. Het contract wordt dus elke dag automatisch beëindigd zonder dat daarvoor een specifieke procedure hoeft te worden gevolgd. De werkgever bepaalt elke dag welke persoon hij in dienst wil nemen zonder dat een nieuw arbeidscontract nodig is.
- Het gelegenheidsformulier wordt door de eerste werkgever aan de werknemer verstrekt. Elke werkdag moet met begin- en eindtijd op het formulier worden vermeld. De werkgever moet het formulier ten minste eenmaal per week ondertekenen. Indien de seizoenarbeider vervolgens bij een andere werkgever aan de slag gaat, moet hij of zij het formulier aan die werkgever overleggen en alle verdere gewerkte dagen noteren. Werknemers moeten het formulier bij een inspectie tonen.
- Het aantal werkdagen per jaar is beperkt en verschilt per type landbouwbedrijf en teelt:
Sector | Aantal werkdagen |
Landbouw (akkerbouw, teelt van veldgewassen) | 30 |
Tuinbouw (kweken van groenten en fruit, bomen en bloemen) | 65 |
Witlofteelt | 100 |
Champignonteelt | 100 |
In verband met de COVID-19-crisis is het aantal werkdagen voor 2020 verdubbeld.
- Het bruto uurloon wordt jaarlijks vastgelegd en varieert per deelsector tussen de 9,46 en 11,33 EUR. Op dit loon wordt 11,11 % bronbelasting ingehouden. De werkgever is tevens verplicht bij te dragen in de reiskosten tussen de woonplaats en de werkplek.
- De werktijd kan tot 11 uur per dag en 50 uur per week bedragen indien het werk dit vereist. Er wordt geen toeslag voor overuren betaald. Ook op zaterdagen en zon- en feestdagen mag worden gewerkt, zonder dat hiervoor een extra vergoeding verschuldigd is. N.B.: Het werk kan zeer vroeg in de ochtend beginnen (om 5 uur).
Toerisme en horeca
In de toeristische sector en de horeca kunnen werkgevers gebruik maken van verschillende soorten bijzonder arbeidscontracten om te kunnen inspelen op perioden van verhoogde bedrijvigheid. In deze bedrijfstak wordt overigens in het vakantieseizoen op brede schaal gebruik gemaakt van studenten.
- Onder een seizoenarbeider wordt verstaan: een werknemer die gebonden is door een arbeidscontract voor een duur van ten minste twee maanden in de periode van 1 mei tot en met 30 september, met een wekelijkse werktijd van ten minste drie kwart van een voltijdbaan, en die in dienst is bij één en dezelfde werkgever in een badplaats, kuuroord of toeristisch centrum. De werknemer valt onder de normale regelingen voor tijdelijke arbeidscontracten. Voor seizoenarbeiders gelden een lager tarief voor werkgeversbijdragen en een voordelig systeem voor het berekenen van de loonindexering en inschaling naar anciënniteit.
- Flexi-jobs (https://www.vdab.be/flexi-job) bieden werknemers die reeds bij een of meer werkgevers in dienst zijn, de mogelijkheid om tegen gunstige voorwaarden een extra baan te nemen bij een andere werkgever in de sector of via een uitzendbureau. Deze regeling staat werkgevers toe werknemers al naargelang de bedrijfsbehoeften op te roepen. De werkgever en de werknemer moeten een schriftelijke raamovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde duur sluiten waarin de voorwaarden voor het oproepen van het personeelslid en de vergoeding zijn vastgelegd. Daarnaast moet elke gedraaide dienst worden overeengekomen in een mondeling of schriftelijk contract. Voor flexi-jobs zijn geen normale werknemers- en werkgeversbijdragen verschuldigd. De werknemer houdt het volledige brutoloon over. Het minimumuurloon bedraagt 9,18 EUR.
- Onder gelegenheidsmedewerkers of extra’s worden werknemers verstaan die in de horeca in het kader van een arbeidscontract voor bepaalde duur worden aangeworven voor maximaal twee opeenvolgende dagen. Dit contract hoeft niet schriftelijk te worden opgesteld.
Zie voor meer informatie over specifieke arbeidscontracten en seizoenswerk:
- https://emploi.belgique.be/fr/themes/contrats-de-travail/contrats-de-travail-particuliers/contrat-de-travail-temps-partiel
- http://www.fonds-tuinbouw.be/HOME/WSFTUINBOUW/FSGHorticulture/HOOFDNAVIGATIE/Travailsaisonnier/LETRAVAILSAISONNIER/Descriptiondutravailsaisonnier/tabid/16676/language/fr-FR/Default.aspx
- https://jobs.easy-agri.com/cadre-general-de-la-reglementation-du-travail-saisonnier-en-belgique/
Links:
Titel/naam | URL |
Erkenning van buitenlandse diploma’s en getuigschriften in de Federatie Wallonië-Brussel | |
Erkenning van buitenlandse diploma’s in de Duitstalige gemeenschap | http://www.ostbelgienbildung.be/desktopdefault.aspx/tabid-2289/4467_rea… |
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg | |
Portaal belgium.be – Werk | |
Erkenning van diploma’s en getuigschriften in Vlaanderen |
Een arbeidsovereenkomst is een contract op basis waarvan een persoon, de werknemer, zich ertoe verplicht zijn werk tegen betaling in dienst te stellen van iemand anders, de werkgever, en dit werk onder diens gezag te verrichten. Een arbeidsovereenkomst bevat dan ook vier essentiële elementen: een overeenkomst, arbeid, loon en gezag van de werkgever (een relatie van ondergeschiktheid).
De afzonderlijke elementen van de arbeidsovereenkomst (waaronder de aard van het werk, de taakomschrijving indien deze in de overeenkomst is vastgelegd, de arbeidstijd en de plaats waar het werk wordt verricht) kunnen niet eenzijdig door de werkgever of de werknemer worden gewijzigd. De overeenkomst moet worden uitgevoerd onder de omstandigheden en op de tijd en plaats zoals deze zijn overeengekomen. Een arbeidsovereenkomst kan alleen met instemming van beide partijen worden gewijzigd. Als de werkgever of de werknemer een van de essentiële elementen van de overeenkomst eenzijdig wijzigt, geldt dit als het verbreken van de arbeidsovereenkomst. De werkgever of de werknemer kan de verbreking constateren en een opzeggingsvergoeding eisen. Deze regel geldt niet voor alle wijzigingen. De werkgever, die verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering, kan herstructureringen en reorganisaties doorvoeren die om dwingende economische redenen nodig zijn, voor zover hij geen essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst ingrijpend wijzigt. Volgens de wet op de arbeidsovereenkomsten is een clausule in alle gevallen nietig wanneer de werkgever zich op grond daarvan het recht voorbehoudt de arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen.
Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hoeft niet schriftelijk te worden vastgelegd. Voor alle andere arbeidsovereenkomsten en de contractuele clausules is echter wel een schriftelijk document vereist.
In de praktijk maken werkgevers vaak gebruik van een schriftelijke arbeidsovereenkomst om problemen met de bewijslast te voorkomen.
De volgende soorten arbeidsovereenkomsten moeten schriftelijk worden vastgelegd:
- studentenovereenkomsten;
- arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur of arbeidsovereenkomsten voor een duidelijk omschreven werk;
- vervangingsovereenkomsten;
- arbeidsovereenkomsten voor deeltijdarbeid;
- overeenkomsten voor tijdelijke arbeid of uitzendarbeid;
- overeenkomsten voor thuiswerkers.
De volgende clausules moeten schriftelijk worden vastgelegd:
- proeftijd (behoudens uitzonderingen — zie punt 5.3 — wordt sinds 1 januari 2014 in nieuwe overeenkomsten geen proeftijd meer opgenomen);
- concurrentiebeding.
Taalgebruik:
In België is vastgelegd welke taal moet worden gebruikt voor de sociale betrekkingen. Wanneer de exploitatiezetel van de werkgever zich in het Nederlandse taalgebied bevindt, moet het Nederlands worden gebruikt; in het Franse taalgebied moet het Frans worden gebruikt en in het Duitse taalgebied het Duits. Ondernemingen die in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gevestigd, moeten de documenten voor hun Nederlandstalig personeel in het Nederlands opstellen en voor hun Franstalig personeel in het Frans.
Links:
Titel/naam | URL |
Informatie over arbeidsovereenkomsten |
Discriminatie op de werkvloer is nog steeds wijdverbreid en komt voor in alle stadia van een arbeidsrelatie: tijdens de wervingsprocedure, tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en aan het eind ervan.
