België bevindt zich in het hart van Europa en is een federale staat, die is onderverdeeld in gemeenschappen (Vlaamse Gemeenschap, Franse Gemeenschap en Duitstalige Gemeenschap) en gewesten (Vlaams Gewest, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Waals Gewest). Dit houdt in dat in België de macht en de beslissingen verdeeld worden tussen de federale staat en de deelentiteiten. Het werkgebied en de bevoegdheden van elke regering worden door de grondwet bepaald en beperkt. Tewerkstelling en de arbeidsmarkt zijn materies die aan de regeringen van de gewesten en gemeenschappen toevertrouwd zijn. Daarom zijn er in België vier overheidsdiensten voor tewerkstelling. De federale staat blijft op zijn beurt bevoegd voor het arbeidsrecht en het loonbeleid.
België is een klein maar dicht bevolkt land (met een oppervlakte van 30 688 km2). België had op 1 januari 2023 11 697 557 inwoners, waarvan 57,9 % in Vlaanderen, 31,4 % in Wallonië, 10,4 % in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en minder dan 1 % in de Duitstalige Gemeenschap woonde.
De Belgische economie heeft in het algemeen goed weerstand geboden aan een reeks schokken (COVID-19, overstromingen, energiecrisis) ondanks spanningen op de arbeidsmarkt en een inflatie die hoger lag dan het gemiddelde in de eurozone. De werkloosheidsgraad is stabiel en ligt op 5,7 %, en de licht groeiende arbeidsparticipatie bedraagt 72,1 %.
In België bevindt de werkgelegenheid zich voor het overgrote deel in de dienstensector. De top 10 bestaat volledig uit dienstverlenende bedrijven in de sectoren vervoer en communicatie, financiën en distributie/detailhandel. Het gaat dan onder meer om Bpost, banken zoals BNP Paribas Fortis, ING België en KBC Bank, HR-Rail, de Colruyt-groep, Proximus, de Delhaize-groep, Carrefour België en Randstad. België heeft maar weinig grote industriële bedrijven. Een daarvan, de reus uit de staalindustrie Arcelor Mittal, is vooral in Wallonië aanwezig. In Vlaanderen (Gent) is de autofabrikant Volvo Cars gevestigd, en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vinden we Audi in Vorst. De farmaceutische industrie is een andere steunpilaar van de Belgische economie en een belangrijke werkgever.
De Belgische economie is in de eerste plaats een diensteneconomie. De sector dienstverlening, die zo’n 68,8 % van het bbp vertegenwoordigt, kent het grootste aantal werknemers en is de voornaamste werkgever. De meeste banen in deze sector bevinden zich in de handel, het vervoer en de horeca (hotels en restaurants), gevolgd door de overheid, het onderwijs en zakelijke dienstverlening met een aandeel van 19 %. De meest voorkomende beroepen in België zijn dan ook kantoorbedienden, zowel bij de overheid als in de privésector (algemene functies), verkopers in winkels, huishoudhulpen, schoonmakers in kantoren, hotels en andere bedrijven en leerkrachten.
In België pendelen vele werknemers naar hun werk in een ander gewest dan waar ze wonen of zelfs in een buurland. De belangrijkste stroom pendelaars gaat vanuit Vlaanderen en Wallonië naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar het arbeidsaanbod groter is dan de beroepsbevolking. België heeft ook een groot aantal grensarbeiders, die uit Vlaanderen naar Nederland pendelen en uit Wallonië naar het Groothertogdom Luxemburg.
Links:
Titel/benaming | URL |
Portaal België – informatie en diensten van de overheid | |
Portaal België – informatie en diensten van de overheid | |
Federaal Planbureau | https://www.plan.be/databases/PVarModal.php?VC=MLTEMP&DB=MLT&lang=nl&XT= |
Informatie over de arbeidsmarkt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | http://www.actiris.be/marchemp/tabid/179/language/fr-BE/Marche-de-l-emploi.aspx |
Statistieken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling | |
Waalse openbare dienst voor werkgelegenheid | |
Informatie over de arbeidsmarkt van de Duitstalige Gemeenschap |
Het aantal vacatures neemt in de drie gewesten toe. Met 67,3 % van de vacatures blijft het Vlaams Gewest het deel van het land met het grootste aantal vacatures. Daarop volgt het Waals Gewest met 19,6 % en tot slot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 13,07 %.
Meer dan driekwart van de vacatures behoort tot vijf economische sectoren: non-profit, wetenschap en diensten, industrie, handel en bouw.
Er zijn meer vacatures in grote en middelgrote bedrijven dan in kleine bedrijven, hoewel het percentage openstaande vacatures hoger ligt in kleine bedrijven.