Dit verschijnsel wordt uitvoerig gedocumenteerd en heeft de afgelopen jaren speciale aandacht gekregen vanuit juridische hoek. De federale en gewestelijke overheden hebben alle partijen uit de sector opgeroepen om meer te doen tegen discriminatie op de werkvloer en om beter om te gaan met diversiteit. Twee federale overheidsinstanties zijn verantwoordelijk voor het waarborgen en het bevorderen van het gelijkekansenbeleid en het bestrijden van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid: het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Personen met een handicap
De meeste personen met een handicap die werken, doen dit zonder bijzondere hulp. Wanneer echter maatregelen die voor de gehele bevolking bedoeld zijn ontoereikend blijken, zorgen bepaalde organisaties voor het bijstellen van het overheidsbeleid om de integratie van personen met een handicap te bevorderen. Deze organisaties bieden hulp bij het zoeken naar werk of scholing en bieden financiële steun voor de aanschaf van specifiek materiaal of voor aanpassingen met het oog op meer zelfstandigheid in het dagelijks leven. Ook erkennen en subsidiëren zij diensten die personen met een handicap opvangen, huisvesten, opleiden, in dienst nemen, adviseren en begeleiden.
In Wallonië zijn dat het AViQ (Agence pour une Vie de Qualité); in Vlaanderen en voor Nederlandstalige Brusselaars het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; voor Franstalige Brusselaars is er Service Phare (Service Bruxellois Francophone des Personnes Handicapées) en voor de Duitstalige gemeenschap de Dienststelle für Personen mit Behinderung.
Zwangere vrouwen
Vrouwen zijn voor en na de bevalling wettelijk beschermd: vanaf het moment waarop zij hun zwangerschap aan hun werkgever melden tot een maand na afloop van het zwangerschapsverlof mogen zij niet worden ontslagen. Zij mogen ook geen gevaarlijke werkzaamheden verrichten (er is een precieze lijst bij wet vastgesteld) en, in bepaalde gevallen, geen nachtarbeid verrichten.
Studenten
Studenten van 15 jaar en ouder die niet meer voltijds leerplichtig zijn, mogen een studentenovereenkomst sluiten:
- wanneer zij voltijds onderwijs volgen;
- wanneer zij deeltijds onderwijs volgen, op voorwaarde dat zij:
- niet werken in het kader van een arbeidsovereenkomst of deeltijdstage;
- geen leertraject volgen in het kader van een leercontract bij een bedrijf of de “middenstand”;
- geen overgangsuitkering ontvangen (werkloosheidsverzekering);
- alleen tijdens de schoolvakanties als student werken.
Studenten uit een EER-land of Zwitserland hebben dezelfde rechten en plichten als Belgische studenten, zelfs als zij geen onderwijs volgen in België en niet in België wonen.
Sinds 1 januari 2017 kunnen studenten gemakkelijker tot de arbeidsmarkt toetreden. Zij mogen 475 uur in plaats van 50 dagen per jaar werken, met lagere sociale premies (2,71% in plaats van 13,07%).
Links:
Titel/naam | URL |
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid | https://www.mhttps://emploi.belgique.be/frysocialsecurity.be/student/fr/a-propos-student-at-work/index.html |
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid | |
Onafhankelijk centrum voor de bestrijding van discriminatie en de bevordering van gelijke kansen | |
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen | |
Agentschap voor een hoogwaardig leven | |
Vlaams agentschap voor personen met een handicap | |
Service Phare – Franstalige Brusselse dienst voor personen met een handicap | |
Dienststelle für Selbstbestimmtes Leben | |
Informatie voor jongeren | |
Informatie voor jongeren |
|
Een zelfstandige oefent een beroep uit als hoofd- of nevenactiviteit en is daarbij niet gebonden aan een arbeidsovereenkomst of statuut (rechtspositie): handel (inclusief ambulante handel), vrije beroepen (advocaat, architect, apotheker, arts, enz.), ambachtsnijverheid, landbouw en veehouderij, enz. De minimumleeftijd voor vestiging als zelfstandige is 18 jaar (behalve voor ambachtslieden: zij moeten minimaal 16 jaar oud zijn en toestemming hebben van hun ouders of voogd).
Wanneer u zich als zelfstandige wilt vestigen, moet u het volgende doen:
- een zichtrekening openen speciaal voor uw zakelijke activiteiten en gescheiden van de privérekening;
- inschrijven bij een erkend ondernemingsloket. Voor het verrichten van handels- of ambachtelijke werkzaamheden moeten zelfstandigen ingeschreven staan bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). U kunt zich inschrijven bij een van de erkende ondernemingsloketten. Daarbij moet u documenten overleggen waaruit blijkt dat u de beoogde werkzaamheden mag verrichten: ondernemerskennis, beroepskennis (voor gereglementeerde beroepen), diploma’s, vergunningen enz.;
- de belasting over de toegevoegde waarde (btw) regelen: na inschrijving bij een erkend ondernemingsloket moet u contact opnemen met het bevoegde btw-controlekantoor om na te gaan of u voor uw werkzaamheden btw in rekening moet brengen. Voor natuurlijke personen is het btw-controlekantoor van de fiscale woonplaats bevoegd. Voor rechtspersonen is dit het btw-controlekantoor van de statutaire zetel. Het ondernemingsloket kan dit tegen betaling voor u doen.
Links:
Titel/naam | URL |
Sociale zekerheid | https://www.socialsecurity.be/citizen/fr/travail-chomage/s-installer-comme-independant |
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie | |
Portaal Wallonië | https://www.wallonie.be/fr/vivre-en-wallonie/entreprendre/devenir-independant |
RSVZ – Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen | |
RSVZ – Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen | |
Informatie over de toegang tot het beroep en de te ondernemen stappen | http://www.economie.fgov.be/fr/entreprises/vie_entreprise/Creer/Conditions/ |
Participatiefonds – Informatie over financiële steun voor zelfstandigen | |
UCM – Middenstandsunie | |
Unizo – Unie van Zelfstandige Ondernemers | |
Informatie over zelfstandig ondernemerschap, voorwaarden voor toegang tot bepaalde beroepen en te ondernemen stappen | |
MSV – Middenstandsvereniging van de Duitstalige gemeenschap | |
E-learning voor ondernemers | https://www.entreprenant.be/comment-devenir-independant-en-belgique/ |
Portaal Ondernemen in Brussel | http://be.brussels/travailler-et-entreprendre/travailler-et-entreprendre |
Portaal voor ondernemingen in Wallonië |
In België is de hoogte van lonen niet bij wet geregeld.
In de meeste gevallen wordt deze vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Collectieve arbeidsovereenkomsten zijn afspraken tussen vakbonden en werkgevers. Zij kunnen voor één bedrijf worden afgesloten of voor een bepaalde bedrijfstak.
In iedere cao worden basisschalen vastgelegd, maar ook regels voor loonindexering en eventuele emolumenten, waaronder eindejaarspremies, maaltijdcheques, toeslagen voor ploegendiensten, nacht- en weekendwerk enz. Voor het vakantiegeld bestaat echter speciale wetgeving.
In de arbeidsovereenkomst wordt een brutoloon genoemd. Op dit loon worden bepaalde bedragen ingehouden. Hierna komt u uit op een nettoloon, het bedrag dat u daadwerkelijk ontvangt (contant of op een bankrekening).
De twee belangrijkste inhoudingen zijn:
- de sociale premies die worden afgedragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid – RSZ. Hiermee worden inkomensvoorzieningen (pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, enz.) en aanvullende toelagen (terugbetaling van medische kosten, gezinstoelagen, enz.) betaald. De sociale premies vormen 13,07% van het brutoloon van werknemers in loondienst in de particuliere sector;
- de zogenoemde bedrijfsvoorheffing, de belasting die maandelijks op uw loon wordt ingehouden. Dit bedrag wordt berekend op basis van het belastbare brutoloon (d.w.z. het brutoloon dat in de arbeidsovereenkomst wordt vermeld, na aftrek van de sociale premies). Het is ook afhankelijk van de gezinssamenstelling en andere complexe regels.
Als er geen specifieke loonschaal geldt, heeft de werknemer recht op het maandelijkse minimuminkomen. Dit minimumbedrag is vastgelegd in een sectoroverstijgende collectieve arbeidsovereenkomst. Het (bruto)minimumloon voor werknemers van 18 jaar en ouder die voltijds werken, bedraagt 1625,72 EUR. Werknemers jonger dan 18 jaar en studenten jonger dan 21 jaar ontvangen een lager loon dat afhankelijk is van hun leeftijd.
Werknemers mogen vrij over hun loon beschikken. Werkgevers mogen deze vrijheid op geen enkele manier beperken. Het loon moet ten minste eenmaal per maand worden uitbetaald aan bedienden en tweemaal per maand aan arbeiders.
Het loon moet uiterlijk vier werkdagen na het desbetreffende tijdvak worden uitbetaald, tenzij in een collectieve arbeidsovereenkomst of arbeidsregeling een andere termijn (maximaal zeven werkdagen) is vastgelegd.
Loondiscriminatie, met name op grond van geslacht, is bij wet verboden. https://werk.belgie.be/nl
Links:
Titel/naam | URL |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Bezoldiging voor arbeid en minimumloon | |
Als buitenlander in Vlaanderen komen werken | https://www.vlaanderen.be/als-buitenlander-in-vlaanderen-komen-werken |
In België bedraagt de arbeidsduur (de tijd waarin de werknemer ter beschikking van de werkgever staat) maximaal 8 uur per dag en 38 uur per week (gemiddeld op jaarbasis). Het is in beginsel verboden langer dan de wettelijke arbeidsduur, buiten de toepasselijke werktijden, op zondag, op feestdagen en ’s nachts te werken.
Afwijkingen met en zonder voorafgaande toestemming: het is mogelijk af te wijken van het beginsel van 8 uur per dag en 38 uur per week. In bepaalde gevallen is afwijking mogelijk, op voorwaarde dat voorafgaande toestemming wordt verleend en de arbeidsduur niet meer dan 11 uur per dag en 50 uur per week bedraagt. Deze toestemming moet door de werkgever worden aangevraagd. Ook afwijking zonder voorafgaande toestemming is mogelijk. De maximale arbeidsduur kan dan worden verlengd tot 9 uur per dag bij een vijfdaagse werkweek wanneer in de arbeidsregeling een halve dag, een dag of meer dan een dag rust per week is vastgelegd die niet op een zondag valt. Wanneer werkzaamheden niet kunnen worden onderbroken, mag de arbeidsduur maximaal 12 uur per dag bedragen. In de meeste gevallen van overmacht geldt er geen maximum. Als de arbeidsregeling nachtarbeid omvat, moet een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten met de vakbondsorganisaties. Deze regelingen kunnen worden ingesteld via een wijziging van de arbeidsregeling.
Flexibele werktijden: er moet een duidelijk onderscheid bestaan tussen flexibele en glijdende werktijden. In het geval van glijdende werktijden hebben werknemers meer vrijheid bij het kiezen van hun begin- en eindtijd. Flexibele werktijden daarentegen zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten of arbeidsregelingen. Met flexibele werktijden kan de normale arbeidsduur worden verlengd (deze mag echter niet meer dan 9 uur per dag en 45 uur per week bedragen) en kunnen andere werktijden in de onderneming worden toegepast. Als voorwaarde geldt dat de werknemers hiervan publiekelijk door affichering zeven dagen vooraf op de hoogte worden gesteld.
Compensatie in vrije tijd en overuren: in de meeste gevallen waarin de reglementaire werktijdgrenzen mogen worden overschreden, in het kader van reguliere arbeidsregelingen of in het kader van overwerk, is compensatie in vrije tijd verplicht. Bij deze compensatie dient de gemiddelde normale arbeidsduur voor een week over een bepaalde referentieperiode in acht te worden genomen. Overuren worden minimaal vergoed tegen een tarief van 150% van het normale loon; bij overwerk op zon- of feestdagen is deze vergoeding 200%.
Werken op zondag: het is wettelijk verboden op zondag te werken. Bepaalde werkzaamheden mogen echter wel op zondag worden verricht: werkzaamheden die niet op een andere dag van de week kunnen worden verricht zonder de normale bedrijfsvoering te verstoren; werkzaamheden in bepaalde instellingen en bedrijven (horeca en zorginstellingen). Werknemers die op zondag werken, hebben recht op compensatie in vrije tijd in de zes dagen die erop volgen.
Nachtarbeid: Het is verboden tussen 20.00 uur ’s avonds en 6.00 uur ’s ochtends arbeid te verrichten. Hiervoor gelden echter uitzonderingen. Deze gelden voor zowel mannelijke als vrouwelijke werknemers, op voorwaarde dat zij minimaal 18 jaar oud zijn. Nachtarbeid is toegestaan wanneer de aard van de werkzaamheden of de soort activiteit dat rechtvaardigt. Zo is nachtarbeid toegestaan in hotels, in de amusementssector, in krantenuitgeverijen, in instellingen voor gezondheidszorg, preventie of hygiënische verzorging, in apotheken, in de landbouw, in ambachtelijke (banket)bakkerijen, in instellingen voor opvoeding en huisvesting, enz.
Links:
Titel/naam | URL |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Arbeidsduur | |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Arbeidsduur |
|
Vakantiedagen
Werknemers in loondienst die voltijds werken, hebben in België gewoonlijk recht op vier weken vakantie per jaar. Deze vakantiedagen geven recht op vakantiegeld:
De berekening van het aantal vakantiedagen en het vakantiegeldverschilt echter voor arbeiders, bedienden, leerlingen, kunstenaars en ambtenaren.
https://www.socialsecurity.be/citizen/fr/conges-credit-temps-et-interruption-de-carriere/vacances-annuelles ; https://www.rjv.fgov.be/nl/vakantiegeld
Bijzonder verlof
Bijzondere omstandigheden Werknemers in loondienst hebben in België het recht om met behoud van hun gewone beloning van hun werk afwezig te zijn in geval van belangrijke familieomstandigheden, voor het vervullen van hun burgerplichten of wanneer zij voor een rechtbank moeten verschijnen.
Verlof om dwingende redenen U hebt het recht van uw werk afwezig te zijn wegens dwingende redenen. Onder “dwingende redenen” wordt verstaan elke onvoorzienbare gebeurtenis die de dringende tussenkomst van de werknemer vereist, en dit voor zover de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst mogelijk maakt. Voorbeelden: een ongeval van iemand die met u samenwoont of schade aan uw woning door brand.
U mag echter niet langer dan tien werkdagen per jaar om dwingende redenen afwezig zijn. Bij dergelijke afwezigheid ontvangt u geen loon, behalve wanneer hierover door werkgever en werknemer afspraken zijn gemaakt.
Loopbaanonderbreking
Indien u uw loopbaan tijdelijk, gedeeltelijk of volledig wilt onderbreken, bestaan er zowel in de private als in de publieke sector diverse mogelijkheden. In deze periode hebt u mogelijk recht op een uitkering.
Tien nationale feestdagen in België:
- 1 januari (Nieuwjaar)
- Paasmaandag
- 1 mei (Dag van de arbeid)
- Hemelvaart (zesde donderdag na Pasen)
- Pinkstermaandag (zevende maandag na Pasen)
- 21 juli (nationale feestdag)
- 15 augustus (Maria-Hemelvaart)
- 1 november (Allerheiligen)
- 11 november (wapenstilstand van 1918)
- 25 december (Kerstmis)
De federale overheidsdiensten zijn ook gesloten op 2 november, 15 november (Koningsdag) en 26 december.
Links:
Titel/naam | URL |
RJV – Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie | |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Verloven | https://werk.belgie.be/nl/themas/feestdagen-en-verloven?id=534 |
Sociale zekerheid | |
RVA – Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening |
|
Verbintenissen die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten eindigen:
- bij het aflopen van de looptijd, in het geval van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd;
- na voltooiing van het werk waarvoor de overeenkomst gesloten werd, in het geval van overeenkomsten voor een duidelijk omschreven werk;
- op verzoek van een van de partijen (vrijwillig ontslag of ontslag door de werkgever), in het geval van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd;
- onderlinge overeenstemming van de partijen (bij alle overeenkomsten);
- door het overlijden van een van de partijen (bij alle overeenkomsten): het overlijden van een werknemer leidt automatisch tot het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Dit is niet het geval bij het overlijden van de werkgever;
- door overmacht met definitieve gevolgen (bij alle overeenkomsten).
Wijze van beëindiging voor alle soorten overeenkomsten
- Onmiddellijke beëindiging om dringende redenen: iedere partij kan de overeenkomst om een dringende reden opzeggen zonder opzegtermijn en schadeloosstelling. Op straffe van nietigverklaring dient een strikte procedure te worden gevolgd. De partij die een dringende reden inroept, dient hiervan het bewijs te leveren. Onder dringende reden wordt verstaan: elke ernstige tekortkoming die elke beroepsmatige samenwerking tussen werkgever en werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt.
- Beëindiging met opzegtermijn: is de overeenkomst gesloten voor onbepaalde tijd, dan kan elke partij de overeenkomst beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn. In de kennisgeving van de opzegging moeten de begindatum en de duur van de opzegtermijn worden vermeld.