Er zijn ook meer werkaanbiedingen voor vaste functies, maar het percentage openstaande vacatures is aanzienlijk hoger voor interimwerk.
Links:
Titel/benaming | URL |
Portaal – België in cijfers | https://statbel.fgov.be/fr/themes/emploi-formation/marche-du-travail/emplois-vacants#figures https://statbel.fgov.be/nl/themas/werk-opleiding/arbeidsmarkt/vacatures… |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | |
Vlaanderen | |
Wallonië | https://www.leforem.be/chiffres-et-analyses-du-marche-de-l-emploi.html |
Duitstalige Gemeenschap |
Wat betreft de beschikbare arbeidskrachten en de gegevens over werkzoekenden verwijzen we naar de bijdragen van de verschillende gewesten en verschillende openbare diensten voor arbeidsvoorziening.
Vlaanderen had 6 774 807 inwoners in het begin van 2023. De bevolking blijft in Vlaanderen ook aangroeien (+ 6,1 % ten opzichte van 2013 en + 1,0 % ten opzichte van 2022), met een beetje meer vrouwen (50,5 %) dan mannen (49,5 %).
De leeftijdsverdeling verandert sterk door de “vergrijzing” van de bevolking: het aantal 65-plussers bedraagt nu iets meer dan 1 430 miljoen, oftewel 21,1 % van de bevolking (18,9 % in 2013). Sinds 2016 zijn er meer ouderen dan jongeren (< 18), die 19,4 % van de bevolking uitmaken. De beroepsbevolking (18 tot 64 jaar) telt 4 030 miljoen personen, wat een toename met 91 725 betekent sinds 2013. Vanwege de continue groei van de actieve bevolking (bestaande uit werkenden en werkzoekenden) blijft de werkloosheidsgraad structureel hoog, zelfs in lange perioden van economische groei.
https://bestat.statbel.fgov.be/bestat/crosstable.xhtml?view=161080d2-d411-4e40-9a0f-a27db5e2b6e1
In 2022 was in Vlaanderen 76,7 % van de bevolking tussen 20 en 64 jaar aan het werk. Slechts 2,9 % van de beroepsbevolking is werkzoekend. 21 % van de actieve bevolking heeft geen werk, is werkloos of is niet actief. Dat zijn vooral (studerende) jongeren en ouderen (op brugpensioen). Het Belgische “citroenmodel”, dat gekenmerkt wordt door een groot aantal werkenden in de leeftijd van 25 tot en met 54 jaar en weinig werkenden jonger dan 25 jaar of ouder dan 55 jaar, wordt ook in Vlaanderen aangetroffen.
De jeugdwerkloosheid is in Vlaanderen toegenomen door de coronacrisis en steeg van 9,5 % in 2019 tot 11 % in 2022 – dit blijft evenwel aanzienlijk lager dan het Belgische gemiddelde. Het aantal jongeren dat de schoolbanken verlaat zonder kwalificatie is de laatste jaren sterk afgenomen. Het ging nog om 4,9 % in 2022, het laagste niveau sinds er metingen voor deze indicator uitgevoerd worden.
Globaal genomen scoort Vlaanderen goed binnen de Europese Unie op de belangrijkste indicatoren voor de arbeidsmarkt. Een zwak punt is de zeer lage participatiegraad van zogenaamde kansarme groepen. We hebben het dan in de eerste plaats over laaggeschoolden, van wie slechts iets meer dan de helft (51,3 % van de 25- tot 64-jarigen in 2022) een baan heeft. Maar ook de arbeidsparticipatie van 55-plussers (59,4 % van de 55- tot 64-jarigen in 2022), allochtonen (62,7 % van de 20- tot 64-jarigen die niet in de EU-28 zijn geboren in 2022) en werknemers met een handicap (46,5 % van de 20- tot 64-jarigen in 2022) is veel te laag. Bij de 55-plussers is er de laatste jaren wel een sterke toename te zien. Dankzij de stevige vooruitgang in de voorbije jaren haalde Vlaanderen de doelstelling van 50 % reeds in 2020.
Aangezien er in Vlaanderen relatief meer banen beschikbaar zijn dan in de andere gewesten, werken vrij weinig Vlamingen in Wallonië of het buitenland. De grootste pendelbeweging vanuit Vlaanderen gaat richting het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar bijna 9,1 % van de Vlamingen werkt. Naar Wallonië of het buitenland pendelt 2,5 % (cijfers voor 2019).