De opzegging gebeurt ofwel via een aangetekende brief, die van kracht wordt op de derde werkdag na verzending, ofwel via een gerechtsdeurwaarder.
De werknemer kan zijn schriftelijke opzegging ook (in tweevoud) aan zijn werkgever overhandigen. De werkgever tekent de kopie voor ontvangst.
Handelingen die gelijkstaan aan contractbreuk: Een handeling van een van de partijen kan de arbeidsvoorwaarden zodanig wijzigen dat deze gelijkstaat aan een onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld een ongerechtvaardigde afwezigheid van meerdere dagen zonder de werkgever hiervan in kennis te hebben gesteld).
Beperking van het recht van ontslag
In bepaalde gevallen en voor sommige categorieën werknemers wordt het ontslagrecht voor de werkgever door de wet ingeperkt.
Pensioen
België kent drie pensioenstelsels:
- pensioenen van werknemers (algemeen stelsel);
- pensioenen van zelfstandigen;
- pensioenen van vastbenoemde ambtenaren.
De wettelijke pensioengerechtigde leeftijd is in principe 65 jaar voor de drie categorieën: werknemers, zelfstandigen en ambtenaren die 45 jaar hebben gewerkt. Onder bepaalde voorwaarden, die afhankelijk zijn van uw rechtspositieregeling, kunt u vervroegd met pensioen gaan. In 2030 wordt de pensioenleeftijd opgetrokken naar 67 jaar.
Pensioenen worden doorgaans berekend door:
- het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), in het geval van zelfstandigen;
- de Federale Pensioendienst (FPD), bij een loopbaan bij de overheid of als werknemer.
Pensioenen van personen die buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland hebben gewerkt en premie hebben afgedragen aan de Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS), worden door deze instelling uitbetaald. De bevoegdheden van de DIBISS (voorheen Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid, DOSZ) op het gebied van de overzeese sociale zekerheid zijn sinds 1 januari 2017 overgedragen aan de RSZ (de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid). FAMIFED is het Federaal agentschap voor de kinderbijslag.
Het pensioenbedrag wordt op basis van drie gegevens berekend: de loopbaan, het loon en de gezinssituatie.
Links:
Titel/naam | URL |
Federale Pensioendienst | |
Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen | |
Portaal belgium.be – Pensioen en einde van de loopbaan | |
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
België kent vakbonden. De drie grootste zijn:
- het ABVV – Algemeen Belgisch Vakverbond;
- de ACLVB – Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België;
- het ACV – Algemeen Christelijk Vakverbond.
Vakbonden: een vakbond is een georganiseerd werknemersverband dat wettelijk is erkend. Vakbonden hebben als doel de rechten van werknemers op de werkvloer te beschermen en hun arbeidsomstandigheden positief te beïnvloeden. Door lid te worden van een vakbond kunnen werknemers invloed uitoefenen op zaken die verband houden met het werk, waaronder loon, werktijden, emolumenten, veiligheid en gezondheid op het werk en talloze andere zaken. De overheid heeft tot taak om wetten op te stellen die voldoen aan de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (een organisatie van de Verenigde Naties), met name het recht van vakbondsvorming en het recht op lidmaatschap van een vakbond. Vakbonden spelen een sleutelrol bij het behoud van een eerlijke en evenwichtige werkplek. Zij zijn de stem van de werknemers. Zij bieden werknemers ondersteuning als zij opkomen voor een beter salaris, een betere levensstandaard, een veilige werkomgeving en een stabiele baan. Veel emolumenten en vormen van bescherming die werknemers nu genieten, zijn terug te voeren op de inspanningen die vakbonden in het verleden hebben geleverd. Die bescherming kan gemakkelijk verloren gaan als vakbonden aan kracht inboeten.
De vakbonden verschaffen verder werklozen noodzakelijke informatie en documenten; zij vragen uitkeringen aan bij de werkloosheidsbureaus en zorgen dat werkloosheidsuitkeringen en andere vergoedingen worden uitbetaald.
De HVW: de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen is een overheidsinstelling voor sociale zekerheid die werkloosheidsuitkeringen en aanverwante toelagen (jeugdvakantie, activeringsprogramma enz.) uitbetaalt.
Links:
Titel/naam | URL |
ABVV – Socialistische vakbond | |
ACLVB – Liberale vakbond | |
ACV – Algemeen Christelijk Vakverbond | |
HVW – Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen |
beschouwd en kan daarom als overtreding worden gezien waarvoor disciplinaire sancties kunnen worden opgelegd.
Met een staking wordt beoogd eisen kracht bij te zetten, bijvoorbeeld op het gebied van loon (loonsverhoging, invoering van een premie, enz.), arbeidsomstandigheden (verwarming van de werkplek, vervoermiddelen), werktijden of arbeidsduur, de werkgelegenheidssituatie (economische ontslagen enz.) of de strategie van het bedrijf (nieuw commercieel beleid enz.).
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg | https://werk.belgie.be/nl/themas/sociaal-overleg/collectieve-conflicten |
Met de term beroepsonderwijs en -opleiding worden praktische activiteiten en cursussen bedoeld die verband houden met een specifiek beroep en tot doel hebben om de deelnemers voor te bereiden op hun toekomstige loopbaan. Beroepsopleiding is een essentieel middel om professionele erkenning te krijgen en de kans op een baan te vergroten. Het is dan ook van cruciaal belang dat de beroepsopleidingstelsels in Europa beantwoorden aan de behoeften van de burgers en de arbeidsmarkt, om de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.
Beroepsonderwijs- en opleiding maken al sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap een belangrijk deel uit van het EU-beleid en vormen een essentieel onderdeel van de zogeheten Lissabonstrategie van de EU, die erop is gericht van Europa de meest competitieve en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken. De Europese Raad heeft deze essentiële rol in 2002 nog eens benadrukt. Hij heeft toen tevens een andere ambitieuze doelstelling geformuleerd, namelijk om Europese onderwijs- en opleidingsstelsels tegen 2010 wereldwijd befaamd te maken door een aantal initiatieven van wereldklasse te ondersteunen en met name door de samenwerking op het vlak van beroepsopleidingen te versterken.
Op 24 november 2020 heeft de Raad van de Europese Unie een aanbeveling inzake beroepsonderwijs en ‐opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht aangenomen.
In de aanbeveling zijn hoofdbeginselen omschreven die ervoor moeten zorgen dat beroepsonderwijs en -opleiding zich flexibel en snel aanpassen aan de behoeften van de arbeidsmarkt en hoogwaardige leermogelijkheden bieden voor zowel jongeren als volwassenen.
In de aanbeveling wordt sterk de nadruk gelegd op de grotere flexibiliteit van beroepsonderwijs en -opleiding, meer mogelijkheden voor werkplekleren, leerlingplaatsen en betere kwaliteitsborging.
De aanbeveling vervangt tevens de aanbeveling inzake een Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet) en bevat een geactualiseerd Eqavet-kader met kwaliteitsindicatoren en beschrijvende elementen. De voormalige ECVET-aanbeveling wordt ingetrokken.
Om deze hervormingen te bevorderen, steunt de Commissie kenniscentra voor beroepsopleiding (Centres of Vocational Excellence – CoVEs), die lokale partners bijeenbrengen om “ecosystemen voor vaardigheden” te ontwikkelen. Ecosystemen voor vaardigheden zullen bijdragen aan regionale economische en sociale ontwikkeling, innovatie en slimme-specialisatiestrategieën.
Erasmus+ is het EU-programma ter ondersteuning van onderwijs, opleiding, jeugd en sport in Europa.
Het beschikt over een geraamde begroting van 26,2 miljard EUR. Dit is bijna het dubbele van de financiering voor het voorgaande programma (2014-2020).
Het programma 2021-2027 legt sterk de nadruk op sociale inclusie, de groene en de digitale transitie en de bevordering van de participatie van jongeren in het democratische leven.
Het ondersteunt de prioriteiten en activiteiten die zijn beschreven in de Europese onderwijsruimte, het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese vaardighedenagenda. Het programma is bovendien gericht op
- ondersteuning van de Europese pijler van sociale rechten,
- uitvoering van de EU-jongerenstrategie 2019-2027,
- ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport.
Wie kan eraan deelnemen? Kijk hier voor meer informatie.