Ook in Vlaanderen heeft in de afgelopen tien jaar een sterke de-industrialisering plaatsgevonden, met een kwart minder banen in de industrie sinds de jaren tachtig. De industrie (waaronder de bouw) vertegenwoordigt nog maar 21 % van de totale tewerkstelling in 2020. Daarom zien we onder de grootste werkgevers nauwelijks nog industriële bedrijven. Volvo Cars in Gent stelt meer dan 7 000 mensen te werk en is daarmee de grootste industriële werkgever in Vlaanderen. Op de tweede plaats staat AB InBev, de grootste brouwerij ter wereld, die meer dan 3 200 mensen in België tewerkstelt. Daarna volgt Van Hool in Lier, de Belgische bouwer van bussen en industriële voertuigen. Dit bedrijf stelt meer dan 4 500 mensen te werk in Vlaanderen en Noord-Macedonië.
De belangrijkste werkgevers zijn dienstenbedrijven in de sector van het vervoer en de communicatie (SNCB, Bpost en Belgacom), financiën (de “grote banken”) en de distributie (grote winkels zoals Colruyt, Delhaize en Carrefour). De private dienstensectoren hadden in 2020 een aandeel van 47 % in de totale werkgelegenheid; het aandeel van de publieke en gesubsidieerde diensten bedraagt 31 %.
Verschuivingen in de sector (van de industrie naar diensten), de technologische vooruitgang en de globalisering hebben ook veranderingen in de structuur van de tewerkstelling met zich meegebracht op het gebied van kwalificaties. Het belang van hooggekwalificeerde banen neemt verder toe ten koste van minder gekwalificeerde banen. In 2021 bedroeg het aantal hooggekwalificeerde banen in Vlaanderen reeds 49,5 % van het totaal. Dit betreft dan vooral leidinggevende functies, intellectuele of wetenschappelijke functies in het onderwijs, de zakelijke dienstverlening, ICT-diensten en de gezondheidszorg.
De middengekwalificeerde banen hebben nog een aandeel van 41,7 %. De terugloop betrof vooral productiearbeiders in de industrie en administratief personeel. Het aandeel laaggekwalificeerde banen is gedaald tot 8,8 % en bestaat vooral uit onderhouds- en schoonmaakpersoneel, dat wel een toename kent door de tewerkstelling met behulp van dienstencheques.
Door de coronacrisis daalde het aantal ontvangen werkaanbiedingen bij de VDAB (bij de normale gang van zaken, zonder rekening te houden met interimarbeid) sterk in de loop van 2020. Sindsdien vond een mooie heropleving plaats. Vanaf de herfst van 2022 wordt er echter een duidelijke vermindering vastgesteld door de vertraging van de economie.
In juni 2023 werden er 30 019 openstaande vacatures rechtstreeks bij de VDAB gemeld in het Normaal Economisch Circuit zonder Uitzendopdrachten (NECzU, zonder openstaande vacatures bij rekrutering- en selectiebureaus). Dit is een hoog cijfer voor juni, maar in vergelijking met 2022 is het toch een daling van 14 %.
Tijdens de laatste twaalf maanden (juli 2022-juni 2023) werden er 349 617 openstaande vacatures aan de VDAB gemeld, wat 14 % minder is dan in de vorige twaalf maanden. Rekening houdend met de redelijk zwakke groei en de onzekere economische situatie is dit een goede prestatie.
Een groot aantal sectoren heeft in de laatste twaalf maanden een aanzienlijke daling in de openstaande vacatures opgetekend in vergelijking met de vorige periode. De grootste verliezen worden opgetekend in de industriële sectoren zoals de metaalindustrie, voeding en dranken, chemische nijverheid en de textielsector. De bouwsector blijft echter goed overeind met slechts een zeer kleine daling.
Er zijn ook aanzienlijke verliezen in de private dienstensector, met name in de groot- en detailhandel, vervoer, logistiek en postdiensten, restauratie en toerisme. Enkel de financiële sector kende een sterke toename. De uitgebreide sector informatica, media en telecommunicatie bleef stabiel.
De grote gesubsidieerde sectoren, zoals openbare dienstverlening, onderwijs, gezondheidszorg en sociale diensten, kenden een afname van het aantal openstaande vacatures.
Blijkbaar heeft het coronavirus geen impact gehad op de structurele kloof op de arbeidsmarkt. Het is moeilijk om te voorspellen welke impact de huidige crisissen zullen hebben op rekrutering in de toekomst. Op dit moment lijkt het er echter op dat de spanningen op de arbeidsmarkt zeker niet verminderd zijn.
Het jaarlijkse onderzoek van de VDAB over knelpuntberoepen toont aan dat het erg moeilijk is om te voorspellen in welke mate de zoektocht naar personeel tijdelijk of structureel de gevolgen van de conjuncturele onzekerheid ondersteunt. De lijst met knelpuntberoepen is nog langer in 2022.
De “klassieke” knelpuntberoepen staan nog steeds op de lijst in 2022. Gezondheidszorg, bouw, technologie en informatica blijven de sectoren met een groot aantal knelpuntberoepen. Voor heel wat werkgevers blijft het moeilijk om technisch personeel te vinden. Ook in de gezondheidszorg en maatschappelijk werk creëert het tekort grote problemen. Naast deze “onvermijdelijke” beroepen zijn er ook heel wat knelpuntberoepen in 2022 die het gevolg zijn van een aanzienlijke kloof tussen de verwachtingen van werkgevers en die van de kandidaten.
Verpleegkundigen blijven het moeilijkst te vinden, zelfs na de coronacrisis. Voor heel wat werkgevers blijft het ook moeilijk om technisch personeel te vinden. De helft van de tien belangrijkste knelpuntberoepen zijn technische beroepen: van technici voor industriële installaties via werfleiders tot onderhoudstechnici. Sommige knelpuntberoepen in de top 10 behoren tot de “klassiekers” zoals vrachtwagenchauffeurs en arbeiders in de fruitteelt. Ook huishoudhulpen en accountants zijn al sinds jaren knelpuntberoepen.
Links:
Titel/benaming | URL |
Verslag van de VDAB over de knelpuntberoepen | https://www.vdab.be/sites/default/files/media/files/Knelpuntberoepen202… |
Eind juni 2023 waren er in Vlaanderen 192 853 niet-werkende werkzoekenden. Dit is een toename van 11,6 % ten opzichte van vorig jaar. . Het huidige cijfer is zelfs lager dan in juni 2019 (voor de coronacrisis), toen de VDAB 197 277 niet-werkende werkzoekenden telde. Deze cijfers hebben enkel betrekking op niet-werkende werkzoekenden en niet op mensen die tijdelijk werkloos zijn.
Ondanks een aanzienlijke economische heropstart na de coronapandemie zijn er heel wat banen verloren gegaan, vooral in de industrie en de bouw. Dat is ook duidelijk zichtbaar in de werkloosheidscijfers. In Vlaanderen waren vooral verkopers (27 900), maar ook productie-arbeiders in verschillende sectoren (30 400) op zoek naar werk in juni 2023 . Andere belangrijke beroepsgroepen waar de werkloosheidsgraad hoog is zijn magazijniers, laders/lossers en verpakkers (22 200), algemeen administratief personeel (19 600, schoonmaak- en onderhoudspersoneel (22 600), arbeiders en technici in de bouw (11 700), horecapersoneel (17 300), gespecialiseerd administratief personeel (13 000) en chauffeurs (10 500).
Deze lijst toont aan dat er een zeer grote reserve arbeidskrachten is in bepaalde beroepsgroepen met weinig kwalificaties, met name in de logistiek, verkoop, horeca, schoonmaak en het vervoer.
Er is echter ook een arbeidsreserve voor (hoog)gekwalificeerde beroepsgroepen, maar deze is doorgaans veel kleiner. We kunnen bij wijze van voorbeeld personeel in de informatietechnologie en ICT (4 400 werkzoekenden), kaderleden (6 800), technisch verantwoordelijken (1 900), specialisten in het beheer van kennis en communicatie (2 700), verpleegkundigen en verzorgend personeel (7 900) vermelden. Hoewel het toch om enkele duizenden werkzoekenden gaat, volstaat deze reserve veelal niet om de vele vacatures in te vullen in groeisectoren met een sterke wervingsdynamiek. Dit is het geval bij onder andere ICT en de verpleegkundigen, waar het tekort het grootst is. Bovendien komen niet alle werkzoekenden in aanmerking voor de openstaande vacatures omdat hun profiel niet altijd voldoet aan de eisen.
Links:
Titel/benaming | URL |
Verslag over de werkzoekenden van de VDAB | https://www.vdab.be/sites/default/files/media/files/werkzoekendenberich… |
VDAB Arvastat | https://arvastat.vdab.be/arvastat_detailtabellen_werkloosheid.html |
In 2021 telde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 795 647 banen op zijn grondgebied (een toename van + 5,5 % ten opzichte van 2020). De hoofdstad is daarmee het grootste werkgelegenheidsgebied van het land. Brussel heeft een grote aantrekkingskracht op werkzoekenden. Een groot deel van de Brusselse banen wordt niet door Brusselaars uitgevoerd. In 2021 werd slechts 49,4 % van deze banen ingevuld door Brusselaars en 50,6 % door “pendelaars” (32,6 % uit Vlaanderen en 18,1 % uit Wallonië). Omgekeerd werken 76 435 Brusselaars, ofwel 16,2 %, buiten Brussel (69 % in Vlaanderen en 31,1% in Wallonië).