Volwasseneneducatie en een leven lang leren in Europa
Een leven lang leren is een proces dat alle vormen van onderwijs omvat: formeel, informeel en niet-formeel. Het begint al voor de leerplichtige leeftijd en loopt door tot na het pensioen. Het is bedoeld om mensen in staat te stellen gedurende hun hele leven belangrijke competenties te ontwikkelen en te onderhouden, waardoor ze ook makkelijker in alle vrijheid van baan, regio of land kunnen veranderen. Daarnaast is een leven lang leren een hoofdbestanddeel van de hierboven genoemde Lissabon strategie. Het is immers essentieel voor zelfontplooiing en een betere concurrentiepositie, en het verhoogt de kans op een baan. De EU heeft verschillende instrumenten aangenomen voor het bevorderen van volwassenenonderwijs in Europa.
Een Europese ruimte voor een leven lang leren
Om een leven lang leren in Europa tot werkelijkheid te maken heeft de Europese Commissie zich ten doel gesteld een Europese ruimte voor een leven lang leren te creëren. In dit verband richt de Commissie zich op het in kaart brengen van de behoeften van zowel de leerlingen als de arbeidsmarkt, om onderwijs toegankelijker te maken en samenwerkingsverbanden op te richten tussen overheden, onderwijsaanbieders en het maatschappelijk middenveld.
Dit EU-initiatief is gericht op mogelijkheden om basisvaardigheden op te doen. Dit gebeurt door de versterking van advies- en informatiediensten op Europees niveau en door de erkenning van alle leervormen, dus zowel formeel onderwijs, als informele en niet-formele opleidingen.
EU-organisaties die beroepsonderwijs in Europa bevorderen
De EU heeft gespecialiseerde organen opgericht die actief zijn op het gebied van beroepsopleiding, om samenwerking en uitwisselingsprojecten op dit gebied te vergemakkelijken.
Het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP – Centre Européen pour le Développement de la Formation Professionnelle) is opgericht in 1975 als een gespecialiseerd EU-agentschap voor de bevordering en ontwikkeling van beroepsonderwijs en –opleidingen in Europa. Het is gevestigd in Thessaloniki (Griekenland) en voert onderzoek en analyses uit op het gebied van beroepsopleidingen. Het biedt expertise aan verschillende Europese partners, zoals onderzoeksinstellingen, universiteiten of opleidingsinstellingen.
De Europese Stichting voor opleiding is opgericht in 1995 en werkt nauw samen met CEDEFOP. De instelling heeft tot taak om partnerlanden (van buiten de EU) te ondersteunen bij de modernisering en ontwikkeling van hun beroepsopleidingstelsels.
Levenskwaliteit – bovenaan de sociale agenda van de EU
Goede levensomstandigheden zijn afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals goede gezondheidszorg, onderwijs- en opleidingsmogelijkheden of goede vervoersfaciliteiten, om maar een paar aspecten te noemen waar de burger dagelijks in zijn leven en op zijn werk mee te maken heeft. De Europese Unie heeft zichzelf ten doel gesteld om de kwaliteit van leven in alle lidstaten voortdurend te blijven verbeteren. Ze houdt hierbij rekening met de nieuwe uitdagingen van het hedendaagse Europa, zoals de sociale uitsluiting van mensen en de vergrijzing.
Werkgelegenheid in Europa
Het verbeteren van arbeidskansen in Europa is een hoofdprioriteit voor de Europese Commissie. Om het probleem van de werkloosheid aan te pakken en de mobiliteit tussen banen en regio’s te verhogen, wordt op EU-niveau een groot aantal initiatieven ontwikkeld en uitgevoerd ter ondersteuning van de Europese werkgelegenheidsstrategie. Hiertoe behoren het Europees netwerk van diensten voor de arbeidsvoorziening (Eures) en het EU-vaardighedenpanorama.
Gezondheid en gezondheidszorg in de Europese Unie
Gezondheid is een gekoesterde waarde die invloed heeft op het dagelijks leven van de mensen en daarom een belangrijke prioriteit is voor alle Europeanen. Een gezonde omgeving is essentieel voor onze individuele en professionele ontwikkeling en EU-burgers worden steeds veeleisender waar het gaat om gezondheid en veiligheid op het werk en kwalitatief hoogstaande gezondheidszorg. Ze eisen snelle en gemakkelijke toegang tot medische zorg wanneer ze door de Europese Unie reizen. Het gezondheidsbeleid van de EU is erop gericht aan deze behoeften tegemoet te komen.
De Europese Commissie heeft een gecoördineerde benadering voor volksgezondheid ontwikkeld en daarbij een aantal initiatieven genomen die een aanvulling vormen op de activiteiten van nationale overheden. De gemeenschappelijke activiteiten en doelstellingen van de Unie zijn opgenomen in de gezondheidsprogramma’s en ‑strategieën van de EU.
Het huidige EU4Health-programma (2021-2027) is de ambitieuze respons van de EU op COVID-19. De pandemie heeft grote gevolgen voor patiënten, medisch en zorgpersoneel en de gezondheidszorgstelsels in Europa. Het nieuwe EU4Health-programma gaat verder dan crisisrespons om de veerkracht van de gezondheidszorgstelsels te vergroten.
In het kader van het EU4Health-programma, dat in het leven is geroepen bij Verordening (EU) 2021/522, zal financiering worden verstrekt aan entiteiten, gezondheidsorganisaties en ngo’s uit EU-lidstaten en aan het programma deelnemende niet-EU-landen.
Met EU4Health investeert de EU 5,3 miljard EUR (in huidige prijzen) in maatregelen die een toegevoegde waarde hebben voor de EU, in aanvulling op het beleid van de EU-lidstaten en ter verwezenlijking van een of meer doelstellingen van EU4Health:
- het verbeteren en bevorderen van de gezondheid in de Unie:
- ziektepreventie en gezondheidsbevordering
- internationale gezondheidsinitiatieven en samenwerking
- het aanpakken van grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid:
- preventie, paraatheid en reactie op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
- aanvulling van de nationale voorraden van essentiële crisisrelevante producten
- het aanleggen van een reserve van medisch, zorg- en ondersteunend personeel
- het verbeteren van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en crisisrelevante producten:
- geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en crisisrelevante producten beschikbaar en betaalbaar maken
- het sterker, veerkrachtiger en efficiënter maken van de gezondheidsstelsels:
- versterken van gezondheidsgegevens, digitale hulpmiddelen en diensten, digitale transformatie van de gezondheidszorg
- toegang tot gezondheidszorg verbeteren
- EU-gezondheidswetgeving en empirisch onderbouwde beleidsvorming ontwikkelen en uitvoeren
- samenwerking tussen nationale gezondheidsstelsels
Onderwijs in de EU
Het onderwijs in Europa is diepgeworteld en wordt gekenmerkt door een grote diversiteit. Al in 1976 hebben de ministers van onderwijs besloten een informatienetwerk op te zetten om meer inzicht te krijgen in het onderwijsbeleid en de onderwijsstelsels van de negen toenmalige lidstaten van de Europese Gemeenschap. Hierbij werd uitgegaan van het beginsel dat het bijzondere karakter van een onderwijsstelsel in een bepaalde lidstaat volledig moest worden gerespecteerd, terwijl de gecoördineerde interactie tussen onderwijs-, opleidings- en werkgelegenheidsstelsels moest worden verbeterd. Eurydice, het informatienetwerk over onderwijs in Europa, ging officieel van start in 1980.
In 1986 verschoof aandacht verschoof van informatie-uitwisseling naar studentenuitwisselingen met de lancering van het Erasmus-programma, inmiddels uitgegroeid tot het Erasmus+-programma, dat vaak wordt genoemd als een van de meest succesvolle initiatieven van de EU.
Vervoer in de EU
Vervoer was een van de eerste gemeenschappelijke beleidsterreinen van de Europese Gemeenschap. Sinds 1958, toen het Verdrag van Rome van kracht werd, is het vervoersbeleid van de EU gericht op het opheffen van douanebelemmeringen tussen lidstaten, zodat personen en goederen zich snel, efficiënt en goedkoop kunnen verplaatsen.
Dit beginsel hangt nauw samen met de centrale doelstelling van EU om te komen tot een dynamische economie en een zeer hechte maatschappij. De vervoerssector genereert 10% van de welvaart in de EU, gemeten naar bruto binnenlands product (BBP). Dit komt neer op ongeveer een biljoen euro per jaar. Ook is de sector goed voor meer dan tien miljoen banen.
Het Schengengebied
Met de Schengen overeenkomst, van kracht sinds maart 1995, zijn de grenscontroles binnen het gebied van de verdragsluitende partijen afgeschaft en is een gemeenschappelijke buitengrens ontstaan, waar volgens gemeenschappelijke regels moet worden gecontroleerd.