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft ook een bijzondere demografische samenstelling. Van de drie gewesten in België is dit het gewest met de snelst groeiende bevolking. Deze demografische dynamiek vormt tegelijkertijd een uitdaging voor het gewest en een pluspunt voor de Brusselse economie, rekening houdend met de veroudering van de Europese bevolking.
Bovendien zorgen de internationale instellingen (Europese Unie, NAVO enz.) en het feit dat Brussel de hoofdstad is (en dus de eerste toegangspoort vormt voor internationale migratie) ervoor dat werknemers uit alle hoeken van Europa, maar ook niet-EU-burgers, naar Brussel komen. Zo heeft Brussel een nog kosmopolitischer karakter gekregen en kent de stad een hoge concentratie personen van buitenlandse origine (meer dan 70 % van buitenlandse herkomst).
De Brusselse economie wordt sterk gedomineerd door de dienstensector (91 % van het totaalaantal banen). Als we kijken naar de werkgelegenheidsstructuur per sector, dan zien we dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het openbaar bestuur goed is voor 14,7 % van de werkgelegenheid, gevolgd door gezondheidszorg en maatschappelijk werk (11 %), onderwijs (9 %), handel (7,7 %) en administratieve en ondersteunende diensten (7,5 %). Deze vijf sectoren vertegenwoordigen samen 49,9 % van het loontrekkend werk in Brussel. Bovendien trekt de aanwezigheid van internationale instellingen en meer bepaald van de Europese Unie een groot aantal bedrijven aan die ondersteunende diensten voor deze instellingen verzorgen.
De tewerkstelling in Brussel wordt gekenmerkt door hoge kwalificatie-eisen. In 2021 werd 65,2 % van de arbeidsplaatsen in Brussel bezet door hooggekwalificeerde werknemers (universitair niveau of hoger niet-universitair onderwijs), terwijl dit voor heel België ongeveer 47 % is.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoort net als veel andere grote stedelijke agglomeraties tot de rijkste van Europa (kijkend naar het bbp) maar heeft paradoxaal genoeg tegelijkertijd ook te kampen met grote werkloosheid en armoede. Het werkloosheidscijfer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is hoger dan in de beide andere gewesten en ligt boven het Europese gemiddelde.
Links:
Titel/benaming | URL |
Actiris | |
Cijfers van Actiris | |
Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse | |
Portaal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | http://be.brussels/a-propos-de-la-region/bruxelles-internationale?set_language=fr |
Werkgelegenheid per sector.
De hoogst vertegenwoordigde sectoren in de 67 911 werkaanbiedingen die Actiris in de laatste twaalf maanden (september 2023) heeft ontvangen zijn:
- administratieve en ondersteunende diensten: 35,4 %
- openbare dienstverlening en defensie: 13,5 %
- gezondheid en maatschappelijk werk: 9,6 %
- gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten: 6,8 %
- onderwijs: 6,1 %
- vervoer en opslag: 5,4 %
- groot- en detailhandel: 4,8 %
- accommodatie en restauratie: 4,5 %
- verenigingen en andere persoonlijke diensten: 2,9 %
- bouw: 2,8 %
- andere sectoren: 8,0 %
Actiris ontvangt echter slechts een deel van de werkaanbiedingen op het Brussels grondgebied. Hoewel deze aanbiedingen een idee geven van de aantallen en trends, weerspiegelen ze niet de hele vraag naar personeel van Brusselse ondernemingen.
Het observatorium view.brussels stelt een inventaris op van beroepen waarvoor vacatures moeizaam op te vullen zijn, de zogenaamde “kritieke” functies. Ook analyseert het de oorzaken van deze spanningen op de Brusselse arbeidsmarkt.
In 2022 waren er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1 082 kritieke functies in talrijke sectoren.
De lijst en analyse (2021) van kritieke functies in 2022 zijn hier beschikbaar:
- https://www.actiris.brussels/media/1gnbvg0c/2023-06-liste-fc_compressed-h-900E4A7F.pdf
- https://www.actiris.brussels/media/2kvdeo44/2022-12-view-brussels-les-fonctions-critiques_compressed-h-04952FA6.pdf
Voor meer informatie
De Brusselse economie is vooral gericht op dienstverlening en biedt daarom meer kansen voor personeel in deze sector.
Laaggekwalificeerde werkzoekenden hebben het moeilijker om een baan te vinden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vooral als hun talenkennis beperkt is. Het gewest is immers tweetalig en er worden hoge taaleisen gesteld aan de werknemers. Niet zelden wordt ook kennis van het Engels gevraagd, aangezien Brussel de zetel is van belangrijke internationale instellingen (NAVO, Europese Unie enz.).
Eind december 2023 telde Brussel 91 088 werkzoekenden, goed voor een werkloosheidsgraad van 15,0 %.
Onderstaande tabel toont de sectoren die het grootste aantal werkzoekenden tellen.
Aantal werkzoekenden per vakgebied | % totaal |
A. Administratie (bedienden, secretariaat enz.) | 15 |
C. Kunst – Ambacht | 8 |
E. Handel en verkoopondersteuning | 10 |
F. Bouw | 5,5 |
J. Horeca, voeding | 10 |
S. Medisch en paramedisch | 4,5 |
U. Psychosociaal, cultuur, vrije tijd, sport | 4,5 |
W. Beveiliging, schoonmaak, milieu | 14,5 |
Y. Vervoer, opslag, verpakking enz. (logistiek) | 11 |
De hoogste percentages vinden we in de domeinen “administratie,” “beveiliging, schoonmaak, milieu” en “vervoer, opslag, verpakking enz.”.
Deze drie domeinen vertegenwoordigen samen 40 % van de werkzoekenden die bij Actiris ingeschreven zijn.
De gunstige evolutie op de arbeidsmarkt waargenomen in 2022 zette zich niet verder in 2023, en vooral niet in Wallonië, waar de twee belangrijkste indicatoren voor de arbeidsmarkt minder goed zijn en lager liggen dan het Europese gemiddelde. Aan het einde van het tweede kwartaal van 2023 bedroeg de werkloosheidsgraad in het Franstalige deel van het Waals Gewest 8,8 % en de tewerkstellingsgraad 65 %.
In Wallonië zijn de meeste banen werk in loondienst (meer dan 85 %). Eind juni 2023 hadden 1 212 576 inwoners van Wallonië werk in loondienst in België. De sectoren met de meeste werkgelegenheid zijn openbaar bestuur, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijk werk, groot- en detailhandel, bouw en vervoer.
Wallonië onderscheidt zich verder van de beide andere gewesten door een grotere mobiliteit naar het buitenland. 69 % van de uitgaande Belgische grensarbeiders woont in Wallonië. Op 30 juni 2022 telde Wallonië 60 985 grensarbeiders: 76 % (46 497) werkt in het Groothertogdom Luxemburg, 12 % (7 222) in Frankrijk en 10 % (6 290) in Duitsland.
Eind december 2021 waren er 90 601 bedrijven die minstens een loontrekkende tewerkstelden in Wallonië. 25 % daarvan bevindt zich in steden, namelijk Luik, Charleroi, Namen, Bergen, Doornik en La Louvière. Veruit de meeste bedrijven (88,5 %) hebben minder dan twintig mensen in dienst. Slechts 2 % van deze bedrijven stelt meer dan honderd werknemers tewerk.
36,8 % van de bedrijven met minder dan twintig werknemers is actief in de handel en de horeca. De bedrijven met twintig of meer werknemers zijn vooral actief in de openbare sector. Kleine plaatselijke bedrijven zijn gewoonlijk actief in de landbouw, bouw en andere diensten, terwijl wat grotere bedrijven goed vertegenwoordigd zijn in de industrie.
Wallonië is wereldwijd toonaangevend in de volgende sectoren: staalproductie, metaalconstructie, hydraulica, glasproductie en zware chemicaliën. Daarnaast is er ook een nieuwe generatie bedrijven die gericht is op sectoren met hoge toegevoegde waarde, die ondersteund worden door private of universitaire onderzoekscentra en intense activiteiten op het gebied van O&O. In Wallonië zijn zes sectoren gestructureerd in concurrentieclusters als onderdeel van het regionale economische ontwikkelingsplan.
- Lucht- en ruimtevaart (Skywin)
- Biowetenschappen (Biowin)
- Vervoer en logistiek (Logistics in Wallonia)
- Agro-industrie (Wagralim)
- Fijne mechanica en nanotechnologieën (Mecatech)
- Groene chemie en duurzame materialen (Greenwin).
Links:
Titel/benaming | URL |
Forem | |
Forem – Cijfers en analyse | |
StatBel – Beschikbare banen | https://statbel.fgov.be/fr/themes/emploi-formation/marche-du-travail/emplois-vacants |
StatBel – Tewerkstelling en werkloosheid | https://statbel.fgov.be/fr/themes/emploi-formation/marche-du-travail/emploi-et-chômage |
Iweps |
Tijdens het tweede kwartaal van 2023 heeft Forem (de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling van Wallonië) 102 262 vacatures verspreid. Het grootste deel van deze vacatures behoorde tot sectoren zoals zakelijke dienstverlening, gezondheidszorg en maatschappelijk werk, overheid, bouw en de verwerkende industrie.