Momenteel omvat het Schengengebied de meeste EU-lidstaten, met uitzondering van Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Ierland en Roemenië. Bulgarije, Kroatië en Roemenië bereiden zich momenteel echter voor op hun toetreding tot het Schengengebied en passen het Schengenacquis reeds grotendeels toe. Daarnaast zijn ook de niet-EU-landen IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein tot het Schengengebied toegetreden.
Luchtvervoer
De vorming van een gemeenschappelijke Europese markt voor luchtvervoer heeft geleid tot lagere tarieven en een ruimere keuze aan luchtvaartmaatschappijen en diensten voor passagiers. De EU heeft ook in een aantal rechten voorzien om ervoor te zorgen dat luchtvaartpassagiers eerlijk worden behandeld.
Rechten van luchtvaartpassagiers
Als luchtvaartpassagier hebt u bepaalde rechten in verband met informatie over vluchten en reserveringen, schade aan bagage, vertragingen en annuleringen, geweigerde boarding, compensatie in geval van een ongeval of problemen met package reizen. Deze rechten gelden voor lijn- en chartervluchten, zowel in binnen- als buitenland, vanaf een EU-luchthaven of naar een EU-luchthaven vanaf een locatie buiten de EU, mits uitgevoerd door een luchtvaartmaatschappij uit de EU.
De afgelopen 25 jaar heeft de Commissie talloze voorstellen gedaan om de Europese markt voor spoorwegvervoer te herstructureren en de positie van het spoor ten opzichte van andere vervoerswijzen te versterken. De inspanningen van de Commissie hebben zich geconcentreerd op drie aspecten die van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling van een sterke en concurrerende spoorwegsector:
- het openstellen van de spoorwegmarkt voor concurrentie,
- het verbeteren van de interoperabiliteit en veiligheid van nationale netwerken, en
- het ontwikkelen van de spoorweginfrastructuur.
België is sinds 1830 een onafhankelijke federale staat en is een constitutionele monarchie.
De grondbeginselen van het Belgische kiesstelsel zijn vastgelegd in de grondwet. Er geldt een algemeen kiesrecht en verkiezingen vinden plaats op basis van een evenredige vertegenwoordiging.
Onderdanen van andere landen (lidstaten van de EU of andere landen) hebben onder bepaalde voorwaarden stemrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. Ingezetenen met een niet-Europese nationaliteit konden in 2006 voor het eerst stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen.
België is een representatieve en parlementaire democratie. De federale parlementsverkiezingen worden om de vijf jaar georganiseerd, gewestelijke en Europese verkiezingen eveneens om de vijf jaar en gemeente- en provincieraadsverkiezingen om de zes jaar.
België is een federale staat die bestaat uit gemeenschappen en gewesten. Besluiten worden niet langer alleen door de federale regering en het federale parlement genomen. De gewesten en gemeenschappen mogen besluiten nemen op de gebieden waarop zij bevoegd zijn.
België heeft drie officiële talen: het Nederlands, het Frans en het Duits. Daarom heeft België ook drie gemeenschappen: de Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap.
Het land is verder nog verdeeld in 10 provincies en 581 gemeentes.
De federale staat behoudt belangrijke bevoegdheden, niet alleen op het gebied van buitenlandse zaken, defensie, justitie, financiën en sociale zekerheid, maar ook op het gebied van volksgezondheid en binnenlandse zaken. Niettemin hebben de gewesten en gemeenschappen het recht betrekkingen met het buitenland te onderhouden op beleidsterreinen waarop zij bevoegd zijn.
Op de arbeidsmarkt houden zich vier overheidsdiensten bezig met werkgelegenheid: Actiris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Le Forem voor het Franstalige gedeelte van Wallonië, de VDAB voor Vlaanderen en het ADG voor de Duitstalige Gemeenschap.
De RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) voert de werkloosheidsverzekeringen en een aantal werkgelegenheidsmaatregelen uit.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be | |
RVA – Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening | |
VDAB – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling (Vlaanderen) | |
FOREM – Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling | |
Actiris – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) | |
ADG – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling (Duitstalige Gemeenschap) |
In België is de hoogte van lonen niet bij wet of overheidsregels geregeld; deze wordt bepaald op basis van collectief overleg. De collectieve afspraken verschillen per sector en per functie. Deze overeenkomsten gelden voor alle werknemers. Toch is het al gebeurd dat er wettelijke grenzen zijn gesteld aan de stijging van de lonen om het internationale concurrentievermogen van België veilig te stellen. De lonen zijn gebonden aan bepaalde normen en er bestaan vastgelegde minimumlonen.
Het Toezicht op de Sociale Wetten bewaakt deze afspraken ter bescherming van de werknemers. Bij vakbonden en op internet kunt u terecht voor meer informatie over lonen en andere zaken in verband met het arbeidsrecht en arbeidsovereenkomsten. Lonen worden uitgedrukt in brutoloon per uur of per maand.
Er zijn twee soorten inhoudingen op het brutoloon van de werknemer: de sociale premies en de bedrijfsvoorheffing. Sociale premies bedragen altijd 13,07% van het volledige loon. Bij de berekening van het nettoloon moeten de sociale premies en de bedrijfsvoorheffing van het brutoloon worden afgetrokken. De hoogte van de voorheffing is afhankelijk van de gezinssituatie (namelijk van de vraag of ook de partner werkt en van het aantal kinderen). Let wel: kinderbijslag is een nominatief bedrag dat los staat van de overige gegevens. Hierover wordt geen belasting geheven. De hoogte van deze toeslag is van diverse factoren afhankelijk: gezinssituatie, aantal kinderen, enz.
Belastingplichtigen hebben recht op een belastingvrije som: dit houdt in dat over een deel van het belastbaar inkomen in werkelijkheid geen belasting wordt geheven. Als het inkomen hoger is dan de belastingvrije som, wordt er belasting geheven. Deze belasting is progressief: de belastingpercentages worden hoger naarmate het inkomen stijgt. De belastingtabel telt meerdere inkomensschijven en dus ook meerdere belastingschijven.
In onderstaande tabel vindt u voor 2020 de schijven en percentages voor inkomsten
Tot € 13 440 | 25% |
Van € 13 440.1 tot € 23 720 | 40% |
Van € 23 720.01 tot € 41 060 | 45% |
Vanaf € 41 060.01 | 50% |
Er bestaan verschillende vormen van belastingverlaging en -verhoging, afhankelijk van de aard van de inkomsten, de uitgaven die in het belastingtijdvak zijn gedaan, mogelijke aftrekposten zoals pensioensparen, enz. Het is daarom altijd nuttig een deskundige te raadplegen (bv. de belastingdienst zelf, een bank of een belastingadviseur).
Bent u in België woonachtig, dan doet u als volgt aangifte: iedereen die in België woont, ontvangt een aangifteformulier voor de inkomstenbelasting. Deze aangifte moet doorgaans vóór eind juni van het jaar volgend op het jaar waarin de arbeid is verricht worden ingediend bij het kantoor van het ministerie van Financiën van uw woonplaats. Indien u in België woont, betaalt u ook gemeentebelastingen. Deze belastingen verschillen per gemeente.
Met “Tax-on-web” kunt u uw aangifte online invullen.
Links:
Titel/naam | URL |
Belastingen in België | |
Ministerie van Financiën | |
Loon berekenen | https://www.jobat.be/nl/art/hoeveel-blijft-er-van-mijn-brutoloon-netto-over |
Tax-on-web – Onlinedienst voor het indienen van de belastingaangifte |
België wordt beschouwd als een land waar de levensstandaard comfortabel is, maar waar de kosten van levensonderhoud vrij hoog zijn. De prijzen van dagelijkse consumptiegoederen, energie en woningen verschillen per gewest maar zijn ook afhankelijk van de grootte van steden.
Op de website van Loonwijzer kunt u per gewest informatie over de kosten van levensonderhoud opvragen.
Links:
Titel/naam | URL |
Loonwijzer | |
Vergelijking kosten van levensonderhoud | https://www.numbeo.com/cost-of-living/country_result.jsp?country=Belgium |
Kopen en verkopen
Een eigen woning kopen is de grootste wens van veel Belgen. Maar bij de aankoop van een woning komt zoveel kijken dat u het overzicht wel eens zou kunnen verliezen.
Voordat u tot de aankoop van een woning overgaat, is het belangrijk dat u zich goed laat informeren (https://www.belgium.be/nl/huisvesting/kopen_en_verkopen/voorbereiding). Om de aankoop te financieren, zult u waarschijnlijk een hypotheek" moeten afsluiten. Na de ondertekening van de notariële akte bent u officieel eigenaar van een woning en zult u daar jaarlijks de zogenoemde onroerende voorheffing voor moeten betalen. Het is raadzaam een woningverzekering voor uw nieuwe woning af te sluiten.