Ondanks een aanzienlijke arbeidsreserve (eind juni 2023 telde Wallonië bijna 207 204 werkloze werkzoekenden) hebben sommige bedrijven moeite om hun vacatures voor bepaalde beroepen of functies ingevuld te krijgen. Forem publiceert sinds 1999 een analyse van vacatures en stelt op basis daarvan een lijst met (kritieke) functies en knelpuntberoepen (gebrek aan voldoende arbeidskrachten) op. De lijst van 2023 (op basis van gegevens van 2022) telt 158 functies waarvoor er rekruteringsproblemen zijn, waarvan 66 kritieke functies waarvoor werkgevers moeilijkheden hebben met rekrutering en 92 knelpuntberoepen met een gebrek aan kandidaten.
De bouwsector blijft de meest vertegenwoordigde met 56 beroepen.
Verschillende functies hebben meer structurele rekruteringsproblemen in de zin dat de moeilijkheden blijven duren. Bij sommige van deze functies zijn er een groot aantal werknemers die bijna op pensioen gaan en in de komende jaren waarschijnlijk niet vervangen kunnen worden. Voor 44** van de 158 functies zijn minstens 30 % van de werknemers 50 jaar of ouder. Dat is met name het geval voor vrachtwagenchauffeurs, verpleegkundigen en dakwerkers.
https://www.leforem.be/documents/chiffres-et-analyses/analyse-liste2023-fonctions-critiques.pdf
Links:
Eind juni 2023 telde Wallonië 207 204 werkloze werkzoekenden. 52 % van hen zijn mannen en 48 % vrouwen; 18 % van hen is jonger dan 25 jaar en 25 % is ouder dan 50 jaar. 43 % van deze personen heeft een opleidingsniveau dat lager ligt dan de derde graad van het middelbaar onderwijs.
Vanuit geografisch standpunt tellen de regio Luik en Henegouwen het meest werkzoekenden. In Waals-Brabant en de provincie Luxemburg is dit aantal het laagst.
Het aantal werkzoekenden ligt het hoogst in de tertiaire sector (handel, vastgoed en zakelijke dienstverlening, hotels en restaurants) en de quartaire sector (gezondheidszorg en maatschappelijk werk, collectieve, sociale en persoonlijke diensten, onderwijs).
Links:
Titel/benaming | URL |
Forem, cijfers en analyse |
Op 1 januari 2020 telde de Duitstalige Gemeenschap 77 949 inwoners op een grondgebied van 853,64 km² in de kantons in het oosten van België (vandaar de Duitse naam “Ostbelgien”). Momenteel vormen jongeren onder de 20 jaar en ouderen van boven de 70 elk een vijfde deel van de bevolking. Volgens de laatste voorspellingen zal de totale bevolking slechts licht toenemen tegen 2030 (+2,1 %) en zou ze vanaf 2029 zelfs afnemen.
De “actieve bevolking” omvat alle mensen tussen 15 en 64 jaar die werken of werk zoeken. In 2017 (laatste beschikbare cijfers) telde deze actieve bevolking 33 955 personen, waarvan 31 393 loontrekkenden of zelfstandigen.
In 2009 en 2010 veroorzaakte de economische crisis een sterke verhoging van de werkloosheid van ongeveer 13,05 %. Pas in 2015 kon een aanzienlijke daling van 5,22 % vastgesteld worden. Sindsdien daalt de werkloosheid onafgebroken. Mannen en vrouwen, personen onder de 25 en boven de 50, langdurig werkzoekenden en zogenoemde ondergekwalificeerden hebben allemaal kunnen profiteren van een daling van de werkloosheid, die nu rond de 7 % ligt. Wel is het aantal werkzoekenden van buiten de EU in hetzelfde tijdsbestek met 3,9 % toegenomen.
Vooral mensen ouder dan 50 jaar worden door werkloosheid getroffen. Deze groep maakt meer dan een derde uit van het totaalaantal werkzoekenden. Hun aantal is in de laatste 14 jaar verviervoudigd. In 2017 was evenwel 92 % van de actieve bevolking van boven de 50 jaar beroepsmatig actief.
De Duitstalige Gemeenschap heeft met 10,6 % een relatief lage jeugdwerkloosheid (< 25 jaar) in vergelijking met het gemiddelde in België (15,8 %).
Eind april 2021 had iets meer dan de helft van de werkzoekenden een getuigschrift van het middelbaar onderwijs op zak, terwijl bijna een op de vijf werkzoekenden slechts een getuigschrift van het basisonderwijs bezat. Met 8 % was het aantal werkzoekenden dat met goed gevolg een combinatie van werken en leren had afgerond bijna even hoog als dat van de mensen met een diploma van het hoger secundair onderwijs dat werd behaald aan een hogeschool of universiteit (13 %). Het aandeel ongeschoolde jongeren op het totale aantal werkzoekenden neemt gestaag toe, terwijl het aandeel hoogopgeleide jongeren voortdurend afneemt.