Wanneer u een huis of bouwkavel koopt, bent u in de meeste gevallen onderworpen aan het registratierecht.
Huren en verhuren
Huurovereenkomsten vallen onder de woninghuurwet. Die wet streeft een evenwicht na tussen de rechten van de verhuurder en de belangen van de huurder. De woninghuurwet geldt alleen voor woningen die met toestemming van de verhuurder dienen als hoofdverblijf van de huurder. De huurder moet dus daadwerkelijk en hoofdzakelijk in de gehuurde woning wonen.
Alleen schriftelijke tijdelijke huurovereenkomsten van vóór 28 februari 1991 vallen niet onder de huurwet. Sinds de invoering van de woninghuurwet in 1991 is het niet meer mogelijk om een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd af te sluiten. Huurovereenkomsten zijn dus nu in alle gevallen voor bepaalde tijd. De huurder en verhuurder kunnen een huurovereenkomst aangaan voor de duur van:
- negen jaar (dat is ook de standaardlooptijd, tenzij in het contract anders wordt bepaald);
- drie jaar of minder (huurovereenkomst met een korte duur);
- meer dan negen jaar (huurovereenkomst met een lange duur);
- het leven van de huurder (huurovereenkomst voor het leven).
Bij de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de huurwetgeving overgedragen aan de gewesten. Ga voor meer informatie naar hun websites:
- Wallonië: dgo4.spw.wallonie.be
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: huisvesting.brussels
- Vlaanderen: www.wonenvlaanderen.be
Huurprijzen verschillen per regio en per stad; zelfs tussen stadsdelen en wijken kunnen er grote prijsverschillen bestaan. Uiteraard zijn ook de specifieke kenmerken van de woning van invloed op de prijs, waaronder oppervlakte, aantal kamers, staat en ouderdom, kwaliteit van de afwerking, enz.
De huurwaarborg beschermt de verhuurder wanneer de huurder zijn verplichtingen niet volledig of helemaal niet nakomt (schade aan de woning, enz.). In de meeste huurovereenkomsten wordt dan ook bepaald dat de huurder een huurwaarborg geeft. Deze is echter niet wettelijk voorgeschreven. Een waarborg is dus alleen verplicht als dat in de overeenkomst is vastgelegd.
Naast de huurprijs moet de huurder ook kosten en lasten voldoen of ze aan de verhuurder terugbetalen. Het gaat dan om kosten die verbonden zijn aan het gebruik van de woning: water, elektriciteit, gas, onderhoud van gemeenschappelijke ruimtes, inspectie van liften, enz.
Er zijn hierbij twee mogelijkheden: de huurder kan een vast (forfaitair) bedrag betalen of de huurder betaalt de werkelijke kosten en lasten (niet-forfaitair). In beide gevallen moeten de kosten en lasten los van de basishuurprijs opgegeven worden.
Bron: http://www.belgium.be/nl/huisvesting/
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Huren en verhuren | |
Portaal over huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | |
Gelijke kansen bij het zoeken naar een woning |
Organisatie van de gezondheidszorg
Tegenwoordig heeft het overgrote deel van de Belgische bevolking toegang tot gezondheidszorg. De sociale zekerheid en de gezondheidszorg zijn permanent in ontwikkeling om hoogwaardige zorg te garanderen voor iedereen die met een gezondheidsprobleem te maken heeft.
Wanneer u ziek bent, neemt u doorgaans contact op met uw huisarts (ook wel behandelend arts genoemd), die de eerstelijnszorg voor zijn rekening neemt. In sommige gevallen wordt u doorverwezen naar een specialist die spreekuur houdt in zijn eigen praktijk, in een groepspraktijk met verschillende disciplines of in het ziekenhuis. In andere gevallen wordt u door een medische spoedhulpdienst verder geholpen.
Medische kosten
Verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
Als (mede)verzekerde hebt u recht op een vergoeding uit de zogenoemde verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen als u aangesloten bent bij een verzekeraar (een ziekenfonds, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering = HZIV of de Kas der Geneeskundige Verzorging van de NMBS Holding = HR RailCare). U hebt onder meer recht op vergoeding van de kosten voor een consult bij de arts, een vaste vergoeding bij ziekenhuisopname en een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of zwangerschap.
Basisvergoedingen
De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging geeft recht op een basispakket. Dat omvat de vergoeding van sommige geneesmiddelen en van veel verrichtingen van medische hulpverleners, waaronder artsen, tandartsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen.
Bijzondere vergoedingen
Door hun specifieke situatie hebben sommige groepen recht op een hogere vergoeding. Dat betekent dat ze minder betalen voor de meeste medische kosten. Bovendien kunnen zij onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op het Bijzonder Solidariteitsfonds voor bepaalde medische verrichtingen die niet gedekt zijn door de ziektekostenverzekering.
Maximumfactuur
Dankzij de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging vergoedt het ziekenfonds een groot deel van de medische kosten. Toch kan het gedeelte dat u zelf moet betalen hoog oplopen, bijvoorbeeld bij een ernstige, chronische of langdurige ziekte. De zogenoemde maximumfactuur (MAF) is een systeem dat de zorgkosten voor patiënten in de hand houdt.
Particuliere verzekering
Meestal bieden ziekenfondsen – naast de verplichte verzekering voor geneeskundige zorg – tegen bijbetaling ook aanvullende verzekeringen. U kunt een dergelijke verzekering ook afsluiten bij een particuliere verzekeringsmaatschappij.
Deze aanvullende particuliere verzekeringen dekken bijvoorbeeld de kosten voor ziekenhuisopname, de aankoop van brillen en lenzen, sommige vormen van tandheelkundige zorg, sommige vaccinaties, de opvang van zieke kinderen of medische zorg in het buitenland.
De dekking van deze verzekeringen verschilt per ziekenfonds en soms zelfs – binnen hetzelfde ziekenfonds – per gewest. Om te weten voor welke diensten u een bijdrage betaalt, kunt u het beste contact opnemen met uw ziekenfonds.
Bron: http://www.belgium.be/fr/sante/
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Gezondheid | |
Portaal belgium.be – Medische kosten | https://www.belgium.be/nl/gezondheid/medische_kosten/basisterugbetaling |
Ziekenfondsen in België | |
Ziekenfondsen in België - vergelijking |
Recht op onderwijs
Sinds de oprichting van België als onafhankelijke staat in 1830 is de vrijheid van onderwijs een grondrecht.
Het lager en secundair (voortgezet) onderwijs is gratis en het land heeft een uitgebreid stelsel van beurzen en subsidies opgezet. Tegenwoordig behoort het opleidingsniveau in België tot de hoogste van Europa.
Organisatie van het onderwijs
Bij de staatshervorming werd het onderwijs op 1 januari 1989 een bevoegdheid van de gemeenschappen. Tegelijkertijd kregen scholen meer autonomie. Het initiatief kan zowel uitgaan van de overheid als van particulieren. Onder de overheid vallen gemeentes, provincies en gemeenschappen.
Er zijn drie grote onderwijsnetten: gemeenschapsonderwijs, gesubsidieerd vrij onderwijs – in hoofdzaak katholiek – en gesubsidieerd officieel onderwijs, georganiseerd door de gemeentes en provincies.
Leerplicht
De leerplicht duurt 12 jaar en loopt van 6 tot 18 jaar. Vóór het zesde levensjaar kan een kind terecht in het kleuteronderwijs. Het lager onderwijs duurt net als het secundair (voortgezet) onderwijs zes jaar. Het secundair onderwijs begint op de leeftijd van 12 jaar en omvat drie graden. Elke graad omvat twee schooljaren. Vanaf het tweede jaar nemen de keuzemogelijkheden toe. Binnen het secundair onderwijs bestaan vier hoofdrichtingen: algemeen, technisch, kunst- en beroepsonderwijs.
Het hoger onderwijs bestaat uit universitair en niet-universitair onderwijs.
België telt een klein aantal scholen die niet door de overheid zijn erkend. Dat zijn particuliere scholen die niet door een overheid worden gefinancierd of gesubsidieerd. Tot deze categorie behoren de Europese en internationale scholen. Particuliere scholen die inspectie van de overheid accepteren, geven diploma’s af die gelijkwaardig zijn aan die van de openbare en vrije scholen.
Beroepsopleidingen
België telt een groot aantal overheids- en particuliere instellingen die opleidingen verzorgen. Sommige onderwijsinstellingen zijn gratis, andere zijn heel duur. Bij sommige kunnen erkende diploma’s en getuigschriften worden behaald, bij andere niet. Het is dus belangrijk zo goed mogelijk na te gaan of de beoogde opleiding daadwerkelijk de moeite waard is en beantwoordt aan uw behoeften.
Afhankelijk van het gewest waar u woont, zijn er diverse overheidsdiensten waar u terecht kunt voor informatie over alle beroepsopleidingen die u kunt volgen: de VDAB in Vlaanderen, Le Forem in Wallonië, Bruxelles Formation voor de beroepsopleiding van Franstaligen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (voor de Nederlandstalige Brusselaars is de VDAB bevoegd) en het Arbeitsamt in de Duitstalige Gemeenschap.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Leren | |
Onderwijs in Vlaanderen | |
Onderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel | |
Onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap |
Met zijn rijke cultuurgeschiedenis hoeft België geenszins onder te doen voor de culturele traditie van grotere en oudere Europese landen. Deze rijkdom komt duidelijk tot uitdrukking in de kunst: talrijke Belgische meesters hebben een internationaal toonaangevende rol gespeeld. Zij blijven internationale faam genieten, evenals talrijke hedendaagse kunstenaars (op vele terreinen): schilderkunst, literatuur, detectiveromans, strips, architectuur, muziek, theater en dans, filmkunst, mode, tentoonstellingen, enz. Stuk voor stuk bewijzen van de bijzonder creatieve geest van de Belgen.
Belgen doen ook in de gastronomie van zich spreken, met chocolade, koekjes, pralines en diverse soorten bier. Bier werd uitgevonden door monniken en is de nationale drank. Geen enkel ander land kan tippen aan de kwaliteit en diversiteit van onze schuimende dranken. België behoort ook tot de top van de moderne haute cuisine. Bovendien staat België op gastronomisch gebied internationaal uitstekend bekend.
Inventiviteit is eveneens een Belgisch handelsmerk. Hierbij valt onder meer te denken aan bootliften, luchtvaart, enz.
Er zijn twee grote toeristische trekpleisters: het vrijwel intact gebleven natuurgebied van de Ardennen en de Belgische kust, met zo’n vijftien badplaatsen. Veel Belgen en buitenlanders brengen ook een bezoek aan een van de talrijke andere plaatsen, waaronder de steden met hun geschiedenis en cultuur.
Sport neemt eveneens een belangrijke plaats in. De Belgen doen niet alleen aan beroepssport, zoals voetbal, wielrennen, judo, volleybal, tennis en motorcross, waarin ze een gevestigde reputatie hebben, maar ook veel aan amateursport. Het verenigingsleven biedt talloze mogelijkheden: van scouting en tango tot boogschieten. De goed toegankelijke natuur van de Ardennen biedt mogelijkheden voor klimmen, abseilen en skiën op natuurlijke en kunstpistes, maar ook voor lange fiets- of wandeltochten. Anders dan in vele andere Europese landen blijven cafés en discotheken tot diep in de nacht open.
Een Belg wordt omschreven als bourgondisch, gereserveerd en voorzichtig. Er wordt wel eens gezegd dat je de ware Belg pas hoort spreken tijdens het eten.
Links:
Titel/naam | URL |
Toerisme in België | |
Toerisme in Vlaanderen | |
Toerisme in Brussel | |
Toerisme in Wallonië | |
Toerisme in de Oostkantons |
Binnen vijftien dagen na een geboorte moet hiervan door de vader of moeder of beiden aangifte worden gedaan bij de gemeente. De volgende documenten zijn nodig: het geboorteattest, het trouwboekje en de identiteitskaarten van de ouders. In sommige gemeentes kan ook in de kraamkliniek aangifte worden gedaan van de geboorte van een kind.
In België mag men vanaf de leeftijd van 18 jaar trouwen. De huwelijkskandidaten moeten een huwelijksaangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente waar ten minste een van de toekomstige echtgenoten staat ingeschreven. De volgende documenten zijn hierbij nodig: een gewaarmerkte kopie van de geboorteakte, een identiteitsbewijs, een bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister en een bewijs van nationaliteit. Een eventueel kerkelijk huwelijk kan pas worden ingezegend nadat het burgerlijk huwelijk is voltrokken.
Personen van hetzelfde geslacht mogen krachtens de wet van 13 februari 2003 met elkaar trouwen. Zij mogen sinds de wet van 18 mei 2006 ook kinderen adopteren.
Er bestaan in België twee vormen van echtscheiding: echtscheiding met onderlinge toestemming en echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk. De echtscheiding wordt uitgesproken door de rechter.
Personen die samenwonen, kunnen een verklaring van wettelijke samenwoning afleggen bij de Burgerlijke Stand van hun woonplaats. De wettelijke samenwoning eindigt wanneer een van de partijen een huwelijk aangaat of overlijdt, bij onderling akkoord van de samenwonenden of door eenzijdige opzegging door een van beiden.
De familie, een medewerker van de begrafenisonderneming of een vriend/buurman of buurvrouw moet het overlijden zo snel mogelijk melden aan de dienst Burgerlijke Stand van de gemeente waar de persoon in kwestie is overleden of eventueel van de gemeente waar de overledene zal worden begraven of gecremeerd.
Er moet een meerderjarige getuige aanwezig zijn. Bij een overlijden in een particuliere woning moet dit worden aangegeven door twee meerderjarige getuigen, bij voorkeur naaste bloed- of aanverwanten.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Familie |
België heeft een zeer dicht verkeersnet. Dit geldt zowel voor het openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro) als voor het particulier vervoer. Het wegennet is goed ontwikkeld.
Luchthavens en vliegverkeer
Op de volgende luchthavens wordt internationaal gevlogen: luchthaven Brussel-Nationaal (Zaventem), Charleroi (Brussel-Zuid), Luik, Oostende en Antwerpen (Deurne). Elk van deze luchthavens wordt aangedaan door lijndiensten, charters en lowcostmaatschappijen. Belangrijk om te weten: als u de trein neemt naar of van luchthaven Brussel-Nationaal, moet u naast de prijs van uw treinticket een extra heffing betalen, de zogenaamde Diabolotoeslag. Deze moet betaald zijn voordat u in de trein stapt.
België heeft verder vier zeehavens (Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge), alsook de haven van Brussel en het havencomplex van Luik. Wat het spoorvervoer betreft, beschikt België over goede verbindingen per hogesnelheidstrein TGV/Thalys. De luchthavens Parijs-Charles de Gaulle en Amsterdam-Schiphol zijn snel te bereiken (per trein ongeveer anderhalf uur zonder overstappen vanaf Brussel-Zuid). Er zijn ook verbindingen met Duitsland (ICE) en het Verenigd Koninkrijk (Eurostar).
Het openbaar vervoer (treinen, trams/bussen en taxi’s) heeft een zeer goede infrastructuur als het gaat om punctualiteit en de fijnmazigheid van het netwerk.
Treinen: de verantwoordelijkheid voor de organisatie van het treinverkeer ligt nog steeds bij de NMBS. Er bestaan veel kortingsmogelijkheden voor jongeren en ouderen. Ook is het mogelijk tegen een voordelig tarief tienrittenkaarten te kopen en zijn er weekendtarieven. De treinen hebben eerste- en tweedeklasse rijtuigen. Er zijn ook kaartautomaten in de stations.
Trams rijden in enkele grote steden, waaronder Antwerpen, Brussel, Charleroi en Gent. U kunt goedkoper reizen als u bijvoorbeeld bij een krantenkiosk een meerrittenkaart koopt. U kunt ook in de tram of de bus bij de chauffeur een enkeltje kopen.
Bussen: vrijwel alle lijnen worden gereden door De Lijn in Vlaanderen, de MIVB in Brussel en de TEC in Wallonië. Kaartjes zijn te koop bij de bestuurder. Het is echter voordeliger om meerrittenkaarten in de voorverkoop op grote stations of bij krantenkiosken te kopen.
Taxi’s: u kunt vooraf vragen wat een rit ongeveer zal kosten, maar de uiteindelijke prijs wordt bepaald door de taximeter. U kunt een taxi bestellen via de telefoon of bij een taxistandplaats. Het is niet gebruikelijk om een taxi op straat aan te houden.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Mobiliteit | |
De Lijn – Openbaar vervoer in Vlaanderen | |
TEC – Openbaar vervoer in Wallonië | |
MIVB – Openbaar vervoer in Brussel | |
NMBS – Treinen | |
Luchthaven van Antwerpen | |
Luchthaven van Brussel (Zaventem) | |
Luchthaven Charleroi/Brussel-Zuid | |
Luchthaven Luik | |
Luchthaven van Oostende | |
Taxi’s in Brussel | |
Gouden Gids – Taxi’s |