Sinds 2009 zien we meer werkzoekenden met een diploma hoger secundair onderwijs dan personen met alleen een diploma basisonderwijs. Enerzijds wijst die vaststelling op een hoger opleidingsniveau in de samenleving, anderzijds toont dit ook aan dat er meer opleiding nodig is om de arbeidsmarkt te kunnen betreden.
Aangezien een groot deel van de bevolking tweetalig is en de streek gunstig gelegen is (aangrenzend aan de Franse Gemeenschap, Duitsland, Luxemburg en Nederland), zijn er heel wat mensen in de Duitstalige Gemeenschap die pendelen: het aantal Belgen dat in Luxemburg werkt blijft groeien. Het ging om 4 080 mensen in 2018. Het aantal mensen dat in België woont en in Duitsland werkt, daalt echter sinds 2007. Op dat moment staken 6 684 mensen dagelijks de grens over, terwijl dat in 2019 nog maar 5 888 was.
Volgens de laatste cijfers uit 2018 stellen 2 243 werkgevers momenteel 22 683 werknemers tewerk in de Duitstalige Gemeenschap. De meest vertegenwoordigde sectoren wat het aantal werknemers betreft, zijn de verwerkende industrie (22 %), gezondheidszorg en maatschappelijk werk (14 %), handel (13 %), onderwijs (11 %) en communicatie en financiële diensten (11 %).
Voor de bedrijven bleef de balans overwegend positief (+ 7,2 %) tussen 2008 en 2018.
Links:
Titel/benaming | URL |
Overheidsdienst voor werkgelegenheid | |
De Sociaaleconomische Raad van de Duitstalige Gemeenschap Jaarlijkse sociaaleconomische studie | http://wsr-dg.be/wp-content/uploads/wirtschafts-und-sozialbericht-aktualisierte-fassung-2019.pdf |
De volgende beroepen stonden op de lijst met opleidingen voor de knelpuntberoepen van de Duitstalige Gemeenschap in 2020 en 2021:
ingenieur, verpleegkundige, verzorgende, leerkracht lager en hoger middelbaar onderwijs, leraar basisonderwijs, technisch tekenaar, technicus (bachelor), boekhouder, maatschappelijk werker, pedagogisch medewerker (A1), informaticus, administratief leidinggevende, allround secretaresse of medewerker, salarisadministrateur, vervoersmedewerker, chauffeur, machinist, draaier, slotenmaker, technicus/monteur, installateur centrale verwarming en sanitair, lasser, elektricien, elektromonteur, timmerman, houtbewerker, schilder en stoffeerder, metselaar en tegelzetter, dakdekker, bakker, slager, machinist op bouwmachines, kok en keukenpersoneel, horecapersoneel.
Links:
Titel/benaming | URL |
Vacatures (portaalsite Werkgelegenheid): | |
opleidingen | http://www.adg.be/de/desktopdefault.aspx/tabid-5319/9251_read-62647/ |
Een groot deel van de arbeidskrachten die in 2015 beschikbaar waren, was afkomstig uit commerciële beroepen of reparatieberoepen (11 %). 8 % van de werkzoekenden heeft in het medische, veterinaire of sociale domein gewerkt en nog eens 8 % in de openbare of particuliere dienstverlening. Het aandeel mensen die een beroep in de bouw uitgeoefend hebben in het totaalaantal werkzoekenden bedraagt 6 %. Dit wordt op de voet gevolgd door de beroepen in de sector van de telecommunicatie en het transport (5 %) en van het vastgoed, de verhuur en zakelijke dienstverlening (5 %). Tenslotte heeft een deel van de werkzoekenden in de horeca (5 %) en in het openbaar bestuur, bij defensie of in de sociale zekerheid (5 %) gewerkt.
In 2018 waren twee werkzoekenden op zes op zoek naar handenarbeid terwijl 14 % op zoek was naar werk in de verkoop of op kantoor. 8 % van de werkzoekenden wil in de schoonmaak of in de horeca aan de slag gaan, terwijl een op de twintig toekomst ziet in de gezondheidszorg of een verzorgend beroep.
Links:
Titel/benaming | URL |
Analyse van de arbeidsmarkt en vooruitzichten in het kader van een ISAQ-studie (Integriertes System zur Arbeitsmarkt- und Qualifikationsforschung) | http://wsr-dg.be/wp-content/uploads/wsb-2019-konkurse-stellenanzeigen.pdf |
Analyse van de werkloosheid in de Oostkantons |